"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

kLEINE HELLEN

Vrijdag, 11 september, 2020

Geschreven door: Anne Moon Disko
Artikel door: Elisabeth Francet

Vlakgom voor emoties

[Recensie] kLEINE HELLEN van beeldend kunstenaar en auteur Anne Moon Disko (alias Martijn Couwenhoven) opent als een naïef schilderij. Een kind slalomt argeloos tussen strandstoelen met op de achtergrond bolle, witte wolken boven een azuurblauwe zee. Hij loopt langs de vloedlijn, verdwijnt. Zijn zusje staart verstijfd van angst naar de zee, “die nog nooit zo weids en diep en donker was geweest.”

Na Menko’s dood weten de ouders geen blijf met hun verdriet, schuldgevoel en schaamte. Ze gaan uit elkaar en laten hun kinderen achter. Voortaan zijn Vera en Max op elkaar aangewezen. Een kwarteeuw later verneemt Vera dat ze kanker met uitzaaiingen heeft en niet lang meer zal leven. Ze belt haar broer, die op dat moment een kop koffie drinkt op een terras in Dieppe. Zeemeeuwen cirkelen boven zijn hoofd. Spoorslags keert hij huiswaarts.

In sobere taal, schitterend in eenvoud, met korte, krachtige zinnen, zet Disko een helder tableau neer. Lijnen en kleurvlakken. Vervolgens brengt ze laag na laag diepte aan, met ingehouden emotie en nauwelijks zichtbare schaduwen. Disko illustreert de tekst royaal met beletseltekens, als een vlakgom om emoties uit te wissen.

Max en Vera wonen in het huis van hun overleden grootouders. Max is kunstenaar. In zijn atelier met uitzicht op de weilanden schildert hij landschappen. En portretten, maar alleen van Vera. Haar bed staat nu in het atelier. Zoals Max schildert, zou Vera willen schrijven: ‘witte en grijze zinnen waardoorheen kleurige, gedempte herinneringen klinken’. Ze wil haar boek afmaken eer ze sterft.

Boekenkrant

Vera denkt terug aan de mooie tijd bij haar grootouders. De aandacht en geborgenheid. De brooddeegpoppen aan een spijker boven het aanrecht. Haar dansende opa. Max herinnert zich hoe zijn vader hem leerde zo lang mogelijk onder water te blijven in het opblaasbare zwembad in de tuin. Hoe hij bijna verdronk en erover zweeg tegen zijn moeder. Max heeft al sinds zijn zevende het idee dat hij zuinig moet zijn met woorden. Dat ze kunnen opraken. Dan heb je niks meer te vertellen.

Dan is er Monica. Zij helpt in huis en verzorgt Vera wanneer Max lesgeeft. Ze heeft beiden lief. Ook zij tekent Vera, die met glazige ogen op het bed ligt. Max verschuilt zich in het atelier. Hij staart urenlang zwijgend naar buiten. Tussen wat de personages beleven en wat ze vertellen, ligt een grote afstand. Emoties worden ingesnoerd, bevroren of weggegumd.

Op de stoep roken twee mannen een sigaret; de patron opent zijn zaak; houten zeilbootjes met gekleurde zeilen drijven voorbij in de grote vijver van Jardin du Luxembourg.  Disko gebruikt sobere, verstilde taferelen om een verdrongen gevoelswereld op te roepen.

Op haar sterfbed vraagt Vera Max een laatste portret van haar te maken. Max denkt aan een stilleven in blauw, geel en grijs: de kleuren van de intredende dood. Hij heeft het gevoel dat Monica hem zijn zus ontneemt door met haar portretten van Vera te exposeren. Hij moet haar terugnemen eer hij haar voorgoed verliest. Met een ultieme daad wist hij alle onrecht uit. Een grandioze laatste veeg: het schilderij is af.

Schilderkunst meandert door de roman. De karakters blijven vlak als een tweedimensionaal kunstwerk. Het zijn zwijgende, introverte beelden. Herhaaldelijk dacht ik aan een naïeve afbeelding op een koekjestrommel: een dikbuikig mannetje in de deuropening van een kruidenierswinkel; een meisje in rode jurk met een hoepel; een opspringende hond. Diepte schuilt in de plaatsing van de figuren tegen de achtergrond, in hun onderlinge verhoudingen en schaduwen. Niet de afzonderlijke personages en hun dramatiek doen het verhaal leven, wel het geheel: een harmonieus beeld dat sereniteit oproept door beheerste techniek, weloverwogen lijnen en heldere tinten.

Als kind had ik een verzameling koekjestrommels. Ik kreeg er niet genoeg van om naar die kleurrijke, eenvoudige afbeeldingen te kijken en tekende ze nauwgezet na. Mijn geest vond er rust in. Zo ook in dit aanvankelijk naïeve, gaandeweg impressionistische romandebuut.


Eerder verschenen op Geen dag zonder boek