"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Jaar van de aap

Donderdag, 21 mei, 2020

Geschreven door: Patti Smith
Artikel door: Roeland Dobbelaer

De bezorgde en liefdevolle mijmeringen van Patty Smith

[Recensie] Wie heeft toch ooit bedacht dat een boek, roman of verhaal een begin en een einde moet hebben? Waarom vertellen we meestal verhalen die af zijn, die afgerond zijn? Als je er goed over nadenkt zijn veel verhalen nooit af. Families gaan door, generaties na generaties, er is altijd weer nieuw nageslacht. Ook politieke en maatschappelijke ontwikkelingen gaan ook altijd door. En wat betreft mythen, verhalen en sprookjes die mensen elkaar vertellen, meestal leven de helden uit onze verhalen helemaal niet lang en gelukkig, want er komt altijd wel nieuwe ellende aan, gelukkig weer afgewisseld door betere tijden. Vermoedelijk vertellen we afgeronde verhalen om de wereld te kunnen begrijpen, om de tijd te kunnen beheersen of om vrede te hebben met hoe de loop der dingen is. Maar de vraag is of dat nodig is?

Wie een verhaal zoekt kan de boeken van punkdichteres Patti Smith maar beter mijden. Ook in haar laatste boek, nog meer dan in haar vorige boeken Just Kids en M-Train, vertelt Smith geen afgerond verhaal. Het Jaar van de aap gaat over het jaar 2016 en bevat flarden van dromen en ideeën, vaak onuitgewerkt, op het eerste gezicht onsamenhangende gedachten en mijmeringen, aangevuld met terugblikken op een lang leven. Dat jaar werd de Smith 70. Ze noemt het Jaar van de aap een circulaire overpeinzing. Ze schrijft in het nawoord: “[…] je kunt vooruitspoelen of in de tijd teruggaan, maar de tijd heeft de neiging om steeds maar door te gaan, weg te tikken, nieuwe dingen die je niet kunt veranderen, die je niet snel genoeg kunt verwerken”. Ze noemt dit een ontkoppeling. “Je schrijft in de tijd en dan is de tijd verdwenen en als je die probeert in te halen schrijf je een heel ander boek, zoals Pollock, die het contact met een schilderij verloor en dan een heel nieuw schilderij maakte en bij beide de draad kwijtraakte en in zijn woede glazen wanden intrapte.” Smith schrijft haar poëtische overpeinzingen op als wapen tegen de tijd, als wapen tegen het vergeten, maar ze komt er niet uit, ze kan moeilijk plaatsen wat er gebeurt en voelt zich onthecht. Ze beschrijft veel veelvuldig ook haar dromen, maar weet soms niet meer wanneer de droom eindigt en de tijd weer verder gaat, realiteit en wanen wisselen elkaar af. Het boek eindigt waar het boek begint, maar dan een jaar later, circulair, bij hotel Dream Inn, aan de West Coast, in Santa Cruz, waar ze toevallig beide keren terecht komt. Tussendoor reist Smith de wereld rond al dan niet in haar dromen, met haar zware schoenen aan, en altijd een opschrijfboekje in de hand. Ze komt in Gent, in Australië, in Kansas, in New York, in Lissabon. Ze bezoekt vrienden, geeft optredens, bezoekt kunstwerken, ze lift en voert gesprekken met vreemden en trakteert haar lezers met haar observaties: “Ik blijf in de stad van Pessoa hangen, al kan ik niet precies zeggen wat ik aan het doen ben. Lissabon is een goede stad om in te verdwalen. ’s Ochtends krabbel ik in cafés in het zoveelste notitieblokje, elke lege pagina biedt een uitvlucht, de pen volgt gedienstig, vloeiend en constant…”

Gaandeweg beseft ze dat het jaar van de aap een gruwelijk jaar wordt: “De dood van de laatste witte neushoorn. De verwoesting van Puerto Rico. De slachting van schoolkinderen. De minachtende woorden en daden gericht tegen immigranten.” Trump die tegen alle verwachtingen in wordt gekozen tot president. Ze vraagt zich vertwijfeld af: “Zal de olijf verdorren? Zullen de bergen sidderen? Zullen de kinderen van de toekomst nooit de zoetheid van broederschap proeven?” Anders dan haar eerdere boeken is Jaar van de Aap eerder een verontrustend dan een troostrijk boek. Smith maakt zich zorgen, niet meer over zichzelf, nu ze in de herfst van haar leven is gekomen, maar voor de wereld, voor haar kinderen en hun kinderen.

Smiths boeken zijn vooral een ode aan overleden vrienden. Just Kids ging over het leven van haar jeugdliefde de fotograaf Robert Mapplethorpe, in M-Train verwerkte ze onder andere het vroege overlijden van haar man Fred Sonic Smith en haar broer Todd. In het Jaar van de aap beschrijft ze de laatste momenten van haar levenslange vrienden: producer en muziekkenner Sandy Pearlman en toneelschrijver en acteur Sam Shepard met wie Smith begin jaren zeventig een verhouding had. Beide heren zijn ziek. Pearlman raakt buiten bewustzijn, Smith zit aan zijn bed, houdt zijn hand vast en denkt aan de tijd dat Pearlman haar als jonge dichteres aanraadde om een band te starten. Ze volgde zijn advies op en werd wereldberoemd met albums als Horses en Wave. Shepard heeft ALS en probeert zijn laatste boek af te ronden. Pearlman overlijdt in het jaar van de aap, Shepard iets daarna. Ook voor de vriendschap was 2016 een zwaar jaar.

Boekenkrant

In oktober van dat jaar treedt Smith op met haar band tijdens de herdenkingsdienst voor Pearlman:

“Ik zong voor Sandy, en de poëzie die vrijkwam was voor hem. Ik aanschouwde zijn stralende glimlach, zijn ijsblauwe ogen, en voelde even die zalige arrogantie die haar mantel over het altaar van opera, mythologie en rock ’n roll uitspreidde. Ik was precies waar hij was, en we stonden, ons bewust van elkaar, voor de afgrond van onherstelbare tragiek.”

Voor de liefhebbers.

Voor het eerste gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: