"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Meesterschap

Donderdag, 8 december, 2005

Geschreven door: Harmen Wind
Artikel door: Bas Stoffelsen

Meesterschap blijft bij maskers

‘Kijken; geamuseerd, uitnodigend, nieuwsgierig, dankbaar, verbaasd kijken. Hij hield ervan. Heel anders dan tv-kijken. Bekeken kijken. Om op te merken en opgemerkt te worden, niet om werkelijk te zien.’

Aldus Erik Huldiger, 36 jaar oud, leraar Nederlands, en minnaar van drie van zijn leerlingen. Meesterschap, Harmen Winds tweede roman na zijn bekroonde roman Het Verzet, beschrijft Eriks leven, heen en weer springend tussen jeugd en volwassenheid. Observatie en reactie zijn Eriks belangrijkste eigenschappen: zien hoe hij gezien moet worden. Meesterschap gaat in die zin over meer dan de staat van het leraarschap, hoe droog en ironisch ook becommentarieerd. In gesprekken met Eriks conrector, die het jargon perfect beheerst, en in opeenstapelingen van afkortingen om het onderwijs overzichtelijk te houden wordt de ‘vermanaging’ van het onderwijs subtiel beschreven: Eriks taak als vertrouwenspersoon is deel van ‘de Commissie Ongewenste Intimiteiten (COI), die valt onder de Taakgroep Identiteit en Gedrag (TIG)’. Eriks eigen meesterschap slaat ook op zijn kunde in het dragen van maskers om met zijn verschillende identiteiten (leraar, minnaar, collega, zoon) te jongleren al naar gelang de situatie. Helaas laat zelfs de beste circusartiest steken vallen. Zo ook de clown Erik, en de woordvirtuoos Wind.

_Meesterschap_is een prachtige oefening in het beschrijven. Eriks herinneringen zijn de observaties van een kind, met de bedachtzaamheid van de terugkijkende volwassene. Zijn kijk op zijn huidige wereld is verfrissend afstandelijk, en zijn beschrijvingen van het onderwijswereldje zijn dusdanig subtiel en ironisch dat ze me aan Thackeray’s beschrijvingen van de Engelse 19e eeuwse high society doen denken. Om de actie realistisch te houden moet er echter ook gesproken worden. Hoe summier ook, Winds dialogen vallen telkens weg tussen alle observaties, en op bepaalde punten valt het verschil zelfs op, als uitroeptekens (‘Samen fietsen? Dat lijkt me wel wat, Marianne!’) en benadrukte voornaamwoorden (wij, jij) eens te meer de grens tussen spreektaal en schrijftaal benadrukken. Wellicht komen Winds dialogen voort uit een verlangen om de taal zo puur mogelijk te houden, maar helaas boeten de gesprekken daarbij in aan kracht. Een vergelijkbaar verlangen is ook te merken in Eriks commentaar op taalvervuilingen door zijn minnaressen en collega’s. Het voortdurend opmerken van samentrekkingen, stopwoorden dan wel –frases en ingesleten versprekingen is lang amusant, maar begint op een gegeven ogenblik te irriteren.

De pluskant van Winds academische achtergrond is zijn gevoel voor stijl en woordkeuze. Niet alleen valt bijna zonder uitzondering elk woord op de juiste plek, Winds talent voor taal blijkt ook uit zijn gebruik van woordspelingen: ‘Zijn verliefdheid maakte plaats voor een drang, een zucht, een hang naar huid en haar’. Vijf dichtbundels hebben Winds stijl geen kwaad gedaan. Winds academia komt ook naar voren in Eriks gefilosofeer over de rol van taal in de wereld, en de relatie tussen taal en individu. Hoewel Erik leuke punten aankaart, zoals hoe Brugman overleeft in taal, terwijl zijn identiteit verloren is gegaan, blijft deze discussie op een wat laag niveau. Het lijkt me dat een afgestudeerd neerlandicus als Erik toch meer moet kunnen maken van de relatie tussen taal en werkelijkheid, en dat zou het boek in ieder geval op intellectueel niveau een extra bodem hebben gegeven.

Pf

Wat Meesterschap het meest mist, is emotionele diepte. Erik is een intellectueel, en die rol vervult hij met verve. Hij is een man met verschillende maskers, en kan als dusdanig zijn emoties niet de vrije loop laten. Als een man van controle en orde boven alles, moeten emoties voor Erik een onderdanige rol spelen. Maar zelfs wanneer zijn spel met zijn leerlingen boven logica uitstijgt, zijn maskers door elkaar gaan lopen, en hij de controle laat glippen, blijft Erik een karakter zonder emoties. Op geen enkele pagina in Meesterschap voel ik sympathie met Eriks karakter of met zijn strubbelingen. Uiteindelijk is Meesterschap als een film met een bijzonder goed script, en B- acteurs. Wind kan schrijven zoals Brugman kan praten, maar gebrek aan diepte fnuikt Meesterschap.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Het talent

Meesterschap

Meesterschap