"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Levensdraden

Donderdag, 15 oktober, 2020

Geschreven door: Clare Hunter
Artikel door: Marcel Hulspas

[Recensie] De Eerste Wereldoorlog heeft een miljoen Britse soldaten het leven gekost. Twee miljoen soldaten keerden invalide huiswaarts. Natuurlijk werd er alles aan gedaan om deze ‘heroes’ te helpen een nieuw bestaan op te bouwen, zo goed en zo kwaad als dat ging. Velen waren verminkt, verblindt of zwaar getraumatiseerd. Opleiding en therapie gingen hand in hand.

Een van de populairste vormen van ‘arbeidstherapie’ (het begrip ontstond toen) was handwerken. Dat was rustgevend, afleidend, ieder kon het op zijn eigen tempo, en het was gezellig, of beter (want dat mistten de veteranen erg) ‘kameraadschappelijk’. Bestuur en vrijwilligers van de Royal School of Needlework boden massaal hun diensten aan. Nette dames en doortastende huisvrouwen kwamen op bezoek, naald en draad in de aanslag. En allerlei organisaties kwamen met opdrachten voor wandkleden, tafelkleden, en geborduurd linnengoed. Het bestuur van de St Paul’s Kathedraal gaf 130 veteranen de opdracht een altaarkleed te maken voor de viering van Dankdag in 1919. En zo waren er nog veel meer.

Het altaarkleed verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog. Jarenlang werd gedacht dat het ‘dus’ wel bij een bombardement verloren zou zijn gegaan maar enkele jaren geleden dook het weer op, en inmiddels is het gerestaureerd. Het is prachtig, schrijft Clare Hunter. Ze geeft een gedetailleerde beschrijving van het altaarkleed, dat driekwart eeuw ergens in een kast lag te vergaan. Ze wilde meer weten over het handwerk van de gehandicapte veteranen. Er zouden toch kasten vol werkstukken te vinden moeten zijn, verslagen van bijeenkomsten en krantenberichten.

Ze zocht en zocht. De oogst was heel mager. Ze stuitte op een vereniging, de The Disabled Soldiers’ Embroidery Industry, en een naam: Ernest Thesiger. Ooit gevierd acteur, daarna vrijwilliger aan het westelijk front. Een voltreffer verwoestte de schuur waarin hij en enkele kameraden zich schuil hielden. Een neerstortende balk verbrijzelde zijn beide hand. Hij had geluk; zijn kameraden werden verpletterd en schreeuwden om hulp. Hij kon niets doen. Ze stierven. Thesiger keerde huiswaarts, waar hij volgens een verdwaald krantenbericht benoemd werd tot ‘Eresecretaris Kruissteek’ van The Disabled Soldiers.

Boekenkrant

Thesiger wijdde zijn verdere leven aan borduren. Hij schreef twee boeken. Die zijn er nog. Op YouTube is nog een filmpje te vinden, een stukje Pathé-nieuws, waarin hij zijn werk toont. Gelukkig maar. De rest is weg.

Levensdraden van Clare Hunter is een bijzonder boek. Het is bij mijn weten de eerste ‘geschiedenis’ van het weven, borduren en handwerken. Of beter, een eerste poging om een dergelijke geschiedenis te schrijven want zoiets is eigenlijk onmogelijk. Zoals bovenstaand voorbeeld aangeeft is er bijzonder weinig bewaard gebleven. Vrijwel alles van deze fragiele kunstvorm is vergaan, vaak omdat het bewust werd verwaarloosd. Het was ‘maar’ vrouwenwerk, versiering. De ondertitel ‘Een geschiedenis door het oog van de naald’ is grappig maar dat kan Hunter niet waarmaken.

Ze doet haar best, de bekendste stukken en beroemdste voorbeelden komen voorbij. Maar al met al komt ze slechts sporadisch over de Britse grenzen – en blijft ze ook vaak hangen in her native Scotland. Het zij haar vergeven. Hunter is ook geen historica; haar belangstelling voor dit ‘vrouwenwerk’ is het gevolg van haar activistische achtergrond, die in het boek ook regelmatig doorklinkt.

Hakend en breiend voor de goede zaak ontdekte ze dat ze deel uitmaakte van een diepe traditie. Riddervaandels, wandkleden, nationale vlaggen, vaandels van vakbonden, spandoeken van suffragettes, van vredes- en klimaatdemonstranten, ze komen allemaal voorbij. Net als merklappen die een dramatische boodschap bevatten, kilometers breiwerk om het Witte Huis te ‘omsingelen’ en immense Quilts om de Aidsslachtoffers te herdenken.

Steek na steek, draad na draad, werkten honderden nijvere handen aan de schepping van een dierbare herinnering en een krachtig signaal – dat na gebruik echter maar al te vaak werd afgedankt. Keer op keer beschrijft Hunter hoe ze zélf op zoek gaat, en in stoffige magazijnen stuitte op stoffige koffers, kisten en kratten. Nee, de eigenaar had geen idee wat erin zat. Ze bleken gevuld met het kleurige, glimmende kwetsbare eindresultaat van engelengeduld, uit een ver verleden. Hunter heeft een eigen onderzoeksveld geopend, waarbij we mogen hopen dat ze die draad nog lang zal kunnen volgen.

Eerder verschenen op Sargasso