"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Migratie als DNA van Amsterdam

Dinsdag, 18 januari, 2022

Geschreven door: Leo Lucassen
Artikel door: Jacqueline Stil

Amsterdam als stad van nieuwkomers

[Recensie] Dit zeer volledige boek beschrijft de cyclus van immigratie en emigratie in Amsterdam van 1550 tot en met 2021. Het bespreekt ook de beeldvorming over de mensen die naar Amsterdam toe komen, wat een zeer diverse groep is.

Het boek is verdeeld in zes periodes van globalisering, afgewisseld met zogenaamde ‘vensters’, waarin een meer gedetailleerd onderwerp is uitgelicht. In 1550 is er evenals nu sprake van massa-immigratie. Deze gaat gepaard met economische en culturele bloei. Uit het uitvorsen van de geschiedenis blijkt dat de diverse immigratiegolven samengaat met welvaart. Is de welvaart groot, dan zijn er veel immigranten. Steekt armoede de kop op, dan zijn er weinig immigranten.

Hugenoten
In de eerste periode zijn er vooral Hugenoten, Joodse nieuwkomers, Aziatische en Afrikaanse mensen die naar Amsterdam komen. Ook zijn er zeelui en kooplieden uit Duitsland en België. Velen komen terecht in creatieve beroepen. Langzaam maar zeker verwerven zij een succesvolle positie. Meer dan 50% van de Amsterdammers is in de periode 1550-1780 van buitenlandse afkomst.

In de periode erna komt het nationalisme op en verandert Amsterdam sterk van karakter. Het wordt een probleemstad met een krimpende bevolking. De integratie droogt op, mensen blijven in hun eigen omgeving en traditie hangen. De grote meerderheid leeft in armoede. Discriminatie en immigratie worden minder.

Pf

Tussen 1870 en 1914 verandert Amsterdam weer en groeit zowel wat betreft inwoners als economie. De sociale mobiliteit neemt toe en immigranten spelen een zichtbare rol in de bloei, die ook wel de ‘Tweede Gouden Eeuw’ is genoemd. De integratie versnelt in deze tijd. Veel groei zit in deze periode in winkelbedrijven die nu lang daarna nog grote namen waren, zoals V&D, Lampe en C&A en de Bijenkorf.

Eigen-volk-eerst
Tussen het begin van WOI en het eind van WOII staan oorlog en de komst van vluchtelingen en later genocide centraal. Duitsland is in deze tijd het belangrijkste land van herkomst voor immigratie, zowel Joodse Duitsers als politieke vluchtelingen. Door de crisis in de jaren dertig krijgt het nationalisme en eigen-volk-eerst-mentaliteit voet aan de grond. Migranten overal vandaan houdt men extra in de gaten. Soms weigeren ook mensen mee te werken aan het terugsturen van vluchtelingen.

Na de oorlog ligt Amsterdam er verweesd bij. Vanaf de jaren ’50 groeit de etnische en culturele diversiteit groeit sterk. Immigranten uit allerlei windstreken, zowel van binnen als van buiten Nederland, vestigen zich in de stad. Geboren Amsterdammers verhuizen van het verpauperde centrum naar de nieuwe tuinsteden aan de randen van de stad. Velen gaan naar buursteden als Purmerend en Almere. Er komen veel gastarbeiders om openstaande baantjes te vervullen. De sfeer is er een van integratie-optimisme. Spanjaarden, Italianen, Turken, Marokkanen, Surinamers, Indiërs komen naar Amsterdam. In 1965 zijn er 17.000 verblijfsvergunningen in omloop.

In de nieuwe tijd, 1980 tot en met 2021, heeft immigratie naar Amsterdam de stad ingrijpend veranderd. 33% van de inwoners is geboren in het buitenland. Dit komt ongeveer overeen met de situatie in de eerste helft van de 17e eeuw (40%). Daar komt nog bij een groot aantal immigranten uit de provincie. De immigranten hebben zowel een positieve als een negatieve impact. De kinderen en kleinkinderen van de eerste migranten zijn echte Amsterdammers geworden. Het integratieproces is echter nog niet uitgekristalliseerd.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles