"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lichamen

Dinsdag, 15 februari, 2022

Geschreven door: Peter Verhelst
Artikel door: Marnix Verplancke

Het belang van stiltes

De eerste zin

“Er was eens zwart.”

Recensie

Een man dwaalt door een verweerd flatgebouw. Het staat al jaren leeg en lijkt plots verlaten te zijn. Er liggen immers nog overal conserven met voedsel. De woonunits zijn opengebroken en overhoop gehaald. Ramen zijn stuk, overal zit vocht. Er groeit mos op de muren en hier en daar ook grote kelkvormige planten die aan lampenkappen doen denken. De man klopt op wanden, zoekt lege holtes. Het levert hem geld, juwelen en zakjes drugs op, maar hij steekt alles terug. Wat heeft dit te betekenen? Peter Verhelsts novelle Lichamen lijkt in een post apocalyptische wereld te spelen, waarin troepen honden de straten onveilig maken en de mens een wolf is voor zijn soortgenoten. De man waarrond alles draait, is gewapend en bijzonder op zijn hoede. Achter iedere deur kan een beer schuilen, of een andere man. Waar hij is weten we niet, al doet het denken aan een gecontamineerde zone à la Chernobyl. Op het platteland rond de stad wachten een paar oude vrouwtjes eenzaam op hun dood. Hoe hij er gekomen is weten we wel. Met een taxi, leren we, waarna de man even later zijn verhaal verandert, want de chauffeur wou hem voor geen geld naar het flatgebouw brengen. En zo krijgen we nog een paar versies te lezen, steeds gewelddadiger. “Waar ben je?” fluistert van tijd tot tijd een stem. Het is een vroegere geliefde, die de man laagje na laagje een verhaal geeft, waarbij hij een voorbeeld neemt aan iemand die jarenlang gegijzeld werd en die, om zijn geest levend te houden, in gedachten zijn huis helemaal afbrak en weer opbouwde. En dan vindt de man lichamen. Ze ademen niet meer, maar ze zijn ook niet in staat van ontbinding.

Boekenkrant

Lichamen bestaat uit korte tot ultrakorte scènes, soms maar een paar zinnen lang. Het zijn foto’s gemaakt van woorden. De lens gaat open en weer dicht. Wat niet getoond wordt lijkt soms belangrijker dan wat je wel te zien krijgt. Zoals wel vaker bij Verhelst lijkt zijn boek een zoeken naar de kern van het numineuze in ons bestaan, het mysterium tremendum et fascinans, dat tegelijkertijd aantrekt en afstoot, zoals de miljarden cicaden die eens in de zeventien jaar uit de aarde kruipen en die hij beschrijft als “wriemelende, piepkleine, roodogige, gevleugelde, krijsende embryo’s van een gemuteerde mensensoort”.

Drie vragen aan Peter Verhelst

Je hoofdpersonage overschrijft zijn herinneringen onophoudelijk door nieuwe versies ervan. Doen we dat niet allemaal?

Verhelst: “Dat overschrijven wordt gebruikt in de traumabestrijding. Het idee is om het trauma te vervangen door een draaglijker verhaal. Wij doen dit inderdaad constant, en niet alleen met herinneringen. Ook wanneer we in de spiegel kijken, doen we dat steeds vanuit de hoek die het minst ondraaglijke beeld oplevert. Dat is ook zo met verhalen. Een jaar of tien geleden zaten mijn vrouw en ik in de Wadi Rum-woestijn in Jordanië naar de volstrekt hysterische sterrenhemel te kijken. Daar distilleren wij sterrenbeelden uit, dacht ik toen. Het is een manier van samenhang zoeken en betekenis geven. Zo maken ook wij constant verhaaltjes, die na een tijd vervangen worden door andere, maar zonder die verhaaltjes kunnen we niet leven.”

Waarom vind je stiltes in een tekst zo belangrijk?

Verhelst: “Ik wou dat dit in het echte leven ook zo was, dat er minder gebabbeld werd. Ik heb de stilte leren waarderen door in Gent op het Sint-Baafsplein te zitten, toen ik nog in het NTG werkte. Ik zat daar, hoorde niemand, maar zag duizenden dingen gebeuren. Hetzelfde probeer ik in Lichamen te doen, beelden tonen, net lang genoeg zodat ze tot rijping kunnen komen in het hoofd van de lezer. In de literatuur wordt er al te vaak geleund op psychologie, terwijl beelden voor mij veel belangrijker zijn. En de stiltes ertussen natuurlijk, omdat anders je verbeelding vernield wordt. In de toekomst wil ik nog vaker zo schrijven. Misschien hou ik dan nog vier bladzijden over, met op iedere bladzijde een woord. Dat is de ultieme droom.”

Heb je het belang van stiltes ook niet ontdekt door toneel te schrijven? Daar zijn pauzes toch ook essentieel?

Verhelst: “In mijn ideale theatervoorstelling worden misschien nog drie zinnen gezegd. Voor de rest zie je zaken gebeuren, en dat hoeft niet veel te zijn. Soms maar een hoofd dat naar opzij neigt en kijkt. Dans is voor mij de meest inspirerende kunstvorm. Tijdens een goede voorstelling verander ik in een bruistablet. Lang geleden ging ik naar Meg Stuart. Ik werd gewoon zot. Daarna ben ik al zingend naar huis gereden en heb ik dertig bladzijden van Tongkat geschreven. Zo werkt dat bij mij. In Tongkat speelt een meisje viool op haar buik. Dat was Meg Stuart die viool speelde op haar navel.”

Eerder verschenen in Knack

Boeken van deze Auteur: