"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Komkommertijd

Dinsdag, 24 april, 2018

Geschreven door: Yvonne Molenaar
Artikel door: Onbekend

Medemenselijkheid

[Recensie] Mijn moeder is 87 jaar en woont nog zelfstandig, in het huis in een stadje in Noord-Limburg, waar ze meer dan vijftig jaar met mijn vader, overleden in 2010, heeft gewoond en waar wij zijn opgegroeid. Elke ochtend komt iemand van de thuiszorg haar helpen met aankleden en ’s avonds met uitkleden. Hierdoor kan mijn moeder zelfstandig blijven wonen en de thuiszorg houdt natuurlijk een oogje in het zeil. De thuiszorgmedewerkers kijken of mijn moeder wel een fitte en gezonde indruk maakt. Is ze helder? Voor mijn moeder is het een fijn begin en een fijn einde van de dag. Het zijn vaak dezelfde mensen, ze maken een praatje, tonen belangstelling. Een van hen is Fatima, een Nederlands-Marokkaanse dame, gescheiden en moeder van een dochter van 12. Fatima is een schatje en helpt mijn moeder waar ze kan. Mijn moeder is erg op haar gesteld. Op de tijd dat haar dochter moet opstaan en ’s avonds haar huiswerk maakt zorgt Fatima onder andere voor mijn moeder en heeft ze geen tijd voor haar dochter. Dochterlief moet het allemaal alleen doen, haar vader is niet in de buurt. En daarom geeft mijn moeder, voormalige onderwijzeres, de dochter nu bijles met Frans en Duits. Elke zaterdag komt Hiba, zoals het meisje heet, twee uur lang naar het huis van mijn moeder om bijgespijkerd te worden, door een bijlesjuf die meer dan 75 jaar ouder is. Dit is driedubbel winst. Hiba haalt voldoendes, mijn moeder heeft weer iets om handen en zo helpt iedereen elkaar, ook nog fijn multi-culti ook. Medemenselijkheid is toch het mooiste wat er is.

In het kleine boekje van pedicure en manicure Yvonne Molenaar Komkommertijd gaat het om dezelfde medemenselijkheid. Molenaar is sinds enige jaren de vaste manicure in een verzorgingshuis waar zeer hoogbejaarde mensen wonen. Ze verwent de mensen, masseert handen, verzorgt en lakt de nagels van de dametjes, geeft de heren een voetenbadje. Bovenal praat ze met hen. De bewoners bloeien op tijdens het gesprek en de behandeling. In het boekje staan een twintigtal portretten van de mensen die Molenaar zo ontmoet. De dame die al haar kinderen verloor, de dame die een agressieve kanker kreeg, maar opgewekt blijft, de vrolijke heer die met zijn scootmobiel in de plomp reed en zich verheugt op een nieuwe. Kleine portretjes van onbekende mensjes, aan het einde van hun leven. Eigenlijk zou elk mens zo’n portretje verdienen. Onwillekeurig denk ik aan het Weeshuis van verlaten verhalen van Annejet van Zijl, waar ze in heel korte schetsen de levens van medelanders beschreef. Kleine geschiedenissen die laten zien dat elk mens de moeite waard is. Yvonne Molenaar doet dat ook, geen verheven gedachten, geen grote verhalen, hele kleine, bescheiden en ingetogen sfeerstukjes over ontmoetingen met gewone mensen op leeftijd. Sympathiek.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Kookboeken Nieuws

Boeken van deze Auteur: