"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Je bent jong en je rouwt wat

Vrijdag, 13 maart, 2020

Geschreven door: Lisanne van Sadelhoff
Artikel door: Marnix Verplancke

Licht verhaal over sombere tijd

De eerste zin: “Jij gaat hierover schrijven, hè?”

[Recensie] Lisanne van Sadelhoff was vijfentwintig toen ze te horen kreeg dat haar moeder Paola een uitgezaaide darmkanker had en er van genezing geen sprake zou zijn. Het was een kwestie van maanden, van een half jaar misschien. Deze informatie trof van Sadelhoff als een steen in het gezicht. Ze besliste drie weken te stoppen met werken en een tijdje niet maar naar feestjes te gaan, en dan zou ze er wel overheen zijn, dacht ze, maar in plaats van de nakende dood van haar moeder te verwerken, verdrong ze die alleen maar, tot ze uiteindelijk, een half jaar na de dood van haar moeder volledig blokkeerde en in therapie moest. Je bent jong en je rouwt wat is het verslag van die periode, van de bekendmaking van de kanker tot vandaag, want ook al is van Sadelhoff inmiddels gestopt met haar therapie, aan het rouwen is nog geen einde gekomen.

Een boek over een rouwproces, horen we u al denken, maar dit is niet het doordeweekse boek over dat onderwerp. Van Sadelhoff wou immers geen bedrukkend boek schrijven, maar haar onderwerp op een aanstekelijke en toegankelijke manier brengen. Ok, de dood van je moeder is geen pretje, maar daarom moet een ander er ook niet per se depressief van worden. Vandaar de lichte bladspiegel en opmaak van het boek, en de vele spitsvondigheden, zoals het eindeloze spel met de clichés die buitenstaanders tegen je zeggen wanneer je opmerkt dat je moeder net gestorven is en zelfs een poëtische ode opgedragen aan de Oxazepam die van Sadelhoff verlichting bracht.

Haar moeder beschrijft ze als een levenskunstenares die nooit instortte, de wereld perfect op zijn waarde wist te schatten en “Laat lopen die kip” zei wanneer iets niet de moeite waard was. Haar vader is dan weer de groentenkweker wiens gezin niets tekort kwam, net zo min als zijn witlof en komkommerplanten. Een gelukkig koppel was het. Wanneer moeder wietolie kreeg tegen de pijn, stond ze erop dat vader meedeed, en dan gebruikten ze steevast meer dan nodig. Het zijn scènes als deze die dit boek boven het maaiveld uitduwen, waarin tederheid en levenslust het halen op de dood, ook al weten alle betrokkenen dat dit maar voor even is.

Schrijven Magazine

3 vragen aan Lisanne van Sadelhoff

De titel van elk hoofdstuk is een cliché in de trant van Alles went of Ik weet hoe je je voelt. Waarom heb je daarvoor gekozen?

Van Sadelhoff: “Omdat we dergelijke clichés niet zomaar gebruiken. We kunnen er wel een beetje smalend over doen, maar voor mij waren het echt reddingsboeitjes. Het waren niet altijd de dingen die ik wilde horen, maar ze boden wel hoop. Als mensen tegen je zeggen dat de tijd alle wonden heelt, en je moeder is een half jaar dood, dan denk je: wat kan ik daar nu mee? Maar ik hoorde dat regelmatig, waardoor ik veronderstelde dat er wel een kern van waarheid in zou zitten, en daardoor kon ik mezelf herpakken en durfde ik de deur weer uit.”

Je rouwde ook via WhatsApp. Was dat niet wat afstandelijk?

Van Sadelhoff: “Ik vond dat net ideaal. Het was heel veilig om via WhatsApp te zeggen dat ik niet meer wist hoe ik de dag moest doorkomen. Een ander voordeel is dat wanneer je pijn of verdriet hebt, je onmiddellijk iemand kunt appen en je niet moet wachten. Maar de ander kan ook de tijd nemen om te reageren. Je valt er ook niet iemand mee lastig door hem te verplichten meteen te reageren, wat wel zo is als je een vriend of vriendin aanklampt. En ik hoefde ook niemand in de ogen te kijken, wat het voor mezelf een stuk makkelijker maakte. Een lading hartjes in reply is natuurlijk afstandelijker dan een troostende arm om de schouder, maar die arm ging ik uiteindelijk ook wel halen bij vriendinnen. Het ging in stapjes. Eerst had ik WhatsApp nodig voor ik naar mensen toe durfde te stappen en te zeggen: help me, ik help hulp nodig, nu.”

“Ik zal altijd om mijn moeder blijven rouwen,” schrijf je, “Zo lang ik rouw heb ik lief.” Duurt een rouwproces dan geen twee jaar, zoals vaak wordt beweerd?

Van Sadelhoff: “Dat zou je denken, ja, maar verdriet heeft geen houdbaarheidsdatum. Bij elke mijlpaal en elk verdrietig moment in mijn leven zal de afwezigheid van mijn moeder weer terugkomen. Als ik één eigenschap van haar zou dolgraag ook zou willen hebben dan was het wel het gemak waarmee ze dingen van zich af kon laten glijden. Ik kan dat niet, en dus zal ik blijven rouwen. En daar zie ik ook best wel tegen op.”

Eerder verschenen op Knack