"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Langs de afgrond

Zondag, 24 oktober, 2021

Geschreven door: Arnold Heumakers
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Leermeesters van het kwaad

[Column] Het is een goed gebruik in de wereld van denkers en wetenschappers om bij het publiceren van een proefschrift of een ander boek, vakgenoten die belangrijk geweest zijn bij de totstandkoming van het werk, te bedanken. Ik weet niet of Isaac Newton hiermee begonnen is, maar deze natuurkundige en wiskundige had zo’n 350 jaar geleden wel een heel mooie formulering om zijn leermeester te bedanken. Toen Newton op de top van zijn kunnen was en zijn hoofdwerken publiceerde, schreef hij in een brief aan een collega: “Als ik verder heb gezien dan anderen dan was dit doordat ik op de schouders van reuzen stond.” De ‘giants’ waarop de vader van de zwaartekracht doorborduurde waren onder andere Euclides, Descartes en Galilei. Je kunt slechtere leraren hebben.

Bij het lezen van Arnold Heumakers’ laatste boek, Langs de afgrond, het nut van foute denkers, moest ik vaak aan Newtons uitspraak denken. Heumakers, een van de meest belezen en begenadigde essayisten van Nederland, verdiept zich sinds jaar en dag in denkers die niet helemaal sporen met onze liberale, tolerante en democratische zienswijzen. In zijn boek bestrijdt Heumakers het idee dat er een homogene ideologie is in het Westen. De moderniteit heeft diverse politieke gezichten, stelt hij. Tegenover liberalisme en de sociaaldemocratie zijn er nog steeds conservatieve, nationalistische en nog erger, ultrarechtse stromingen, die de laatste jaren weer aan kracht winnen. Wil je onze huidige maatschappij snappen, dan zul je ook kennis moeten nemen van opvattingen van denkers die je niet welgevallig zijn, is Heumakers’ stelling.

En zo presenteert Heumakers ons een even lange als bonte stoet van denkers uit Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en Nederland met conservatieve, nationalistische ultrarechtse (maar ook ultralinkse), racistische, antisemitische, kolonialistische, fascistoïde of nazistische ideeën. Het boek concentreert zich op de afgelopen 150 jaar, met een grote nadruk op de periode voor WOII. Langs de afgrond start met een lang Frans hoofdstuk waarbij Heumakers laat zien hoe de Dreyfus-affaire een splijtzwam betekende in de Franse samenleving en de gelegenheid bood aan nationalistische en rassentheoriedenkers om voet aan de grond te krijgen. (Alfred Dreyfus was een Joods-Franse officier die ten onrechte van hoogverraad werd beschuldigd.) 40 jaar later zou Hitler zich mede laten inspireren door deze Franse voorlopers van het fascisme. Heumakers windt er geen doekjes om. Het is waar dat extreemrechts in Frankrijk nooit aan de macht is geweest, maar “dat wil niet zeggen dat er geen Frans fascisme is geweest”. Daarna maakt Heumakers een lange reis langs Duitse aartsconservatieve en nationalistische denkers, die zo’n twintig tot dertig jaar later actief werden dan de Franse collega’s. Opvallend maar wel logisch zitten er veel oorlogsveteranen van WOI tussen de besproken auteurs. Natuurlijk willen ze de vrede van Versailles wreken en dwepen ze met het militarisme van het Duitse leger. Interessant is de kritiek van mensen als Ernst Jünger op de doorgeschoten techniek, ook in WOI met tanks, vliegtuigen, bommen en gifgas, waardoor in zo’n moderne oorlog geen eer meer te behalen valt. Van die techniekkritiek moest Hitler dan weer minder hebben, zijn oorlogsmachine in WOII was technologie in optima forma.

Heumakers keert in het laatste hoofdstuk nog even terug naar Frankrijk om recentere denkers te behandelen en eindigt, met hoe kan het anders, Michel Houellebecq. Dit hedendaagse ‘enfant terrible’ van de Franse Literatuur schudt graag met onwelriekende ideeën, literair briljant verpakt, de goegemeente wakker.

Pf

Heumakers beschrijft zijn foute denkers gedegen, en volgens mij ook niet helemaal zonder plezier. Hij noemt zijn aanpak de kritische empathie. Kritisch omdat hij een serieuze poging wil doen het foute denken van binnenuit te begrijpen. Dit hoeft niet automatisch tot instemming te leiden. Integendeel.

Een van de voornaamste conclusies van het boek is dat de ideeën die Heumakers beschrijft veel meer gemeen hebben met door ons tegenwoordig breed geaccepteerde ideologieën, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie. Dat heeft volgens Heumakers te maken met de notie van maakbaarheid. Veel van de politieke stromingen van de afgelopen 100 tot 150 jaar gaan uit van de maakbaarheid van de samenleving. Daarom moeten we volgens Heumakers Hitler en Mussolini niet afdoen als een soort eenmalige oprispingen van het diepste kwaad, verre achterneefjes van “Nero, Attila de Hun en Djengis Khan”, maar moeten we ze bestuderen als “revolutionaire leiders, gelovend in de maakbaarheid van de samenleving en strevend naar de creatie van een nieuw politiek en sociaal” systeem.

Terug naar de reuzen van Newton. Heumakers verwijst er zelf soms al naar in zijn boek, maar bij sommige van ‘zijn foute denkers’ heb je echt het idee dat je in het partijprogramma van de voormalige LPF of Forum voor Democratie bent beland. De klaagzangen van destijds Pim Fortuyn en de huidige Thierry Baudet (de PVV is voor dit soort ideeën te plat, en gelukkig maar) over de teloorgang van onze (boreale) cultuur, door egalitarisme, individualisme, vrouwenemancipatie en de toestroom van moslims en vluchtelingen, lijkt direct gehaald te zijn uit boeken van de denkers die Heumakers beschrijft. Baudet zegt zelf hierover dat hij jarenlang onder de invloed van Oswald Spengler stond die met zijn Ondergang van het Avondland ook ver voor WOII applaus kreeg, en terecht een eigen hoofdstuk heeft in Heumakers boek.

Niet alleen integere wetenschappers staan op schouders van reuzen. Ook reactionairen, nationalisten of erger beroepen zich op illustere voorgangers. Hen willen snappen is hun leermeesters bestuderen en proberen te snappen. En vooral analyseren waar ze overeenkomen met ons eigen denken en waar ze verschillen. Als we dat doen, hebben we misschien ook de goede argumenten om de huidige generatie ‘foute denkers en politici’ van repliek te dienen. Met dank aan Arnold Heumakers.

Eerder verschenen in Bazarow Magazine