"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Max, Mischa & het Tetoffensief

Vrijdag, 4 mei, 2018

Geschreven door: Dorthe Nors
Artikel door: Karin de Leeuw

De Scandinaviërs komen

Voor wie er van houdt zijn er de komende week diverse evenementen met schrijvers uit het hoge noorden die waarschijnlijk de moeite waard zijn om te bezoeken. Uitgeverij Podium haalt Dorthe Nors, Gunnhild Øyehaug en Johan Harstad naar Nederland. Van alles drie zijn onlangs vertalingen verschenen. Spiegel, spiegel, schouder van Nors kreeg al aandacht in de pers. Knopen van Øyehaug kwam afgelopen week pas uit. De meeste aandacht zal waarschijnlijk gaan naar Johan Harstad, die een echte cultroman heeft geschreven. Max, Mischa & het Tet-offensief is een super gelaagde vertelling van maar liefst twaalfhonderd pagina’s.

Cultroman over de fundamentele eenzaamheid van ieder mens

[Recensie] Het boek gaat over Max en Mischa en de oom van Max, Owen. Zij wonen samen in een ouderwets mooi appartementgebouw, Apthorp, op West End Avenue, Upper West Side, Manhattan. Het boek gaat over een schilder, een toneelspeler, een regisseur en een pianist. Het boek gaat over een Vietnam-veteraan en zijn broer die fanatiek aanhanger van Ho Chi Minh was. Het gaat over liefde en de teloorgang van de liefde. Het gaat over emigratie en heimwee en bij welk land je hoort.

Nu noem ik u, lezer, al een heleboel en het is alleen maar een alleroppervlakkigste beschrijving van het boek.

Sociologie Magazine

Max, Mischa & het Tet-offensief heeft een trage aanloop. Dat is een minpunt, want bij zo’n dikke pil dreig je dan af te haken. Niet Doen! In dat begin krijgen we een beeld van de gelukkige jeugd van Max in Stavanger, Noorwegen. Zijn ouders zijn voormalige hippies en zijn lid geweest van een vrij radicale kant van de communistische beweging. Maar daar willen ze niet meer over praten. Met zijn vader kijkt de veel te jongen Max ‘Apocalypse now’. Het is 1988. Met vriendjes speelt hij het Tet-offensief in Vietnam na, althans de versie die past bij een jongensspel. Het gaat er soms stoer aan toe.

En dan besluiten de ouders te emigreren naar de Verenigde Staten. In een lange, maar levensechte beschrijving zien we Max in zijn puberaal verzet tegen de beslissing van zijn ouders. Hij weigert te wennen in Park City op Long Island. En dan ontmoet hij leeftijdgenoot Mordechai Weintraub (what’s in the name) en begint Amerikaan te worden. Mordechai brengt hem in contact met Mischa. Zij wordt de liefde van zijn leven. Ze ontmoeten elkaar wanneer hij een zomervakantie met zijn ouders doorbrengt op Fire Island. Zestien jaar blijven ze samen.

Owen is de oudere broer van de vader van Max. Ook als ze in de Verenigde Staten gaan wonen zoekt Max’ vader geen contact met zijn broer. Op een dag doet Max dat wel. We horen geleidelijk aan het relaas van Owen, die in Noorwegen Ove heette en veel eerder emigreerde. Na zijn terugkeer uit Vietnam werkt hij als musicus, maar wel een die nooit met anderen samenspeelt, die niet praat over de oorlog, maar componeert. Wanneer op 9/11 de Twin Towers instorten en iedereen verlamt en bang is, besluit Owen met andere veteranen te gaan helpen. Daarna blijft hij in contact met een gespreksgroep van veteranen en heel langzaam vertelt hij ook iets aan Max. Die realiseert zich dat zijn puberale beeld dat zijn verhuizing naar een ander continent gezien moet worden als een opoffering gelijk de soldaten in Vietnam gevraagd werd, bijstelling behoeft. Maar waarom ben je er nu mee bezig, vraagt hij zijn oom. Je zei altijd dat je er klaar mee was en zo leek het ook te zijn. “Ik ben ook klaar met het gedoe, maar het gedoe is niet klaar met mij,” is het alles dekkende antwoord.

Harstad is goed in het doorspekken van zijn betoog met dit soort kernachtige uitspraken, soms uiterst komische. Het is knap om zowel zulke lange verhalen te vertellen en dan in het ritme van de taal ineens zo’n krachtig contra punt neer te zetten. 

Lisa, de vriendin van Max, is een succesvol schilderes. Lange beschouwingen over haar werk doorspekken het verhaal. Ze zijn een boek op zich. Lisa lijkt op Shelley Duvall, de filmster die speelde in Popeye en de Shining. De iconische foto van haar prijkt op de omslag van het boek. Shelley Duvall kampt met een psychische aandoening zo werd in 2016 bekend. In het boek is het niet Lisa, maar Max die we tegenkomen in een staat van totale radeloosheid, én Mordechai, die tot verrassende oplossingen komt in zijn waanzin.

Toen ik het dichtsloeg (O, wat heerlijk dat het vorig weekend zo’n slecht weer was) wist ik het: dit boek gaat over de fundamentele eenzaamheid van ieder mens. Lees het, want zo is het.

Overleven in de grote stad

[Recensie] Sonja is over de veertig en heeft geen rijbewijs. Nu ze geregeld werk en een vaste bron van inkomsten heeft, kon ze het geld vrij maken om lessen te nemen. In de theorieles zat ze tussen de tieners. De enige leeftijdgenoot is iemand die door drankmisbruik zijn rijbewijs opnieuw moet halen. De leraar gebruikt haar bij de EHBO-les als proefkonijn. “… kijk (…) of het slachtoffer ademt, zei de EHBO-instructeur. Ademen, denkt Sonja, dat is waar het uiteindelijk op aan komt, en ze haalde haar theorie.”

Zo begint het verhaal Spiegel spiegel schouder. De dialoque interieur, die het hele boek doorgaat, brengt de lezer dicht bij een vrouw die alleen is in Kopenhagen. Ze heeft geen rijbewijs. Dat vreet aan haar zelfvertrouwen. Maar ze is ook bang dat de brutale instructrice zal aangeven dat zij helemaal niet bekwaam is om in een auto te rijden. Sonja heeft immers een erfelijke afwijking waar door haar evenwicht verstoord raakt bij abrupte bewegingen. Ze is vanwege die kwaal afgekeurd op haar werk. Nu vertaalt ze thrillers van een populaire auteur uit het Zweeds. Ze heeft een hekel aan de verhalen vol bloed en geweld, maar het geeft haar een zekere status. Voor haar zelf is het juist niet goed. Ze doet immers iets wat haar geen bevrediging schenkt.

Ooit kwam ze naar de stad vanuit haar dorp in Jutland en voelde zich bevrijd. Ze trekt zo nu en dan nog op met Molly, de vriendin met wie ze naar Kopenhagen kwam en ging studeren. Molly lijkt een gesetteld leven te hebben, maar Sonja benijdt haar niet om haar huwelijk met een advocaat, haar geflirt via de social media en haar hang naar het zweverige in haar professioneel leven als psycholoog. Ze prikt er door heen. Net als haar moeder, zo meent ze, heeft ze een rijker inzicht. Helaas helpt het haar niet bepaald om een geslaagd sociaal leven op te bouwen. Ze kan zich niet overgeven aan de spelletjes van mensen. Zoals Sonja het ook niet kan laten haar oudere zusje uit haar confort zone te halen, die enkele keer dat ze elkaar spreken. Ooit was Kate de wildebras van de twee, maar nu is ze een gezapige, wat angstige huisvrouw die is achtergebleven in Jutland. De zus met wie Sonja zo graag contact wil hebben, maar die de telefoon laat opnemen door haar man als ze belt. Als ze elkaar per ongeluk toch aan de lijn krijgen, loopt Kate altijd net in het tuincentrum.

Zo raken hun werelden steeds meer gescheiden: Kate op het platteland, haar geboortestreek, waar megastallen het hebben gewonnen van het wuivende koren. Sonja, steeds eenzamer, in Kopenhagen. Maar hoe naar Sonja zich ook voelt, je ontkomt er als lezer niet aan om Sonja te zien als een gezonde observant van haar omgeving. Ze prikt door de verhalen van andere alleenstaande vrouwen heen met hun meditatiewandelingen en hun grote mond. Ze laat zich niet afpoeieren met surrogaat invullingen voor het echte leven, ook niet wanneer haar nieuwe rijinstructeur haar uitnodigt tot een avontuurtje. “…mannen van andere vrouwen zijn een gepasseerd station en nu wil ik naar huis.” En net als in het echte leven komt die kans om dat laatste ten uitvoer te brengen op een onverwacht moment.

Dorthe Nors werd met deze roman genomineerd voor de Man Booker International Prize. Dat is terecht. Het is een onderhoudend boek, waarvan de fijne vertelwijze ook in vertaling overeind blijft. Een aantal belangrijke elementen zijn autobiografisch van aard, zo verhuisde de schrijfster zelf enkele jaren geleden terug vanuit Kopenhagen naar Jutland en was ze voor die tijd vertaalster van thrillers.

Gekte in drie pagina’s

[Recensie] In Nederland heeft uitgeverij Podium een uitgebreid fonds met Scandinavische auteurs. Naast de twee bovengenoemde boeken verscheen daar deze maand van Gunnhild Øyehaug , ook een Noorse, de vertaling van haar verhalenbundel Knopen. Deze bundel verscheen in Noorwegen reeds in 2004. Over knopen in de levens van mensen gaan 26 korte verhalen. In totaal telt het boek nog geen 150 pagina’s. Maar wat kan Øyehaug veel oproepen in een paar pagina’s. Reeds na een halve bladzijde in het eerste verhaal Mooi en mild zat ik naar adem te snakken. Een man gaat Jaloezieën kopen voor het raam van de slaapkamer van zijn zoon. Hij rijdt daarvoor naar Ikea, maar dat gaat hem niet gemakkelijk af. Meer zeg ik er niet over, maar voor de man ingeparkeerd is, heb je als het lezer het klamme zweet in je handjes.

In andere verhalen verloopt de knoop juist onrustbarend geleidelijk. Zoals het laatste verhaal Twee aan twee waarin een huwelijk door absurd toeval toch langs de rand van de afgrond lijkt te komen, terwijl het eigenlijk al naar het ravijn aan het vallen was, en hoe de maîtresse en de echtelieden eenzelfde soort knoop in hun buik voelen. Daarbij ziet deze auteur kans nog even tussen door een lijntje te leggen naar de gedichten van Sylvia Plath en Ted Hughes. Øyehaug is een technisch zeer begaafd schrijfster. Ze heeft haar verhalen gebruikt als een palet om allerlei kunstgrepen uit te proberen, vaak met overweldigend succes.

Soms kiest Øyehaug voor het echt absurde, zoals de ruimtewezens die communiceren via sneloplossende foto’s die uit hun voorhoofd komen. Het mooist verhaal vond ik Kleine knoop, over een man wiens navelstreng niet doorgesneden kan worden.

Door de kortheid is dit ook een mooi cadeauboek. Hier vindt iedereen wel een verhaal wat hij onthoudt.

Op woensdag 9 mei worden alle drie de auteurs geïnterviewd (in het Engels) in het Theater aan het Spui in Den Haag. Kaarten voor dit evenement zijn te krijgen via www.borderkitchen.nl.

Op 13 mei wordt Johan Harstad geinterviewd door Arjen Lubach in het kader van het Internationaal Literatuurfestival Utrecht . Kaarten te bestellen via www.ilfu.nl

–-

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Max, Mischa & Het Tet-offensief

Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?

Heterdaad