"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Middaguur

Vrijdag, 8 november, 2019

Geschreven door: Dörte Hansen
Artikel door: Tea van Lierop

Van ongekende schoonheid

[Recensie] Wie genoten heeft van Het oude land, de eerste roman van Dörte Hansen, kan blindelings vertrouwen op een onvergetelijke leeservaring met Middaguur. De auteur weet precies de juiste toon te zetten voor het beschrijven van het wel en wee van een Duits dorp in verval. Deze neergang komt helemaal niet zo dramatisch over, de manier van beschrijven maakt in plaats van een elegie een mooi ingetogen vertelling. Door het verhaal subtiel weer te geven krijgt het verhaal een enorme lading; kleine brokjes worden toegeworpen, net zolang tot de onderlinge verhoudingen van de dorpsbewoners duidelijk worden. De dorpelingen zijn veelal geworteld in de streek. Het fictieve Noord-Friese Brinkebüll is een dorp dat vroeger alles had wat de mensen nodig hadden. Er was een school, een kerk, een kruidenier en mooie kastanjebomen gaven schaduw in de warme zomers.

De titel Middaguur verwijst naar de rusttijd tussen de middag. De tijd die de boeren – die voor dag en dauw hun koeien melken – gebruiken om bij te komen van hun noeste arbeid.

“Niemand kon zo zachtjes eten en geruisloos de trap opsluipen als kinderen die in Noord-Friesland waren opgegroeid. Als er daar iets voor de mensen heilig was, dan was het hun middagrust.”

Plotseling halverwege de jaren ’60 moet alles anders. Kleinschalig maakt plaats voor grootschalig en daarmee verdwijnen oeroude gebruiken zoals het heilige middaguur.
Meester Steensen is tevens heemkundige, zijn visie op de vernieuwing is niet mis te verstaan:

Boekenkrant

“De bouwlanden herverkavelen alsof het vergissingen waren. De oude velden, beken, zandpaadjes corrigeren en normaliseren, asfaltwegen door de oude sandrs walsen, zwerfstenen opzijschuiven die hier al sinds de Saale-ijstijd gelegen hadden. Zweeds graniet! Je moest een gletsjer zijn om dat te mogen! Ze hadden er het recht niet toe. Die lomperiken schaafden met brute kracht over het morenelandschap en wisten niet eens wat ze deden, geen enkel verstand! Met zijn rugzak vol stenen stond hij tussen diepladers en zware walsen, dorpsmeester Steensen, heemkundige, lid van het Genootschap voor Glaciale sedimentologie, en hij slingerde zijn woedende protest naar de gravende barbaren toe.”

Centraal in het boek staat het dorp zelf met daarin gevestigd het café van Sönke en Ella Feddersen, de plaats waar de bewoners elkaar ontmoeten. Hier worden tradities strikt nageleefd. Ook wanneer je niet zoveel verdient kan er toch een bruiloftsfeest gegeven worden, de uitbaters sjoemelen dan met de prijzen door de rijken gewoon wat hoger aan te slaan. Zo deden ze dat, solidariteit zonder er een woord over te reppen, de welgestelden merkten het toch niet. Van dochter Marret kun je niet helemaal op aan, haar taken in het café worden vaak maar half uitgevoerd, liever loopt ze te zingen en te zwerven over de velden.

Het dorp kent vele geheimen, niet alles wordt verteld, maar er zijn wel vermoedens. Ingwer is één van de buitenbeentjes. Meester Steensen heeft dat al snel door, het schooltje heeft één klas en Steensen weet precies wat voor vlees hij in de kuip heeft, vlot dirigeert hij elk kind in één van de drie groepen. Ingwer zal doorleren, tot groot verdriet van Sönke, die hem graag als zijn opvolger ziet als uitbater. Hoe de verhoudingen precies liggen laat ik aan de lezer, niet alles mag prijsgegeven worden. Ingwer vertrekt Kiel waar hij archeoloog wordt en in een schilderachtige woongroep huist. Prachtig beschreven wordt zijn innerlijke leven – afwisselend dromerig en realistisch weet hij zich staande te houden en komt  uiteindelijk tot inzicht. Het oude dorp met zijn gewoontes was misschien zo slecht nog niet.

En passant wordt verteld over het oorlogsverleden van Sönke. Zonder al te veel gruwelijke details wordt duidelijk wat hij gedaan heeft en ook wat zijn reactie op zijn daden is. Een kwestie van schuld en boete, net zolang tot er voldoende geboet is. Parallel aan zijn schuld loopt het schuldgevoel van Ingwer, terugblikkend voelt ook hij zich geroepen om boete te doen.

Opvallend zijn de namen van de hoofdstukken, ze dragen allemaal de naam van een lied dat past bij het hoofdstuk. Veel schlagers, favoriet in het café, maar ook Engelstalige songs zoals Old man, look at my life en The Times They Are a – Changing. Het gebruik van onvertaalde platduitse zinnen en uitdrukkingen geven het boek een bijzondere sfeer en brengt de personages tot leven. Verder worden er veel vogels genoemd ze horen bij het ritme van de seizoenen, maar ook bij het veranderen van het landschap. Zwaluwen blijven op een gegeven moment weg omdat er geen nesten meer te metselen zijn, modder verdwijnt, alles wordt geasfalteerd en er wordt strak en efficiënt gebouwd. 

Voor wie houdt van een roman waarin personages naturel geportretteerd worden, humor en zelfreflectie niet ontbreken en vraagtekens gezet worden bij zogenaamde vooruitgang, kan in deze roman zijn hart ophalen.

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken