"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mannenmaal

Dinsdag, 23 november, 2021

Geschreven door: Rinske Hillen
Artikel door: Jan Stoel

Hoe vrij zijn wij om keuzes te maken?

[Recensie] Verbondenheid en loyaliteit waren thema’s in Mannenmaal komen deze thema’s terug. In Houtrot ging het om een grachtenpand waarbij de fundering, de houten palen, verrot waren, maar ook om verrotte familieverhoudingen. In de tweede roman van Rinske Hillen gaat het ook om verhoudingen die ‘onder spanning’ staan. In Mannenmaal pelt ze bovendien de vraag van de keuzevrijheid in het leven af. Zijn wij echt vrij om te kiezen?

Het verhaal begint als Wout Vreibloet in de winter op een natuurbegraafplaats staat bij het graf van Ben Roovers. Hij is de schuldige aan Bens dood. Maar er staat ook: “Wout voelde zich geen moordenaar, nee, zou hij zich íets voelen, dan was het hooguit een dief.” Twijfel? Daarna verspringt de tijd naar de zomer van datzelfde jaar. Vanaf dat moment ontwikkelt het verhaal zich voornamelijk chronologisch. Door het verhaal afwisselend vanuit het perspectief van een van de drie belangrijkste personages te beschrijven ontstaat er afwisseling en dynamiek, kom je in het hoofd van dat personage terecht, leer je de gelaagdheid binnen dat personage beter kennen. Hillen kleurt die personages, ieder met zijn/haar verleden, geleidelijk aan in. Hillen weet met grote precisie de personages uit te diepen, zowel innerlijk, fysiek en in hun handelen. Het worden mensen van vlees en bloed, je begrijpt ze.

De relatie tussen journaliste Eva Somers en neonatoloog Wouter Vreibloet staat onder druk. Wout is een man die het altijd goed wil doen, overal over nadenkt. “Ten diepste was hij een asceet.” Eva heeft daarentegen een onstuimig karakter en is volgens Wout, “een kever die zichzelf wel op zijn rug kan werpen, maar dan niet meer terug op zijn pootjes. Daar was hij dan voor.” En dat is er nog de befaamde kunstenaar Ben Rovers, die ruggen schildert “die meestal verdrietige verhalen vertellen.”

Eva maakt voor de krant een serie portretten van kunstenaars. Ben – die nooit interviews geeft – wil dat Eva een portret van hem maakt. In een ver verleden hebben Ben en Eva een kortstondige relatie gehad. “Ben was een vage kleur geworden, een verweerde vlek in haar brein.” Als ze Ben ziet dan wordt ze als een magneet naar hem getrokken. Ben, trekt zich nergens iets van aan, is alleen maar met zijn kunst bezig. Eva vindt bij Ben zichzelf terug en bezoekt hem regelmatig. “Ze vindt hem aantrekkelijk om het vermogen om dat wat hij zag via zijn handen te laten sublimeren, bezieling te geven, leven in te blazen.” Ben maakt ontzettend veel portretten van haar en eigenlijk zijn dat afbeeldingen van hoe Eva het liefst zelf zou willen zijn. Het is voor haar een eyeopener als Ben zegt “dat ze niet vrij meer is.”

Boekenkrant

Wout heeft zijn eigen problemen. Josefien, een baby die Epidermolysus bullosa heeft (de opperhuid laat los met blaarvorming als gevolg), lijdt ondraaglijk en haar ouders willen haar dat besparen. “Josefien was te sterk om te sterven en te kwetsbaar om te leven.” Het christelijk ziekenhuis waar Wout werkt, denkt daar anders over. Wout is bezig met een artikel over de mogelijkheid van euthanasie als er sprake is van ondraaglijk lijden. Dat lekt uit en de pers valt over hem heen. Ook hij staat onder druk.

Eva is tegen Wout open over de hernieuwde liefde met Ben. Wout gaat vervolgens op Ben af. Je verwacht een pittige confrontatie, maar Hillen buigt het verhaal om. Wout raakt gefascineerd door Ben. Wout snapt niets van kunst en Ben komt met een prachtige metafoor over kunst/het leven/de maatschappij: een steen die in het water gegooid wordt en kringen veroorzaakt. “De kringen dat is het gelul over de kunst. Hoe minder iets voorstelt, hoe groter de noodzaak er een fanfare omheen te maken. Een goede kunstenaar heeft niets nodig.” Ben vertelt dat hij langzamerhand blind wordt en Wout is geïnteresseerd in wat dat met hem doet. Zonder dat Eva het weet maken ze afspraken over de toekomst. Hun afspraak culmineert in een gezamenlijke maaltijd in het atelier van Ben, een maaltijd die Wout bereidt: het mannenmaal. Zie daar de titel.

In Mannenmaal raken de personages dus in conflict met de realiteit. Eva, die de vrijheid weer ontdekt in de liefde met Ben, maar daar eigenlijk – gezien de conventies – niet aan toe kan geven. Wout die ijvert voor euthanasie bij ongeneeslijk zieke kinderen, die ondraaglijk lijden. Maar dat past niet binnen het ziekenhuis waar hij werkt. Ben die blind wordt en ook keuzes wil maken. Hillen gaat in op vragen als: durf je ook op een andere manier naar jezelf te kijken? Wanneer ben je nu echt vrij? Hoe compromisloos durf je te zijn? Het draait om de vrijheid in het maken van keuzes (de dood/euthanasie, de liefde en de kunst).

Het verhaal kent twee verhaallijnen. De eerste gaat over de driehoeksverhouding die zich ontwikkelt tussen Ben, Wout en Eva. De tweede betreft de hulp die Wout wil bieden bij het geven van euthanasie. Het conflict tussen gevoel en ratio speelt in het hele verhaal.

De roman is gelaagd. Zo kun je de ziekte waaraan Josefien lijdt, haar lichaam is als het ware een open wond, ook verbinden met de ‘openliggende’ relatie tussen Wout, Eva en Ben. Rinske Hillen doorspekt haar verhaal met tegenstellingen die bovendien filosofisch van aard zijn. Enkele voorbeelden: “Wijsheid komt niet met de jaren, ze verdwijnt met de jaren”; “we maken geen goden van mensen, maar mensen van goden”; “kunst is je hoofd uitzetten. Zien zonder oordelen, niet denken over wat je ziet, niet herinneren, alles vergeten en enkel zien”.

Rinske Hillen schrijft in een mooi ritme en weet door haar taal bijvoorbeeld een landschap pregnant te beschrijven: “Afsluitdijk over, steeds meer groen, knapperig groen, huisjes verscholen achter de dijken, de hoede van daken groter dan de ramen, hier en daar een tuinhuis, een draaiende windmolen, landschappen die schilderijen konden zijn, omlijst door de rubber rand van haar voorruit, lage lijnen, de lage bodem, aaneengeregen. Vijf koeien naast knalgele korenvelden. Een klein meertje tussen het riet.”

Mannenmaal leest met zijn plotwendingen en de personages die steeds meer grip op de situatie lijken te verliezen als een spannend verhaal en kent een verrassende en ontroerende ontknoping.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles