"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lanark

Vrijdag, 5 januari, 2018

Geschreven door: Alasdair Gray
Artikel door: Marnix Verplancke

Schotse literatuur op de kaart

De Schotse literatuur was vorige eeuw maar een makke bedoening. Tot Alasdair Gray Lanark schreef en een voorbeeld werd voor illustere brulboeien als James Kelman en Irvine Welsh.

[Recensie] “Denk aan Florence, Parijs, Londen, New York. Niemand die ze voor de eerste keer bezoekt is daar een vreemde omdat hij ze al bezocht heeft in schilderijen, romans, geschiedenisboeken en films. Maar als een stad niet door een kunstenaar gebruikt is leven zelfs de inwoners er niet in hun verbeelding. Wat is Glasgow voor de meesten van ons?” Dat is wat Duncan Thaw zich luidop afvraagt in Lanark, en nog voor zijn gesprekspartner de kans krijgt toe te geven dat hij het niet echt weet, gaat Thaw verder: “In de verbeelding bestaat Glasgow als een variétéliedje en een paar slechte romans. Dat is alles wat we de wereld hebben gegeven. Dat is alles wat we onszelf hebben gegeven.” Dat was dus voordat Alasdair Gray Lanark schreef en daarmee Glasgow voor eens en altijd op de literaire wereldkaart zette.

Duncan is een van de twee hoofdpersonages uit die grandioze roman, een grotendeels op de schrijver zelf gebaseerde jongeling die in Glasgow kunstacademie volgt, moeilijkheden heeft om een relatie aan te knopen met meisjes en steeds meer in zichzelf verzinkt, zowel emotioneel als artistiek. En zijn eczeem en astma doen hem natuurlijk ook geen goed. Duncans eindeloze mastuurbeersessies en eigenzinnige kijk op kunst maken dat hij meer en meer vereenzaamt, op de rand van de waanzin belandt en uiteindelijk zelfmoord pleegt.

Duncans tegenhanger of alter ego is Lanark. Althans dat is toch de naam die hij zichzelf geeft wanneer hij wakker wordt in een trein en die naam onder een foto aan de wand ziet prijken. Wie hij werkelijk is en waar hij vandaan komt, herinnert hij zich niet. Lanark woont in Unthank, de depressieve versie van Glasgow, waar het altijd miezert en nooit echt licht wordt. Hij sluit zich aan bij een groepje tomeloze jongeren die zijn aanwezigheid niet echt op prijs stellen en ook hij krijgt het daardoor moeilijk met zichzelf, wat zich uit in het kweken van schubben over zijn hele lijf. Hij verandert in een draak. Gek, denkt u wellicht, maar het wordt nog gekker wanneer Lanark verzwolgen wordt door een mond die uit de grond steekt en in een ondergronds ziekenhuis belandt waar de zwaksten voedsel worden voor de aansterkenden. Duncan en Lanark zouden wel eens twee zijden van eenzelfde medaille kunnen zijn, besef je al gauw.

Boekenkrant

Alastair Gray, inmiddels 82, studeerde aan de Glasgow School of Art en sukkelde decennialang van het ene baantje in het andere jobje. Hij tekende en schreef en heel de stad wist dat er iets reusachtigs zat aan te komen. Maar het was wel lang wachten, want Gray werkte zo’n goeie dertig jaar aan zijn debuut Lanark dat in 1981 verscheen. De roman bestaat uit vier boeken, twee realistische over Duncan en twee eschatologische over Lanark, en begint meteen met boek drie. Verder komt er vier hoofdstukken voor het einde een epiloog in voor – die op het einde zou misstaan, zoals de schrijver zelf zegt – en heeft Gray zijn boek ook eigenhandig geïllustreerd met apocalyptische tekeningen die ongewild aan het werk van William Blake doen denken: bombastisch, volstrekt authentiek en gedreven door het vuur van een innerlijke passie.

Gray lezen is als een nachtje doorsteken. Je begint wat onwennig met een erudiet boek over Lanark waarin de auteur zijn taal- en ideeënbeheersing illustreert. Daarna komen twee boeken over Duncan. Je drinkt wat meer, geeft je over aan rare seksuele fantasieën en bereikt tegen het ochtendgloren een verzadigingspunt. Je zou beter naar huis gaan, besef je, maar er wacht nog een vierde boek, vol gebral en gejoel, dat eindigt in een kanjer van een kater. Want inderdaad, boek vier van Lanark vereist nogal wat doorzettingsvermogen van de lezer, met zijn ellenlange anarchistische uithalen naar zowat alle gevestigde waarden en politieke partijen.
En toch is Lanark een boek dat je gelezen moet hebben, omdat het zo rijk is, omdat het zo’n fantastisch beeld geeft van Glasgow, omdat het zo belangrijk was voor de Schotse literatuur en finaal omdat het toont dat goede boeken ook weerhaken hebben en dus echt niet altijd lezen als die spreekwoordelijke trein.


Eerder verschenen in De Morgen