"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lenny the Giant

Zaterdag, 21 december, 2019

Geschreven door: Peter de Zwaan
Artikel door: Anneke van de Vrede

Vlot geschreven thriller is even spannend als grappig

[Recensie] Lenny the Giant is de zesde misdaadroman met einzelgänger Jeff Meeks, naar eigen zeggen “geen vluchter maar een ontwijker”. Het boek begint op het moment dat hij tijdens zijn eerste klus als lijfwacht neergeschoten is. 

De vraag rijst wie het doelwit van de beschieting was: hijzelf of de persoon die hij moest beschermen, vastgoedmakelaar Gene Davison. Meeks heeft genoeg mensen tegen de haren in gestreken, dus hij wil graag weten of één van hen het nu wellicht op zijn leven gemunt heeft.

Onderzoek op eigen houtje

Wie zich ook afvraagt hoe de vork in de steel zit, is Mavis Davids, de secretaresse van Davison. Zij heeft door haar jeugd in een zwarte armoewijk een hekel aan geweld, ze kan het niet uitstaan dat het geweld haar inhaalt in haar nieuwe leven als zelfstandige vrouw met een baan en een appartement. Op eigen houtje gaat zij op onderzoek uit.

Jeff wordt in zijn zoektocht naar de toedracht van de schietpartij bijgestaan door Little Levy en Lenny the Giant, zijn buren van het trailerpark in Louisiana waar hij tijdelijk is neergestreken. Anders dan hun namen doen vermoeden, is Levy een grote vent met een dikke buik en Lenny een “klein mens”. Samen doen ze aan dwergbowlen.

Pf

Behoeden voor misstappen

Levy is niet de slimste, maar beschermt Lenny met zijn fysieke aanwezigheid. Het feit dat hij niet vies is van geweld, helpt daarbij. Lenny is dan wel klein van stuk, maar beschermt Levy geestelijk door het denkwerk voor hem te doen en hem zo te behoeden voor al te grote misstappen.  Jeff trekt dan ook de conclusie dat Lenny geestelijk een stuk langer is dan hij. Eigenlijk is Lenny de moeder, die hij nooit gehad heeft, en vormen ze met hun drieën een soort gezinnetje.

White trash

Al lezend dringt de term ‘white trash’ zich op. Het verhaal zit vol personen die zich aan de zelfkant van de maatschappij bewegen. Armoede, geweld, alleenstaande moeders, mannen met gouden kettingen en kale koppen, grote oude auto’s, veel blikjes bier en het trailerpark waar ze wonen, dat oogt “alsof het zelfs op een stralende dag eindeloos motregende, met flarden mist in de minuten waarin het droog was”, versterkt dat gevoel alleen maar.

Zelfkant van de Amerikaanse maatschappij

De hoofdstukken in het boek zijn afwisselend vanuit het perspectief van Jeff Meeks geschreven, in de ik-vorm, en vanuit Mavis Davids, in de derde persoon. Dat maakt het verhaal levendig.  De dialogen zijn gortdroog en daardoor grappig. Het verhaal is vlot geschreven en spannend en kent diverse wendingen, waardoor het lang onduidelijk blijft hoe het nou eigenlijk zit. Als lezer kijk je uit naar de ontknoping. Niet voor niets dus dat Peter de Zwaan al achtmaal genomineerd is voor de Gouden Strop en hem ook een keer heeft gewonnen.

Het leukste aan dit boek vond ik het gegeven dat de mannen dan wel stoer lopen te doen  (ze  intimideren, bedreigen, vechten en schieten), maar dat de vrouwen eigenlijk het verhaal dragen. Met een glansrol voor Lenny.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles