"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Maak er maar wat moois van

Dinsdag, 8 februari, 2022

Geschreven door: Annelies Brinkhuis
Artikel door: Evert van der Veen

Levensechte verhalen

[Recensie] De Verhalen over leven, liefhebben en loslaten – zoals de ondertitel treffend luidt – hebben een persoonlijk element omdat Annelies regelmatig stilstaat bij het overlijden van haar moeder. Dit verlies heeft haar gevoeliger gemaakt voor het verdriet van anderen.

“Maak er maar wat moois van’ bevat korte verhalen die meer over het leven dan over de dood gaan ‘want juist wanneer de dood zich aandient gaat het meer dan ooit over de waarde van het leven” (p. 14).

Ook de actuele situatie van corona speelt in enkele verhalen een rol. Zo wordt Annelies getroffen door een massale erehaag in een dorp waarin de mensen hun betrokkenheid bij de overledene tot uitdrukking brengen en wordt zij geconfronteerd met de lockdown die bezoek in een verpleeghuis onmogelijk maakt.

Hier en daar ontbreekt de humor niet. “Wanneer ik met mijn dochter ga winkelen, komt ze vaak met jurkjes aandragen en roept dan enthousiast door de winkel: ‘Kijk mam, deze is leuk voor een uitvaart!’ waarna het meestal opvallend stil wordt om ons heen” (p. 23).

Boekenkrant

Veel verhalen zijn ontroerend omdat de liefde van mensen aandoenlijk is maar er zijn ook meerdere verhalen waarin de relatie tot de overledene moeizaam was. Dat uit zich dan in wat conflictueus gedrag waardoor de sfeer gespannen wordt. Soms komt dat toch weer goed zoals in het slot van ‘Achterkant’: “Na een eeuwigheid verbreekt Bach de stilte… Zijn Erbarme dich balsemt de zielen van de levenden én de dode. De dochter legt haar hand op die van haar moeder” (p. 41).

Het is vaak zoeken naar woorden om de een én de ander binnen een familie recht te doen, behoedzaam te vertolken wat er in mensen leeft en hoe het leven met de overledene is geweest. Uit de verhalen blijkt dat Annelies zich echt inleeft in de mensen en daar veel tijd voor neemt. Bijzonder gevoelig en voor haar persoonlijk ook aangrijpend is het verlies van een kind of baby.

Er zijn opvallende verhalen zoals dat over een snibbige koster die Annelies op onprettige wijze de les leest omtrent wat in ‘haar’ kerk gebruikelijk is en echt kleurrijk zijn de verhalen waar ze in zwak sociaal milieu komt en de sfeer tekent die ze daar aantreft.

Bijzonder is ook het verhaal van de verpleegkundige die bij haar vader routineus de medische verhandelingen mag verrichten en dat schijnbaar zonder emotie kan doen maar dan eindigt het verhaal aldus: “Maar het is te sterk, te zwaar, te veel om te dragen. Ze zakt door haar knieën, voelt de koude keukenvloer tegen haar wang en geeft zich over” (p. 100).

Het werk legt beslag op Annelies, vraagt veel van haar maar geeft ook veel terug in dankbaarheid zoals blijkt uit de reactie van een weduwe die ‘bijna blij’ is wanneer ze haar ziet. Dan weet Annelies: “Hier moet ik zijn en nergens anders” (p. 104).

Annelies Brinkhuis was verpleegkundige in de psychiatrie en de ouderenzorg en is sinds 2015 ritueelbegeleider en spreker bij het afscheid. Ze schreef eerder het vergelijkbare boek Ik zou het niet kunnen.

Dit is een menselijk boek vol herkenning want de verhalen zijn uit het leven gegrepen en door het soms moeizame leven getekend. Het boek eindigt met zes poëtische impressies.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles