"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Met planten leren praten

Vrijdag, 12 april, 2019

Geschreven door: Marta Orriols
Artikel door: Marnix Verplancke

Mijn jaar van rouw en verdriet

De Catalaanse Marta Orriols schreef een diepgaande roman over een man die plots sterft en zijn achterblijvende vriendin overlevert aan een jaar van rouw en verdriet.

[Recensie] Hoe neem je afscheid van iemand waar je nog lang niet klaar mee bent, met wie je al jaren samenleeft en dat nog veel meer jaren hoopt te doen? Hoe moet je verder wanneer een leven van het ene moment op het andere afgebroken wordt? Dat is de vraag waarmee Paula Cid in Marta Orriols Met planten leren praten worstelt. Op een dag krijgt ze een telefoontje, dat haar vriend Mauro geschept is door een auto. Een paar uur later is hij dood. “Je ziet er niet uit als een weduwe,” merkt iemand een paar maanden later op, “je ziet eruit als een mooie zombie.” En daar is nog een bijkomende reden voor, een die Paula voor zich houdt. Net voor Mauro het huis uit ging en onder die auto terechtkwam had hij Paula meegedeeld dat hij een ander had, en dat hij weg zou gaan bij haar. Het zorgt voor een dubbel verdriet.

Arts Paula en uitgever Mauro vormden voor de buitenwereld een geslaagd koppel, vroege veertigers met een drukke baan, ambitieus zowel op professioneel als op persoonlijk vlak. Ze woonden in een huurappartement omdat een kopen al te veel op een huwelijk zou lijken en ze daar nog niet klaar voor waren, en dat misschien ook wel nooit zouden zijn. Daarvoor hadden ze een te onafhankelijke geest. Maar ook onafhankelijke geesten kunnen breken, ondervindt Paula, die nochtans wel een en ander gewend is. Op de afdeling neonatologie waar ze werkt worden immers niet alleen veel te vroeg geboren kindjes gered. Er zijn er ook veel wiens kleine lichaampje niet naar behoren functioneert en die het uiteindelijk niet halen. “Je zal er mettertijd overheen komen,” zegt Paula dan steevast tegen de treurende ouders, “wees sterk en kijk vooruit.” Tot ze zelf geconfronteerd wordt met de dood en beseft dat ze niets weet van de leegte die deze achterlaat.

Ook al heeft ze de meeste spullen van Mauro in dozen gedaan, toch heeft ze nog een paar dierbare zaken bewaard, een paar kledingstukken en een ring. Iedere dag laadt ze de batterij van zijn telefoon voor de volle honderd procent op en wacht tot deze weer leeg is. En ze ziet hem ook, op straat wanneer ze het helemaal niet verwacht, of ze herkent hoe iemand tijdens het praten zijn bril even omhoog heft, net zoals hij dat deed. Dat hij haar wou verlaten, speelt hierbij geen enkele rol, merkt ze tot haar eigen verbazing. Zij hield nog steeds evenveel van hem.

Boekenkrant

Met planten leren praten had wellicht net zo goed Mijn jaar van rouw en verdriet kunnen heten, want dat is de periode die het boek overspant, een periode waarin Paula diep gaat en stilletjes weer naar boven klimt. En dat doet ze niet alleen, ook al denkt ze aanvankelijk dat dit zo wel zal lukken. Ze heeft er andere mensen voor nodig, die naar haar luisteren en haar vastpakken, want dat lijkt zowel in haar praktijk als op privéterrein soelaas te kunnen bieden. Wanneer haar diensthoofd haar voorstelt aan osteopaat Eric reageert ze afwijzend. Wat zou zo’n kwakzalver nu kunnen doen met kindjes van een halve kilo? En wanneer deze voorstelt aan de slag te gaan met Mahavir, de baby waarmee ze een speciale band heeft omdat de moeder binnengebracht werd op de dag dat Mauro stierf, vindt ze hem helemaal een bemoeizuchtige hufter. Tot ze merkt dat Mahavir duidelijk baat heeft aan het fysiek contact. Ook Paula gaat op zoek naar liefde en lichamelijkheid, en die doen deugd, merkt ze, maar net als de handen van de osteopaat bieden mannenlijven slechts een tijdelijke verlichting.

Wanneer Paula ouders vertelt dat het niet goed gaat met hun te vroeg geboren baby, doseert ze haar woorden. “Slecht nieuws kun je niet uitbraken,” zegt ze. Een goede roman evenmin. Marta Orriols lijkt dat heel goed te beseffen. Ook zij doseert haar woorden en bewandelt daarbij als een volleerd evenwichtskunstenaar de slappe koord tussen kil onbegrip en flauwe sentimentaliteit. Nergens sta je als lezer van een afstand te kijken naar wat Paula overkomt, net zomin je ooit het gevoel krijgt dat je een oppervlakkige tranentrekker zit te lezen. Orriols betoont zich een meester in de psychologische uitdieping van een rouwproces en neemt daarbij zowel haar personages als de lezer serieus. Met planten leren praten is daardoor een uitzonderlijk goed boek, verbazingwekkend goed zelfs als je weet dat dit een romandebuut is. Drie jaar geleden schreef Orriols wel al een verhalenbundel, Anatomia de les distàncies curtes, maar dat is alles, tot deze Aprendre a parlar amb les plantes, die trouwens meteen bekroond werd met de Omnium Cultural-prijs voor de beste Catalaanse roman.

Eerder verschenen in De Morgen