"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Meervoudig religieus

Zondag, 21 april, 2019

Geschreven door: Joantine Berghuijs
Artikel door: Jan Offringa

Een kleurrijk en verwarrend fenomeen

Bijna een kwart van de Nederlanders put uit meer dan één spirituele bron. Onderzoeker Joantine Berghuijs brengt hen in kaart. Leerzaam maar niet al te kritisch.

[Recensie] In Nederland is een groeiend aantal mensen, bijna 23 procent, meervoudig religieus betrokken, zo blijkt uit onderzoek van Joantine Berghuijs. Zij bestudeert aan de Vrije Universiteit nieuwe vormen van spiritualiteit. Mensen die meervoudig religieus betrokken zijn – kortheidshalve mrb’ers genoemd – maken een eigen mix uit het religieuze aanbod.

Berghuijs brengt deze flexibele gelovigen in kaart. Ook vraagt zij zich af wat deze opkomende vorm van religiositeit betekent voor bijvoorbeeld de geestelijke verzorging in onze samenleving. Dat levert een kleurrijk en goed leesbaar boek op. De wat taaiere onderzoekgegevens worden afgewisseld met boeiende portretten en losse citaten van vijftien mensen die min of meer mrb zijn.

In het eerste hoofdstuk komt aan bod dat mrb zich niet eenvoudig laat afbakenen. Niet elke christen met een Boeddhabeeld in zijn vensterbank valt onder dit begrip. Evenmin de predikant die in haar preek regelmatig een rabbijns verhaal of een oosterse wijsheid verwerkt. Berghuijs onderscheidt drie vormen: hard, medium en soft. Een ‘harde mrb’er’ (3 procent van de bevolking) beschouwt zich als aan hanger van twee of meer religieuze tradities. Een ‘softe mrb’er’ (8 procent) verbindt zich aan geen enkele religieuze traditie, maar combineert voor zichzelf elementen van meer dan één godsdienst. Daartussenin zit de ‘medium mrb’er’ (12 procent) die één religie aanhangt en daarin elementen uit andere tradities opneemt.

Boekenkrant

Berghuijs is nogal positief over de ontwikkeling richting mrb. Volgens de ondertitel van het boek zou het bij mrb gaan om ‘spirituele openheid en creativiteit onder Nederlanders’. Ook suggereren de citaten in het boek steevast dat dit fenomeen een verrijking, verdieping of verruiming is. Maar kan mrb ook geen teken van besluiteloosheid zijn? Hebben mrb’ers misschien last van keuzestress? Of lijden ze meer dan anderen onder de grenzeloosheid en vloeibaarheid die volgens socioloog Zygmunt Bauman kenmerkend is voor het moderne leven? Van zulke kritische noties loopt het boek niet over.

Neem het verhaal van Christien, een vrouw van 47. Ze was hervormd en kwam in aanraking met zenmeditatie. Ook volgde ze een cursus sjamanisme en leerde zo haar totemdier – een draak – kennen. Nu is ze intensief betrokken bij de Obod (= orde van barden, ovaten en druïden). Al met al een kleurrijk maar ook wel verwarrend geheel. Zou iemand als godsdienstwetenschapper Huston Smith hier van verdieping spreken? Volgens hem kun je, om water te vinden, beter één put van 5 meter slaan dan vijf putten van 1 meter.

Het is zonneklaar dat vandaag de dag mensen binnen en buiten de kerken met verschillende ingrediënten hun eigen religieuze soep koken. Of je echter al die vormen, dus ook ‘medium’ en ‘soft’, moet honoreren met het etiket ‘meervoudig religieus betrokken’ blijft de vraag. Berghuijs maakt je vooral nieuwsgierig naar de beleving van de 3 procent ‘harde mrb’ers’ die twee religies tegelijk aanhangen. Jammer dat zij daarover niet wat uitvoeriger is.

Eerder verschenen in Volzin