"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lastige waarheden

Zondag, 17 november, 2019

Geschreven door: Othman El Hammouchi
Artikel door: Marthe Kerkwijk

Over waarheden valt te twisten met deze lastpak

Lastige waarheden van Othman El Hammouchi is een origineel geluid dat dwars door het linksrechtsonderscheid de lezer uitnodigt haar eigen aannames weer eens in een ander perspectief te bezien. Om echt te overtuigen is echter een steviger argumentatief bouwwerk vereist. Maar de negentienjarige auteur is nu al erudiet. Bovendien schrijft hij lekker en bevat dit boek voldoende vragen voor nog minstens vier boeken, dus het zindert hier van belofte. Progressief Europa, waartoe ik mijzelf graag reken, doet er goed aan zich voor te bereiden op de komst van deze jonge conservatieve Vlaamse moslim.

[Recensie] Gelijk op de eerste pagina van de inleiding is duidelijk dat El Hammouchi zijn boek geschreven heeft voor mensen als ik. Zijn stelling luidt dat de kritische theorie van progressieve Marxistische intellectuelen een nieuw evangelie is geworden dat de “instituties die eeuwenlang richting hadden gegeven aan het menselijke leven: gezin, Kerk, natie en traditie” omverwierp maar zelf geen kritiek duldt. Hij hekelt de “betekenisloze pedanterie” waarmee zij dit evangelie wereldwijd verkondigen en wijst op de hypocrisie waarmee alle autoriteit werd afgebroken, enkel om een nieuwe hiërarchie ervoor in de plaats te bouwen met een nieuwe, zogenaamd kritische, intellectuele elite. In naam van gelijkheid onderdrukten zij elk genie en behandelden ongelijken als gelijken, wat volgens El Hammouchi net zo onrechtvaardig is als gelijken als ongelijken te behandelen, want het leidt tot een “tirannie van het proletariaat.” Omdat deze “culturele dictatuur” geen kritisch zelfonderzoek toelaat, belooft El Hammouchi in zijn boek een aantal dogma’s eens op de schop te nemen, want daar is de pedante marxistische elite wel aan toe. Met dit retorische vuurwerk zijn we op de derde pagina beland; het boek moet nog beginnen. Dat belooft wat.

Ideaal proefkonijn
Welnu, laat ik voor ik mijn oordeel over dit boek uiteenzet eerst kleur bekennen. De marxistische progressieveling die hier het mikpunt is van El Hammouchi’s kritiek, de volgeling van de Frankfurter Schule, de voorstander van een kritische houding die bij hoog en bij laag beweert alle tradities en instituties in twijfel te trekken, dat ben ik. Dat maakt mij enerzijds de ideale recensent van dit boek. Immers, om te testen of El Hammouchi slaagt in zijn opzet – linksprogressieve dogma’s, mijn dogma’s, op de schop nemen – ben ik het ideale proefkonijn. Anderzijds is het voor een zelfverklaard links-progressieve recensent een uitdagende taak om het ‘principle of charity’ in acht te blijven nemen bij het beoordelen van het boek van een zelfverklaard rechts-conservatieve auteur. Hoe ontvankelijk ben ik voor zijn argumenten? Ik laat die twijfel aan u.

Genoeg over mij, we gaan verder met onderhavige boekbespreking. Slaagt El Hammouchi erin de dogma’s die hij aankaart in twijfel te trekken? Ik vrees dat daar meer voor nodig is dan dit boek. Zijn betoog komt over als een lappendeken: hij refereert losjes aan een breed assortiment denkers en historische ontwikkelingen en haalt daaruit de elementen die hem aanspreken. Maar hoe interessant en leerzaam zijn brede kennis ook is, door het gebrek aan diepgang blijven veel vragen onbeantwoord. Een voorbeeld: waarom is het net zo onrechtvaardig om ongelijken als gelijken te behandelen als om gelijken als ongelijken te behandelen? Dat kan alleen als je aanneemt dat mensen op relevante manieren ongelijk zijn, zodat een ongelijke behandeling gerechtvaardigd is. Maar linkse gelijkheidspredikers ontkennen precies dat. Zij weten ook wel dat sommige mensen beter kunnen sporten/schilderen/ denken/schrijven dan anderen, maar stellen dat alle mensen ondanks die verschillen op een fundamenteel niveau gelijken zijn en dus in gelijke gevallen gelijke behandeling verdienen. Natuurlijk kun je het met die aanname oneens zijn, bijvoorbeeld in navolging van Nietzsche, maar dat behoeft toch wat meer argumentatie, wil het de overtuigingen van een links-progressieve cultuurdictator doen wankelen.

Boekenkrant

Zo is er nog wel het een en ander op het boek af te dingen. El Hammouchi’s argument zou aan kracht winnen als hij zijn opponent minder karikaturaal zou afschilderen en als hij zich zou beperken tot één thema, zodat hij daar een diepgaander argument over kan ontwikkelen, in plaats van de vier die hij in dit boek aansnijdt. Ook zou ik hem aanraden een handvol relevante filosofen te kiezen en zich terdege tot hun werk te verhouden in plaats van dozijnen denkers op oppervlakkige wijze als voorbeeld aan te halen zonder hun argument weer te geven. ‘Name dropping’ is immers minstens zo pedant als het kritiekloos verkondigen van de linkse evangelie.

Denken dat prikkelt
Maar eerlijk is eerlijk, El Hammouchi’s retoriek – linkse progressievelingen een beetje belachelijk maken door een breed register aan historische en filosofische wetenswaardigheden tegen hen te gebruiken – maakt het boek wel smeuïg. Rechts-conservatieven zullen bij het lezen ongetwijfeld hun eigen ergernis herkennen over wat die arrogante linkse blaaskaken zo onuitstaanbaar maakt en links-progressieven zullen het lezen met een mengeling van zelfspot en opwinding. Het boek is daardoor uiterst prikkelend. Of je het nu eens of oneens bent met de auteur, je zult de neiging moeilijk kunnen weerstaan je actief tot zijn stellingen te verhouden.

Dat is een eerste reden waarom ik aanraad dit boek te lezen. Maar de voornaamste reden is wel dat we het betoog van El Hammouchi maar beter serieus kunnen nemen. Hij voldoet namelijk aan geen enkele stereotypering. Hij is een orthodox moslim die zijn geloof actief praktiseert en verdedigt en hij is tegelijkertijd een Vlaming die culturele assimilatie van moslims in de Vlaamse cultuur voorstaat. “Ik kleed mij gelijk een Vlaming, ik gedraag mij gelijk een Vlaming, ik spreek gelijk een Vlaming, en ik ben een orthodox moslim”, zei hij toen ik hem tijdens een debat vroeg hoe de Islam past in een Europese cultuur. Hij maakt een sterk onderscheid tussen cultuur en religie en stelt een islamitische haskala voor – naar analogie met de joodse haskala – waarbij moslims door een breed historisch, wetenschappelijk en filosofisch besef een verlichting doormaken om zo integratie in Europese culturen mogelijk te maken. Dit stelt hij tegenover het in zijn ogen naïeve multiculturalisme, het idee dat verschillende culturen vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan. Het dogma dat hij hiermee – terecht! – betwijfelt is er een dat onder zowel linkse multiculturalisten als rechtse nationalisten gangbaar is, namelijk het idee dat moderne verlichtingsidealen in strijd zijn met orthodoxe religie, orthodoxe Islam in het bijzonder. El Hammouchi’s idee dat de Islam, als religie, geen enkele moslim zal tegenhouden een moderne liberale cultuur te omarmen is niet nieuw, maar de gedachte is interessant en hoopvol genoeg om nogmaals in heldere bewoordingen voor het voetlicht te brengen door iemand die precies die gedachte belichaamt. Bovendien is zijn argument seculier en onafhankelijk van enig beroep op bronnen die alleen voor moslims gezag hebben. Dit geluid is links noch rechts, maar zeker emancipatoir en als het aan mij ligt neemt iedereen er kennis van.

Een boek vol boeken
Naast het hoofdstuk ‘de moslimkwestie’ zijn er nog drie hoofdstukken over de uiteenlopende onderwerpen onderwijshervorming, het geloof in God in een moderne wereld en wereldpolitiek. Elk van deze hoofdstukken bevat een op zichzelf staand argument en had eigenlijk wat mij betreft een apart boek verdiend. Dat zou de diepgang ten goede zijn gekomen. Ik heb zelf ooit eens een mislukte poging gedaan te promoveren op de compatibiliteit van religieuze argumenten in een moderne democratie en na zestigduizend woorden had ik slechts het probleem in kaart gebracht. Het korte hoofdstuk over dit onderwerp in het toch al niet zo dikke boek dat ik hier bespreek kan helaas niet meer leveren dan enkele prikkelende stellingen. De argumenten waarop die stellingen impliciet rusten zouden nu juist interessant zijn.

Hetzelfde geldt voor zijn voorgestelde onderwijshervormingen en zijn machtsrealisme als het gaat om geopolitieke kwesties. Het is een ding om de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als naïef weg te zetten, het is nog iets anders om die stelling te staven met argumenten. Het is een ding om te verklaren dat er geen impliciet sociaal contract van kracht is tussen staten – voor een sociaal contract is een begrensd territorium noodzakelijk: de staat – maar het is iets anders om een overtuigend argument te leveren dat elke notie van rechtvaardigheid in internationale kwesties overbodig maakt zonder in absurditeiten te vervallen.

El Hammouchi maakt indruk met zijn prikkelende stijl, zijn klare stellingname en zijn brede historische en filosofische kennis, maar om echt te overtuigen zijn goed ontwikkelde argumenten noodzakelijk. Argumenten die serieus ingaan op de beste argumenten van de gekozen tegenstander zonder die als naïef of belachelijk weg te zetten. Ik heb goede hoop dat die argumenten nog zullen volgen. El Hammouchi is jong en veelbelovend. Misschien lukt het hem niet de door hem gehekelde dogma’s omver te werpen, hij maakt ze in elk geval minder comfortabel en ik heb zo’n voorgevoel dat zijn echte werk nog moet beginnen. Lees daarom dit boek als een inleiding tot toekomstige werk en wees gewaarschuwd voor een eloquente vertegenwoordiger van een generatie Europese doch nationalistische, liberale doch conservatieve, rechtse doch hervormingsgezinde, autoriteitsgetrouwe doch emancipatoire moslims.

Eerder verschenen in iFilosofie