"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mijn gevangenissen

Vrijdag, 22 september, 2017

Geschreven door: Silvio Pellico
Artikel door: Peter Sierksma

Overleven met de Goddelijke komedie en de Bijbel

[Recensie] Bij het openslaan van het voor het eerst sinds 1911 weer in het Nederlands vertaalde Mijn gevangenissen van Silvio Pellico moest ik even aan Il senso van Lucino Visconti denken. De film speelt zich af in het door Oostenrijk bezette Venetië en ademt de sfeer van het verval van de negentiende-eeuwse aristocratie tegen de achtergrond van het opkomend Italiaanse nationalisme onder leiding van Giuseppe Garibaldi. Paarden en gelaarsde soldaten in strakke uniformen bepalen het decor waarin een onmogelijk verliefde gravin Livia Serpieri (Alida Valli) haar onheil tegemoet schrijdt. Onmogelijk verliefd, want haar liefde geldt een onbetrouwbare op geld beluste luitenant van het bezettingsleger. Het is hetzelfde leger dat op vrijdag 13 oktober 1820 in Milaan de jonge talentvolle schrijver Silvio Pellico heeft opgepakt wegens hoogverraad. Pellico wordt langdurig verhoord en wat volgt is een reeks aangrijpende herinneringen aan de tien jaar die hij vanaf die dag in gevangenschap zal moeten doorbrengen. Over de verhoren zelf zwijgt hij: “Net als een geliefde die slecht behandeld is door zijn beminde en het plechtige besluit heeft genomen haar de rug toe te keren, laat ik de politiek voor wat ze is en zal ik het over andere zaken hebben.”

Verrassend. Want je zou je kunnen voorstellen dat je dankzij die verhoren direct als getuige à decharge wordt meegezogen in de denkbeelden van de door Garibaldi aangevoerde Carbonari tijdens het Risorgimento, zoals de periode van de Italiaanse ‘opstanding’ of eenwording ook wel bekend staat. Maar nee, wat volgt is een heel ander relaas. Pellico voert je in oprechte nederigheid mee naar een heel ander universum dan het weinig verheven politieke toneel in Europa aan de vooravond van 1848. Teruggeworpen op zichzelf met slechts twee boeken voor handen (Dante’s Goddelijke komedie en de Bijbel) kiest hij ervoor alle lafhartigheid, trouweloosheid en ontaarding, waarmee hij tijdens zijn eenzame opsluiting geconfronteerd wordt, ondergeschikt te maken aan een hogere godsdienstige en vaak vergeten filosofische waarheid. Een keus die uitnodigt tot een ‘krachtige wil’ in combinatie met  een ‘kalm oordeel’ waardoor de mens in staat wordt gesteld te blijven hopen op een wereld vol gerechtigheid en waardigheid. Een keus ook, die leidt tot een epische zielentocht die je 230 bladzijden lang niet meer loslaat.

Al lezend kwam ik er achter hoe fijngevoelig en diepzinnig Pellico (1789-1854) drie motieven met elkaar verbindt. Om te beginnen het grote, soms wanhopige verlangen naar zijn familie (met name zijn vader en moeder mist hij verschrikkelijk), dat hij vanuit de diepten van zijn onderaardse kerker in kasteel Spielberg in Brünn (het huidige Brno) als een dichter onder woorden brengt. Hoewel Silvio zich hier als kind van zijn tijd (de romantiek) regelmatig verliest in een uitbarsting van tranen vol oh’s en ach’s, wordt het geheel je nooit te veel, integendeel, al lezend mis en lijd je met hem mee.

Foodlog

Het tweede motief schuilt in de ontberingen die de schrijver als gevangene ondergaat. Zonder in detail te treden overdrijf ik niet als ik Pellico hier in een adem noem met de eveneens uit Turijn afkomstige Primo Levi, die de eerste zin van zijn kampervaringen in Auschwitz anno 1944-45 naar Mijn gevangenissen modelleerde en het werk zelfs vergeleek met de Odyssee van Homerus. Het derde motief plaatst Pellico daarentegen in een heel andere traditie. Door zijn verslag uit te laten monden in een bekeringsgeschiedenis, treedt hij nadrukkelijk in de voetsporen van denkers en gelovigen als Augustinus en Pascal. Het is ontroerend te zien hoe hij, nadat hij als student het katholieke geloof heeft ingeruild voor de ideeën van de verlichting, de Bijbel in zijn cel opnieuw ontdekt. Niet als een streng leerstellig geschrift of een vehikel tot vroom gekwezel, maar als Gods persoonlijke openbaring en aanwezigheid die de menselijke ziel tot rust kan brengen. Het levert tussen alle ellende door prachtige ontboezemingen op, die getuigen van een diep en zuiver verlangen alle “onrechtvaardigheid te verafschuwen doch onrechtvaardigen te vergeven.” In dat gegroeide vertrouwen, schrijft hij ergens, “verloor de eenzaamheid met de dag meer van haar gruwelijkheid.”

In Trouw, waarvoor ik deze recensie in iets andere vorm schreef, krijgen boeken geen sterren, maar weet dat ik zowel God als Van Oorschot dankbaar ben dat Pellico weer onder de mensen is.

Eerder verschenen in Trouw


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.