"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Loslopen

Vrijdag, 1 november, 2019

Geschreven door: Laura van der Haar
Artikel door: Jurgen Timmermans

De avonturen van Laura van der Haar en hondje Takkie

[Recensie] Wanneer Suske en Wiske zich in het eerste plaatje vervelen vraagt tante Sidonia waarom ze niet op avontuur gaan, las Laura van der Haar in de strips, en dat is wat ze zelf ook doet: op avontuur gaan, samen met haar hondje Takkie. Daar kwam de bundel Loslopen uit voort. In de stukjes in deze bundel, van vaak twee tot drie bladzijden verhaalt Van der Laar over deze avonturen. Hoe ze bijvoorbeeld in de trein stappen naar zomaar een stad waar ze samen uitstappen, of gewoon naar het park gaan –de partykots ontwijkend, omdat anders Takkie hard gaat op de amfetaminen –, of met de auto die in een bocht stilvalt naar Schiphol; alles wordt een bijna-altijd-vrolijk avontuur.

Zo toont ze een leven vol onverwachte wendingen en ontmoetingen, haast net zo onbezonnen als hondje Takkie gaat ze door de wereld snuffelen. En dat is opmerkelijk, want ze heeft een onrustig hoofd zoals dat noemt, vol angsten en onzekerheden; ze blijft maar malen en blijft wakkerliggen. Sommige mensen hebben slaapproblemen, “ik heb mijn hoofd. Waarmee ik mijzelf helemaal gek heb gedacht.” Een hoofd dat altijd alles denkt, alleen al over haar buren: “oh nee buren! Zie je wel hier zitten ook buren en ze leven en daar maken ze geluid bij oh nee de hel zie je wel zie je wel.” Angsten en gepieker, ze probeerde van alles om het te stoppen: de meditatie-app werkte niet, maar haar Lynchbrilletje dat “alles naast pijnlijk of verdrietig in ieder geval óók nog absurd en wonderbaarlijk maakt,” werkte nog het best. Tot ze Takkie had. Want zij leerde haar snuffelen en het leven misschien wat vaker gewoon maar te leven. Samen met Takkie komt ze onbevooroordeeld snuffelend altijd wel mensen tegen: er is de buurjongenjunk die per ongeluk haar fietst steelt en nu voor eeuwig bij haar in het krijt staat, de buurmeisjes die dol zijn op Takkie, en de baas van de gejatte vechtershond Brownie waar Takkie natuurlijk enthousiast nieuwsgierig op af huppelt, en Laura moet mee.

Gelukkig gaat dit niet ten koste van haar observatievermogen, want met dat hoofd dat nooit stilstaat blijft ze altijd en scherp observeren. Het resulteerde naast al die avonturen in een lang lint van kleine observaties onderaan elke bladzijde, want alles valt haar op: “Het geluid dat sommige mensen maken nadat ze een slok van iets nemen; khaaaaah. Jongens met platte achterhoofden. Een pretpark op maandag. Sportveldverlichting die ’s nachts het gras zo mooi groen maakt. Een zongebruinde man met een gouden zegelring die in twee nette happen een Snickers verorbert. Een remise voor graafmachines.” Haar hoofd gaat maar door.

Archeologie Magazine

Na het unheimische en jaren negentig boek Het wolfgetal over een fascinerende pubermeidenvriendschap die onherroepelijk moest escaleren, waarmee zij vorig jaar overtuigd debuteerde, is Loslopen duidelijk van een ander kaliber. Haar taal dartelt haast in dit vrolijke boek, alsof ze alles losliet en lekker ging schrijven. Deze stukjes zijn humorvol en lichtvoetig, ze lezen lekker weg, hebben vaart en roepen regelmatig een glimlach of zelfs een bredere lach op. Toch is het jammer dat die dartele taal en toon het serieuze soms in de weg zitten. De lichtvoetigheid krijgt geen tegenwicht van haar bestaan als archeologe en schrijfster, Loslopen krijgt daardoor het karakter van die Suske en Wiskes met alleen avonturen. Alleen die verschrikkelijke gebeurtenis aan het begin en haar herhalende bokslessen waar ze zich leert verdedigen en haar weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroot, tonen een serieus onderwerp, al blijft haar toon lichtvoetig en dartelt haar taal door:

“Het is jij of ik.
We gaan voor de complete knockout.
Hiermee haal jij niemand neer hoor.
Pats. Zie je? Niks.
En nu boeeeeemmmm! Zie je hoe je vloog?
Opstaan.”

En ook in die verschrikkelijke gebeurtenissen die de overval en moord op haar buurfietsenmaker Temel Kobya zijn, zoekt ze lucht. In het moment waarin ze voor het eerst in haar leven een bos bloemen op de stoep legt, vijlt ze het scherpe randje weg door scherp op te merken dat deze vele bloemen het misschien 0,001% minder verdrietig maken. En in de knipoog in de boodschap die ze – met die perfecte spelfout van een basisschoolkindje – op haar kaartje kopieert: “Dag lieve fietsenmakker.” Het moet wel leuk blijven.

Maar het mooiste – en eigenlijk ook het belangrijkste – stukje bewaart ze gelukkig tot het laatst: hoe Takkie heel per ongeluk opeens in haar leven terechtkwam en de avonturen begonnen. Vreemd dat Laura van der Haar maar heel soms jaloers is op haar leven, want deze dartele bundel vol luchtige avonturen is nochtans jaloersmakend.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles