"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mijn gewonde hart

Woensdag, 6 februari, 2019

Geschreven door: Martin Doerry
Artikel door: Agnes Eikema

Het levensverhaal van een uit elkaar getrokken gezin

[Recensie] Een van de leukste dingen aan het ‘boekenbloggen’ is het contact met andere bloggers en leesfanaten. Na 5,5 jaar actief bloggen kan ik toch wel zeggen dat ik leuk contact heb met uiteenlopende mensen die dezelfde hobby hebben: lezen. Zo attendeerde iemand mij er op dat ik Mijn gewonde hart, het leven van Lilli Jahn 1900-1944 van Martin Doerry moest lezen omdat het wel een boek voor mij zou zijn. Ik reserveerde het boek bij de bibliotheek en had het binnen een mum van tijd uit.

Het boek omvat het verhaal van het leven van Lilli Jahn en is opgesteld door kleinzoon Martin Doerry. Het bevat correspondentie die Lilli met haar kinderen en vrienden heeft onderhouden nadat ze door de Gestapo in het heropvoedingskamp Breitenau is geplaatst. Het geeft een kijkje in het verdriet en de ontreddering in een gezin dat ooit erg sterk is geweest.

Lilli Jahn-Schlüchterer is een dochter uit een goed gezin. Ze was intelligent, welbespraakt en had altijd een goede dosis nieuwsgierigheid om de wereld te doorgronden. Ze studeerde geneeskunde en trouwde met collega-arts Ernst Jahn die uit een niet-Joodse familie kwam. Ondanks de labiele psychische gesteldheid van Ernst beginnen ze samen een huisartsenpraktijk in Immenhausen bij Kassel. Ernst Jahn is erg onzeker en lijkt zich daarom altijd de mindere in het huwelijk te vinden.

Samen krijgen ze vijf kinderen: Gerhard, Ilse, Johanna, Eva en Dorothea. In het kleine plaatsje Immenhausen wordt de sfeer steeds naargeestiger wanneer de nationaal socialisten de macht krijgen. Ze worden door hun mede dorpsgenoten steeds meer buitengesloten. Vooral de levenslustige Lilli kan hier moeilijk mee omgaan. Door de druk van buitenaf valt het gezin uit elkaar.

Boekenkrant

Waar Lilli voorheen nog steun had aan haar niet-Joodse echtgenoot, valt die rugdekking nu helemaal weg. Ze verlaat de praktijk in Immenhausen (waar ze toch al geen werk meer mocht uitvoeren) en gaat met haar kinderen in Kassel wonen. In 1943 wordt ze door de Gestapo opgepakt. Wat volgt is een correspondentie van grote omvang waarin alledaagse verhaaltjes zoals de gang van zaken in het kamp, maar ook angsten en gevoelens worden beschreven. De vijf kinderen zijn volledig op hun zelf aangewezen.

Wanneer alle hoop verdwijnt

In het begin zijn de brieven hoopvol; er is vast een fout gemaakt die een vriend van die en die wel op kan lossen. Hoe langer het duurt, hoe minder hoop er is. Het wordt allemaal niet zo concreet in de brieven geschreven, je moet als lezer goed tussen de regels lezen. Waarom de kinderen bijvoorbeeld in hun brieven zich vooral richten op alledaagse anekdoten en grapjes en Ilse zo trots beschrijft hoe ze rol van huismoeder heeft overgenomen. Er zit zoveel gevoel, verdriet en angst achter. En dat maakt dit non-fictieve boek zo indringend mooi.

Het beeld dat wordt geschetst is schrijnend, wellicht typerend voor die hectische tijd. Een gezin dat ontredderd is en het met zijn vijven moet zien te rooien, maar waaruit een enorme gezamenlijke verantwoordelijkheid voor wordt gevoeld.

Het gemis van vader is pijnlijk en zorgt ook voor woede en onbegrip. Het wordt hem vooral kwalijk genomen dat hij zijn gezin verlaten heeft in het heetst van de strijd en Lilli haar positie op haar zwakst. Het zal verschrikkelijk zijn om als moeder uit je gezin te worden gerukt en machteloos en met beperkingen te moeten toekijken hoe de kleine kinderen zich moeten redden.

Mijn gewonde hart. Het wordt duidelijk hoe gewond een hart kan zijn bij het lezen van dit sobere, maar indringende boek.

Eerder verschenen op Boekenz