"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Kafka's margarine

Dinsdag, 20 september, 2005

Geschreven door: Jan Stavinoha
Artikel door: Lisa Klomp

Illusionaire metamorfosen

Jan Stavinoha wordt in 1945 geboren te Praag. In 1968 ontvlucht hij Tsjechoslowakije met behulp van een vals paspoort en vestigt zich, na een korte periode in Londen, als muziekleraar in Nederland. In 1982 treedt hij in de voetstappen van zijn ooit eveneens schrijvende vader en debuteert met Praagse Dixieland, een bundeling van twaalf korte verhalen. Twee decennia en zeven romans later waagt Stavinoha zich aan een tragikomische roman tegen de achtergrond van scherpe contrasten tussen het kapitalistische westen en zijn geboorteland: Kafka’s margarine.

Egon Kafka erft zijn vaders margarinefabriek in Tjechië. Tijdens een bezoek aan het vervallen gebouw zakt hij door de grond en wordt begraven onder puin wakker, niet in staat om zich te bewegen. Terwijl hij daar bekneld en gekweld door zijn verlangen naar een knakworst zijn dood afwacht, overdenkt hij zijn leven. De jonge Egon ontvluchtte Tsjechoslowakije ten tijde van de Russische inval en trok als vluchteling door Oost-Europa om uiteindelijk, via omzwervingen in de drugsindustrie, van Amsterdam zijn thuisstad te maken. Tijdens zijn tocht ontmoet hij Helmut Vogel, een Zwitserse natuurkundige, die Egon antwoord geeft op de vraag die hem het meest bezighoudt.

‘Vanaf zijn jonge jaren was hij vooral gefascineerd door die vraag hoe het leven was begonnen. (…) Volgens een van de theorieën,zo had hij begrepen, lag het geheim ergens verscholen tussen de zandkorrels op de donkere bodem van de oceaan. Daar had zich zo’n drieënhalf miljard jaar geleden iets afgespeeld dat ertoe geleid had dat een glibberig schepseltje als een voorloper van de menselijke soort uit de diepte naar het licht omhoog was gestegen. (…) Met het gevolg dat, dankzij die ruggengraat en botten,een figurant als Egon Kafka in staat was om op een theaterfestival urenlang in het donker in de coulissen te staan wachten tot het zijn beurt was om op te komen en ondertussen alle gelegenheid had om zich voor te stellen hoe het leven op aarde was ontstaan.’

Als Egon, tegen alle verwachting in, ontwaakt in een ziekenhuis, is hij zijn gezichtsvermogen tijdelijk kwijt als resultaat van het gruis in de ingestorte fabriek. Door het oogmedicijn dansen er kleuren en vormen op zijn netvlies. Maar daar blijft het niet bij. Al snel krijgt Egon visioenen van de oerknal en de moleculaire processen waaruit de eerste levensvorm ontstaan is. De lezer wordt heen en weer geslingerd tussen semi-wetenschappelijke passages en Egons herstel en terugkeer naar Amsterdam. Hij heeft zijn dromen, over margarine die uit insecten gemaakt wordt, vaarwel gezegd en gaat op zoek naar een nieuwe invulling van zijn bestaan. Bij aankomst in Amsterdam blijkt zijn hospita zijn kamer afgestaan te hebben aan de media. Middels een talkshow werd hij verwittigd van zijn erfenis en in dienst van een televisieserie is hij wederom dakloos. Overgeleverd aan de naastenliefde van zijn buren raakt Egon steeds meer geobsedeerd door zijn visoenen en verliest langzamerhand het contact met de werkelijkheid.

Boekenkrant

Stavinoha toont zich een bedreven vakman en hanteert een vloeiende, consequente schrijfstijl. De auteur construeert het bestaan van zijn hoofdpersonage in haast volmaakte cirkels en dat levert verhaaltechnisch een interessante structuur op. Egon Kafka droomt zijn leven en duikelt van de ene absurd humoristische situatie in de andere, zonder dat de inleving in het plot wordt aangetast. De spanningen tussen het Westen en Tsjechië worden functioneel aangestipt maar blijven dermate aan de oppervlakte dat de roman nergens politiek aandoet.

Het enige manco van Kafka’s margarine is dat de lezer het gevoel krijgt dat de auteur zijn passie voor de natuurkunde liever had gemanifesteerd in een wetenschappelijke publicatie, daar de mythologische passages over het levensbeginsel steeds frequenter en langer worden, waardoor de behoefte door te bladeren moeilijk te onderdrukken is. Wie echter de ietwat droge uiteenzettingen voor lief kan nemen wordt ruim gecompenseerd door een sterke, vermakelijke roman, die het midden houdt tussen een wollige opiumdroom en een vervreemdend nihilistisch vacuüm, en die absoluut de moeite waard is.


Eerder verschenen op Recensieweb

 


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

In goede handen

Kafka's margarine