"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Konrad Klapheck

Donderdag, 22 juli, 2021

Geschreven door: Alex de Vries, Ype Koopmans
Artikel door: Jan Stoel

Machines als mensen en mensen als machines

[Recensie] Het werk van de in Düsseldorf geboren Konrad Klapheck (1935) is bijzonder, intrigeert, verrast. Hij is vooral bekend geworden door zijn schilderijen van objecten die hij een menselijke verdieping gaf. Vanaf 1997 verschijnt de mens in zijn werk. Beide elementen komen in het tweetalige (Nederlands- en Engelstalige) boek Konrad Klapheck Venus ex Machina aan bod. Het geeft een prachtig beeld van de ontwikkeling van zijn kunstenaarschap, zijn inspiratiebronnen, zijn ideeën, zijn plaats in de kunsthistorie. Het is niet eenvoudig om hem in te delen in een stroming, gesteld dat dat relevant is. Soms lijkt het op Popart, dan weer op surrealisme of magisch realisme. Maar eigenlijk is het gewoon ‘Klapheck.’

Met name de bijdrage van Ype Koopmans, artistiek directeur van Museum MORE, ontsluiert ‘de taal’ van Klapheck. De publicatie is rijk geïllustreerd, de afgebeelde werken zijn chronologisch geordend. Het gaat niet alleen om schilderijen maar ook om zogenaamde ‘voor’tekeningen, studies voor schilderijen, die je evengoed als autonome kunstwerken kunt beschouwen; zij laten zien hoe nauwgezet hij werkte. Foto’s en een biografie completeren de publicatie.

Aanvankelijk schildert Klapheck zo realistisch en nauwkeurig mogelijk allerlei (mechanische) objecten in een klare stijl. Maar er is iets aan de hand met deze objecten: ze vertellen een ander verhaal. De kunstenaar zet de kijker op het spoor door de titel van het schilderij. Die titels staan bijna altijd voor menselijke eigenschappen, die op hun beurt weer een historische of politieke dimensie kunnen hebben.

Zijn ouders waren beiden kunsthistoricus en hoogleraar en de schoonvader van Konrad werd door de nazi’s omgebracht in Auschwitz. Met zijn moeder overleefde hij in een kapot Duitsland. Misschien heeft hij daardoor zoveel aandacht voor de machine, het perfecte, het glanzende staal als tegenhanger van alles wat in puin ligt. Na de Tweede Wereldoorlog begon in Duitsland het zogenaamde Wirtschafswunder. Daar verwijst ongetwijfeld de tekening van een bulldozer uit 1971 naar met als titel Pracht en treurnis der hervormingen, want de industrialisatie had ook zo zijn keerzijde voor het individu.

Pf

Publicist Alex de Vries noemt in zijn bijdrage aan het boek Konrad Klapheck een einzelgänger in de kunst. “Hij heeft een herkenbaar idioom met persoonlijke onderwerpen. Zijn werk barst van de kunsthistorische verwijzingen, eigentijdse fenomenen en tijdloze psychologie.” Een voorbeeld. Een stoomstrijkijzer met als titel Die Swiegermutter (1967) kun je zien als een verwijzing naar de strijkbout met spijkers, getiteld Cadeau (1921) die Man Ray voor Erik Satie maakte. De spijkers in de strijkbout van Man Ray is tegengesteld aan de functie van een normaal strijkijzer: die met de spijkers strijkt allerminst glad. Klapheck laat met de stoom die uit het ijzer van zijn strijkbout komt de perfectie van het huishoudelijk apparaat overheersen. Maar je kunt ook anders naar de strijkbout kijken, als een commentaar op ‘de schoonmoeder’: veel stoom. Je ziet geen snoer aan het apparaat, geen stekker. Het gaat dus bij Klapheck om wat er achter zijn schilderijen verborgen zit.

Klapheck is bekend geworden door zijn schilderijen van schrijfmachines en naaimachines (hij schilderde er van elk veertig). Zelf zegt hij daarover: “De schrijfmachine, instrument waarmee de belangrijkste beslissingen van ons leven worden geformuleerd, staat bij mij voor het mannelijke principe: de vader, de politicus, de kunstenaar. De naaimachine die ons helpt onze naaktheid te bedekken is vrouwelijk. Ze verschijnt als maagd, moeder of weduwe.” Ype Koopmans merkt fijntjes op: “De genderspecificiteit was opmerkelijk, want machines zijn nutteloze obstakels zonder degene die ze aanstuurt. Schrijfmachines werden vanouds bediend door typistes.”

Het is smullen van de diepere betekenis van de schilderijen. Atletisch zelfportret (1958) is een schilderij van een schrijfmachine met een overdreven brede wagen: een karikatuur van de mannelijke trots. Klapheck maakte het schilderij nadat hij een ruzie met zijn verloofde heeft bijgelegd. Dan straalt die machine ineens overwinning, zelfbevestiging uit. Er is een naaimachine die de titel draagt De gekrenkte verloofde (1957). De rondingen van deze machine zijn uitdagend voor de kijker, maar de naald lijkt het karakter te hebben van ‘raak me niet aan.’

Klapheck werkt heel strak. In zijn werken kom je allerlei industriële producten tegen: van telefoon tot protheses, van schoenen tot telefoons. Elk van de werken zet je verbeelding aan het werk. De voortekening ‘Het feest’ (1991) laat een gasmasker zien. Gasmasker en feest? Dat krijgt een andere lading als je weet dat in 1991 de Golfoorlog uitbrak. De machine is perfect en dreigt de mens te overheersen.

Het boek bestaat uit twee gedeelten: de periode waarin hij de ‘machinewereld’ schildert, en de tijd waarin de mens in zijn werk verschijnt (vanaf 1997). Waren het eerst de machines die menselijke eigenschappen kregen nu zijn het de mensen die machinale trekjes hebben. En daarmee is de cirkel voor Klapheck rond. Dan is er nog de titel. Op het binnenblad van het boek wordt de titel gecombineerd met een detail van een tekening van een machine met als titel Het offer. Op de machine staat het woord Phoenix. Associëren maar…

Hij heeft slechts één keer eerder in Nederland geëxposeerd. In 1974 in een overzichtstentoonstelling te zien in Boymans-van Beuningen (en dat is misschien wel logisch omdat zijn echtgenote in Rotterdam was geboren). Nu is in Museum MORE voor de tweede keer een overzicht van zijn werk te zien. Gaan zien deze tentoonstelling (dat kan tot en met 26 september 2021) en maak kennis met de fascinerende wereld van Konrad Klapheck!

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles