"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dertig dagen

Dinsdag, 23 maart, 2021

Geschreven door: Annelies Verbeke
Artikel door: Daniël Klok

Met de beste bedoelingen ten onder

[Recensie] Alphonse Badjie is een vrolijke, optimistische schilder en klusjesman die oorspronkelijk uit Senegal komt, maar in Vlaanderen gelukkig is gesetteld. Uit de relatie met zijn vriendin Kat, maar ook uit andere sociale situaties blijkt dat Alphonse graag één ding doet: helpen. Dat komt goed uit, want mensen laten zich ook graag helpen door Alphonse. Al zijn klanten schieten hem aan voor hulp. Die hulp bestaat niet enkel uit het overschilderen van een muur of het herleggen van plinten; ze kloppen bij hem aan voor hun burenruzies, mentale problemen en sociale strubbelingen. Alphonse laat het allemaal over zich heen komen en vindt ergens ook een soort troost in het leed van andere mensen en hen daarbij te kunnen helpen. 

Verbeke heeft de kunst van de subtiliteit onder de knie. Wat in de eerste instantie voelt als goedbedoelde welwillendheid naar Alphonse, krijgt een onprettige bijsmaak door de manier waarop, of de reden waarom, mensen bij Alphonse aankomen. Steeds vaker wordt het duidelijk dat hulpbehoevenden bij hem aankloppen om een soort otherism. Het ‘exotische’ aan Alphonse wekt interesse en ongefundeerde verwachtingen. Of het nu gaat om de buurman, die Tirailleurs Sénégalais (Afrikaanse soldaten die onder andere in de Eerste Wereldoorlog werden ingezet door de Fransen) als enige gespreksonderwerp mogelijk ziet of een klant met mentale problemen die Alphonse tot een soort Afrikaanse voodoopriester bombardeert. Verbeke is uitmuntend in het schrijven van personages die met de beste bedoelingen toch een vervelende bijsmaak hebben: 

“‘Waar kom je vandaan?’ vraagt Marco terwijl ze een tafel met een loodzwaar leistenen blad verzetten. ‘Oorspronkelijk? Nee wacht. Laat me raden. Zimbabwe.’
‘Senegal’, zegt Alphonse. Hoe kan hij voor een Zimbabwaan worden gehouden?”

De interesse is hier vast oprecht, maar Senegal en Zimbabwe liggen zo ver uit elkaar dat Google Maps zich geen raad weet met een route. Voor het beeld: Senegal en Zimbabwe liggen ongeveer net zo dicht bij elkaar als Nederland en Groenland. Ook laat Alphonse terloops vallen: “Soms praten mensen plots Engels tegen hem, ook nadat hij conversaties in het Nederlands met hen heeft gevoerd en ook al zijn er vier talen die hij beter spreekt.” Toch blijft Alphonse optimistisch mensen helpen. Zelfs als dat voor hem niet goed afloopt.

Dertig dagen is een knap boek waarin mooie, verdrietige en gelukkige momenten elkaar in hoog tempo afwisselen. Ondanks dat de roman sterk observatief is, wordt de toon nooit negatief. Dit boek verplaatst je in anderen, laat je reflecteren over hoe mensen elkaar behandelen en dat de beste bedoeling soms niet de beste actie is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boekenkrant