"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lab

Dinsdag, 5 juli, 2005

Geschreven door: Miquel Bulnes
Artikel door: Daan Stoffelsen

Lab is hard, om te lachen

‘1. Op een dag weten we alles en geloven we niets
2. Het is per definitie onmogelijk om aan te tonen dat iets niet kan
3. Je moet niet alles geloven wat je denkt
4. Kunstenaars zijn bang voor wetenschappers omdat de natuur oneindig veel mooier is dan alles wat wij kunnen bedenken
5. Goede en slechte genen bestaan niet
6. Een proefschrift is er om te schrijven en niet om te lezen.’

Lab, het tweede boek van arts/onderzoeker Miquel Bulnes, wordt als een proefschrift voorafgegaan door stellingen. Ze zetten de toon. Niet die van een proefschrift, want stelling 6 sneuvelt al bij de zeer leesbare pagina één, maar die van een boek dat tegendraads geestig is. Lab is een zeer vermakelijk inkijkje in de harde universitaire wereld, in het bijzonder die van het bio-medisch onderzoek.

Jidde Hartman, zelfverklaard cynicus én gelover in de wetenschap, doet onderzoek naar kankermuizen en is daar niet erg succesvol in. Toch moet hij binnen afzienbare tijd een proefschrift presenteren. Door de onwaarschijnlijke samenwerking met een van zijn bizarste collega’s – en hij heeft er behoorlijk wat -, de hiv-muizen-onderzoeker-from-hell Damian Morgenster, lijkt dat alsnog te gaan lukken. Maar dan raakt Jidde, door een slordig artikel en niet-goedgekeurd onderzoek, verwikkeld in universiteitsintriges. En zijn relatie met Charlotte (gereformeerde ouders, overweldigend grote kinderwens) gaat goed fout. En dat terwijl zij nog niet eens weet van zijn affaire met studente theaterwetenschappen Tara, die in alles niet is wat Charlotte is. Die doodzieke ratten zijn lang niet het ellendigste element in dit boek.

Lab is om te lachen. Er gaat veel fout, en steeds meer, en op een gegeven moment wedijvert Jiddes promotie met zijn relatie in toenemende hopeloosheid. De muizen bijten elkaar of de handen die hen voeden, de professoren voeren hun machtsstrijd op het hoogste niveau, de meeste van Jiddes collega’s denken of voelen op het laagste niveau. Wetenschap is politiek, en ook deze politici zijn onverschillig, dom of gevaarlijk. Gelukkig komen ze amper uit het lab. Of uit de vergaderkamer. Of uit de kroeg.

Boekenkrant

‘De alcohol begint beschamend hoge niveaus van eerlijkheid in Damian’s baas los te weken. Hij vertelt over zijn werk voor de industrie en hoeveel salaris hij wel niet heeft ingeleverd toen hij weer universitair ging werken. “Ik ben natuurlijk niet teruggestapt in de academie om een beetje naar de pijpen van Vierklau [het hoofd van het instituut – DS] te dansen,’ verklaart hij.
“Niet?”
“Ik ben hier gekomen…” Hij haalt een hand door zijn haar. “…om de boel óver te nemen.”
“Verwar Frits niet met iemand die gevoel voor humor heeft,” verduidelijkt Damian.
“Ben je echt zo goed als je denkt?” vraag ik.
“Beter nog!” roept Vanderzee. Hij zwaait zijn vuist in de lucht en valt bijna van de kruk. “Vierklau is verleden tijd!” roept hij. “Wacht maar tot je… tot je morgen míjn verhaal hoort.”
“Ik kan mijn ongeduld nauwelijks bedwingen.” ‘

Even later ligt Frits Vanderzee écht naast zijn kruk, en moet Jidde zijn eerdere kwalificatie ‘saaier dan een Duits-Frans woordenboek’ intrekken. Zoals gezegd, Lab is om te lachen. Door een laagje cynisme over de mislukking en veel running gags slaagt het daarin. Mee op vakantie, is de tip van deze recensent. Maar waarschuw uw medereizigers dat ze niet moeten schrikken: Lab is hard, en om te lachen. Om hard te lachen.