"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lupus

Zaterdag, 26 februari, 2022

Geschreven door: Joan de Ruijter
Artikel door: Nico Voskamp

Strak verhaal lepelt lezer de filosofie in

[Recensie] De titel van dit boek zal hier en daar een belletje laten rinkelen. Het is de verwijzing naar “Homo homini lupus”: “De mens is zijn medemens een wolf”. Een uitdrukking uit Asinaria, een toneelstuk van de Romeinse schrijver Plautus die in 271 voor Christus stierf. Een oud gezegde dus, maar actueler dan ooit in onze woelige wereld.

Zo plastisch als elkaar met bommen en granaten bedreigende landen is het hier ook weer niet. Het gaat over geestelijke onenigheid. Of beter, het aftasten van elkaars overtuigingen.

Hoofdpersoon Puck is erg geïnteresseerd in filosofie maar heeft op school last van haar dyslexie. Ondanks dat doet ze mee aan een essaywedstrijd. Zwetend doet ze haar best, weet tegen haar eigen verwachting in de wedstrijd te winnen en krijgt daardoor een aanstelling bij een nieuwe filosofie-universiteit in Spanje. Daar begint het eigenlijke verhaal.

In een oud, tochtig gebouw ontmoet ze haar mede-studenten: Charles uit België, Sinem uit Bulgarije/Turkije, met wie ze een soort van vriendschap krijgt. Het universitaire bestaan blijkt niet veel anders dan het gewone leven: ook hier zijn rangen en standen, hoog- en laaggeplaatsten, radicalen en rekkelijken, kakkers en paupers.

Boekenkrant

Joan de Ruijter beschrijft levendig het studentenleven op de universiteit. De verschillende meningen botsen regelmatig met elkaar, net als de levensstijlen. Studenten als Puck hebben niet veel geld, geen rijke suikerooms, komen niet aanrijden in een Tesla. Anderen wel. Dat vormt een kloof, maar geeft ook ruimte voor discussie. Een discussie die je gechargeerd over goed versus kwaad kan voeren.

Ook in de top van het universiteitsbestuur heerst tweespalt. Professoren Habermas en Claritis met hun haaks op elkaar staande overtuigingen vechten om de macht; een strijd die moeiteloos naar de huidige politiek verplaatst kan worden, naar de kloof tussen linkse en rechtse overtuiging of het verschil tussen complotdenker en wetenschap. De werkelijkheid verbleekt er bijna bij, zo actueel is het verhaal.

Dan hebben we nog de filosofische kwesties. De Ruijter zet die gedoseerd uit, achteloos tussen neus en lippen, terwijl de adolescenten aan het kiften zijn, of gewoon ronduit debatteren. Zo wordt de lezer zachtjes gevoed met impulsen om zelf na te denken, zelf te beslissen wat er in precaire situaties de juiste keus is. Voorbeeldje?

Charles, de kamergenoot van Puck en Sinem, is een avondje close geweest met de kwade genius Claritos, door de studenten consequent Clitoris genoemd. De dames horen hem de volgende ochtend uit:

“’Vertel je beste vrienden eens wat Clitoris gisteren allemaal gezegd heeft.’
‘Ik vind dat jullie niet kunnen beslissen wat ik doe en met wie ik omga. Dat bepaal ik zelf. Ik ben een autonoom wezen.’
‘Kom op Charlie. Je kon Clatiros’ bloed … wel drinken. Tot zeer kortgeleden.’ Sinem keek hem strak aan.
‘Nu niet meer. het is de vraag of ik hem gebruik of hij mij.’

‘Sinem, get a life. Niemand is het absolute kwaad of het absoluut goede. Dat weet jij ook.’
‘Hij kijkt op iedereen neer…. Hij is een übermensch. Geen conflictvermijder. Hij weet precies wat hij wil. Ik mag dat wel…’
‘Zei Kant niet dat je de mens nooit als middel mag gebruiken, alleen als doel op zich?’
‘Kant was een sukkel.’”

We hebben dus tot nadenken stemmende dialogen, recht voor zijn raap-taal, een slimme protagonist, romanfiguren die levendig zijn en dat alles in een spannend, soepel lezend verhaal. De flaptekst meldt dat dit verhaal aansluit bij het boek Denken over democratie, dat de komende jaren zal worden gebruikt ter voorbereiding op het eindexamen filosofie. Hopelijk is dat boek net zo inspirerend als deze fraaie jeugdroman.

Ook verschenen op Nico’s recensies en Tiktok

Lupus