"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Leven en werk van Ludwig Wittgenstein

Zondag, 13 februari, 2022

Geschreven door: Bert Keizer
Artikel door: Tanny Dobbelaar

Een bedrukte denker

De auteur

[Recensie] Trouw-columnist Bert Keizer (1947) is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Hij kreeg in 1994 bekendheid met Het refrein is Hein. Daarna volgden vele publicaties, vaak op het snijvlak van filosofie en geneeskunde, waaronder het essay Reis om de dood; van as tot ziel (2019).

Het boek

Leven en werk van Ludwig Wittgenstein bevat drie biografische hoofdstukken die worden afgewisseld met hoofdstukken over achtereenvolgens de Tractatus Logicus-Philosophicus, de Filosofische Onderzoekingen en Over zekerheid. Van de Tractatus, inmiddels honderd jaar oud, zijn onlangs twee nieuwe Nederlandse vertalingen verschenen (bij uitgeverijen Boom en Octavo). Keizers boek werd 22 jaar geleden al een keer uitgegeven en is nu afgestoft en bijgewerkt.

Foodlog

Onze problemen zijn opgelost

De Eerste Wereldoorlog is nog in volle gang wanneer Ludwig Wittgenstein (1889-1951) de Tractatus schrijft. Hij is ook vrijwilliger in het leger, eerst in een reparatiewerkplaats, later aan het front. In de herfst van 1918 belandt hij als krijgsgevangene in Italië. De Tractatus is dan voltooid. Hij schrijft aan zijn leermeester Bertrand Russell: ‘Ik geloof dat ik onze problemen heb opgelost’.

Wat waren die problemen dan? Bert Keizer legt het zelf veel beter uit, maar in een notendop: wat kunnen we zinvol over de wereld beweren? In zeven stellingen (met daarbij vele substellingen) poneert Wittgenstein wat een bewering zinvol maakt. Wie dat weet, begrijpt dat het onuitsprekelijke zich slechts toont. Zie de vaak geciteerde stelling 7: ‘Waarvan men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen’.

Problemen opgelost! Die overmoed en stelligheid gingen bij Wittgenstein gepaard met diepe depressies. Hij werd geboren in Wenen, als jongste van acht kinderen, waarvan twee zonen zelfmoord pleegden. Zijn vader had fortuin gemaakt in de staalindustrie. De Joodse familie hoorde tot de hoogste culturele elite van Wenen.

Ludwig worstelde zijn hele leven met de vraag of hij wel een goed mens was, misschien ook vanwege zijn homoseksualiteit. Hij schonk zijn fortuin weg aan zijn zus, werd vrijwilliger in het leger, en werd na de oorlog onderwijzer op het platteland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een tijd hulpje in een Londense ziekenhuisapotheek. Zijn broer en zussen zaten nog steeds in Wenen. Om deportatie te voorkomen betaalden zij miljoenen aan de nazi’s.

Wittgensteins Filosofische Onderzoekingen kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog tot stand. Hij was toen al hoogleraar in Cambridge, maar de academische wereld beviel hem slecht. ‘Er is hier geen zuurstof.’ Hij bleef zijn leven lang spelen met het idee geneeskunde te gaan studeren.

In de onderzoekingen ontmaskert Wittgenstein eveneens illusies die ontstaan door taal. Zoals het idee dat we een geest hebben. Of dat we intenties hebben. Of dat woorden strikt verwijzen naar de dingen. Nee, de betekenis van woorden toont zich slechts in hun gebruik.

Citaat

“Bij ‘betekenis’ denken we trouwens te vaak alleen aan woorden. Wat betekent een zakdoek? Nou, als je er kribbig eentje overhandigd krijgt betekent het dat je je neus moet snuiten. Als iemand je er heel voorzichtig eentje aanbiedt, betekent het dat ze je verdriet begrijpt. Maar de betekenis van zomaar een zakdoek valt niet te verzinnen door hem te bestuderen. Hij moet het leven in, er moet een tafereel omheen, anders blijft hij niks.’’

Reden om dit boek niet te lezen

Kenners van Wittgensteins werk ontdekken niet veel nieuws. Sommigen zullen het jammer vinden dat Keizer het leven en werk van Wittgenstein apart van elkaar behandelt. Juist die verweving is zo interessant! Wittgenstein schreef zijn Tractatus immers in een Weense cultuur waarin ook de architectuur, schilderkunst, psychoanalyse en muziek kritiek leverden op de versluierende tierelantijntjes van de Weense burgerlijke cultuur.

Reden om dit boek wel te lezen

Deze kritiek is wat flauw. Keizer waarschuwt immers al in het voorwoord: “Dit boek is slechts een pad door Wittgenstein, het biedt geen panorama”. Op dat pad vind je verrassende, vaak grappige formuleringen, in een nuchtere, gelukkig weinig eerbiedige stijl. Keizer biedt een heerlijke introductie op het leven en werk van deze getroebleerde filosoof.

Eerder verschenen in Trouw en op Tanny Dobbelaar

Boeken van deze Auteur: