"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mijn evangelie

Zaterdag, 12 januari, 2019

Geschreven door: Alla Avilova
Artikel door: Wolter Huttinga

Zelf ontdekken wat Jezus jou te zeggen heeft

De schrijfster

[Recensie] Alla Avilova is een uit Rusland afkomstig publiciste die sinds 1979 in Nederland woont. Ze was medeoprichter van Koorddanser, een blad over zingeving en spiritualiteit.

Thematiek

Het boek spoort de lezer aan om zelf aan de slag te gaan met de universele wijsheid van Jezus. Daar hoef je volgens de auteur beslist niet kerkelijk of gelovig voor te zijn.

Boekenkrant

Avilova richt zich vooral op de uitspraken van Jezus, dat wil zeggen zijn ‘leer’. Die destilleert ze uit de canonieke evangeliën en als het zo uitkomt uit het apocriefe Thomasevangelie. Avilova is vooral geïnteresseerd in de ‘oorspronkelijke Jezus’ die naar voren komt in de hypothetische bron Q, waarin zijn kern-uitspraken zouden zijn opgenomen. Dat is vooral de Jezus van de Bergrede en van de vele gelijkenissen over het koninkrijk.

Want o wee, zodra Jezus in de handen van een theologisch narratief of theoretisch kader valt gaat het volgens Avilova al gauw mis. Immers, “Jezus zelf erkende de autoriteit van theologen en priesters niet”, meent de auteur. Jezus erfde volgens haar in het losgeslagen Galilea een vrijzinnig Jodendom met een hoop oog voor pluraliteit en universele liefde waarmee hij naar Jeruzalem toog. Zijn ‘religie van het individu’ sloeg echter niet aan bij de Jeruzalemse elite en, afijn, u weet hoe het afliep.

Avilova maakt een selectie van uitspraken van Jezus die voor haar inspirerend zijn en houdt die aan de lezers voor, in de hoop dat ook hedendaagse seculiere mensen weer op een frisse manier geraakt kunnen worden door Jezus’ boodschap.

Opvallend

Al op de eerste pagina’s voel je het vertrouwde frame weer aankomen: er was ooit een inspirerende Jezus die wijsheid verkondigde en die gevolgd werd door hippie-achtige plurale communes. Zijn radicale boodschap van liefde werd echter al gauw onder het tapijt geveegd door ‘theologen’ en zijn woorden werden in het vervolg als bewijsmateriaal voor starre dogmatiek gelezen. Volgens die dogmatiek zou hij de ‘Zoon van God’ zijn en voor onze zonden zijn gestorven. De bijbelse canon werd afgesloten en er was geen ruimte meer voor pluraliteit.

Het frame is soms wat subtieler aanwezig, maar neemt in dit boek echt karikaturale vormen aan. In het kader van een bespreking van de zin “heb uw naaste lief als uzelf” schrijft Avilova dat binnen het christendom “eigenliefde een van de grootste zonden” zou zijn. “Een rechtgeaarde christen moet niet van zichzelf houden maar zichzelf als een zondaar beschouwen.” Goed, tot zover een genuanceerde omgang met het fenomeen christendom.

Reden om dit boek niet te lezen

Dit gefrustreerde leeskader zou ik nog terzijde kunnen leggen. Maar wat levert het boek nu op? De titel Mijn evangelie, waar ik aanvankelijk niet zo’n erg in had, begint al gauw omineus door te werken. Avilova vertelt vooral heel uitvoerig hoe zij de evangeliën las en herlas en wat ze bij haar opriepen. Als bij een slechte preek staan haar al te persoonlijke leeservaringen steeds tussen jou en de woorden van Jezus in, zodat je geërgerd uitroept: ga eens aan de kant!

Ze voert vermoeiende exercities uit over haar twijfels bij het begrip ‘koninkrijk van God’, dat ze beter tot zich kan nemen als ze het ‘Het Bovenzintuiglijke’ noemt, maar later toch wel weer oké vindt. Vervolgens raken we de auteur pagina’s lang kwijt als ze haar persoonlijke lijst van favoriete Jezus-uitspraken op een rijtje zet waar we de rest van het boek onder haar leiding op mogen kauwen. Dat deel heet “het christendom als universele filosofie”. Dat ziet er veelbelovend uit, maar maakt de belofte volstrekt niet waar. De auteur springt van de hak op de tak, neemt onnavolgbare zijpaden die vaak te persoonlijk of simpelweg te warrig zijn. Ik heb echt m’n best gedaan, maar ik kan geen pointe ontdekken in dit boek. Of het moet zijn dat het christendom slecht is en je er vooral je eigen wijsheid uit moet vissen. Ironisch genoeg zorgt de warrige hyperindividualiteit van dit boek juist voor een verlangen naar ten minste een glimpje consistentie, de wil om in een traditie te staan of tenminste iets dat het individuele ook maar enigszins overstijgt of tegenspreekt.

Reden om dit boek wel te lezen

En het had zo mooi kunnen zijn! Ik denk namelijk wel degelijk dat je een aardig boekje over de universele wijsheid van Jezus zou kunnen schrijven en inderdaad, dat je om daar wat aan te hebben helemaal niet gelovig of kerkelijk hoeft te zijn. En dat je fraaie verbanden zou kunnen leggen met de wijsheid in andere religies en levensbeschouwingen, zoals Avilova op haar betere momenten ook doet. De woorden van Jezus kunnen immers in ieder leven en iedere context weer opnieuw frisse betekenis krijgen. Het boek zag er wat dat betreft zo veelbelovend uit, ook met dat lieflijke, uitnodigende kaftje erom. Jammer.

Eerder verschenen in Trouw