"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mijn haar is lang

Zaterdag, 21 november, 2009

Geschreven door: Herman Brusselmans
Artikel door: Gemma Venhuizen

Lang van haar, lang van adem, lang van stof

Mijn haar is lang is het vijftigste boek van Herman Brusselmans. Dat klinkt als een hele prestatie, maar ik heb vooral bewondering voor de mensen die al zijn boeken gelezen hebben – zelf moest ik na elke pagina weer moed verzamelen voor de volgende.

Mijn tegenzin blijkt al uit het feit dat het boek zó lang op mijn nachtkastje heeft liggen stof vergaren dat Brusselmans’ nieuwere boek, Kaloemerkes in de zep, wel al op Recensieweb is besproken. Zó lang, bovendien, dat mijn eigen haar inmiddels ook een flink stuk gegroeid is – al heeft het nog geen Brusselmansachtige lengte aangenomen en ben ik blij dat het nog op mijn hoofd zit, gezien de tenenkrommende passages waarbij ik er uit pure wanhoop aan begon te trekken.

In Mijn haar is lang bezoekt Brusselmans een kapperszaak om zijn haar te laten bijpunten, maar net voor hij aan de beurt is bezwijkt de kapper aan een hartaanval. Wat volgt is een relaas over andere mislukte kappersbezoeken, de geschiedenis van de ananas, erecties en de verjaardag van een elfjarig meisje. Veelzijdig genoeg, zou je zeggen.

Helaas weet de schrijver zijn overpeinzingen en belevenissen zo structuurloos op te schrijven, dat het moeilijk is om je aandacht bij het verhaal te houden. De schrijver schakelt voortdurend van de ene gedachte over op de andere, zijn schrijfsels lijken een directe weergave van een chaotisch denkproces. Waarnemingen en meningen lopen door elkaar heen:

Schrijven Magazine

‘Ik vroeg aan Zygma wat ze die middag had gegeten. “Peultjes in de schil,” zei ze. Ik zei dat ik zelf een pond kroos had gegeten, zo uit de vijver geplukt. Dat was natuurlijk een leugen. Zygma ging er niet op in, wat me beviel. Meisjes die er niet op ingaan, die wacht een grote toekomst. Op de radio zei iemand dat de president van Rusland was ontsnapt aan een aanslag. Iemand had hem willen uitschakelen.’

En zo gaat het het hele boek door: de ene inhoudsloze passage na de andere; geen enkele opmerking die beklijft. Associatief schrijven kan tot mooie, goed doorwrochte essays leiden, die prachtige samenhang tussen soms ver uiteenlopende onderwerpen kunnen smeden. Bij Brusselmans is het resultaat echter een onleesbare kluwen zinnen, een vies hoopje verbale diarree.

Natuurlijk, de schrijver doet het erom; het inhoudsloos geklets is duidelijk met plezier opgeschreven. Helaas weet hij dat plezier niet op elke lezer over te brengen. Het is niet dat Brusselmans helemaal geen gevoel voor stijl heeft. Zijn dialogen zijn niet houterig, de zinsbouw zit goed in elkaar. Het zit hem – naast het gebrek aan structuur – hoofdzakelijk in de inhoud. Wat hij te vertellen heeft, is interessant noch grappig. Onderstaand citaat zou nog best leuk kunnen zijn als het was ingebouwd in een ander verhaal, in een verhaal met structuur en een sterke plot:

‘Een glaasje Fanta zou er wel in willen. Ik zei tegen Zygma dat ik naar de keuken ging, waar ik de koelkast inspecteerde. Deze bevatte geen Fanta. Het werd me droef te moede. Hoe moest ik nu mijn dorst lessen? Ik nam een blikje Coca-Cola en riep luid naar het meisje: ‘“Jij cola of hoe zit het?”’

Temidden van Brusselmans’ gezwets denk je alleen ‘nee, niet alweer een tenenkrommend flauwe grap.’ Natuurlijk, over de humor zullen de meningen zijn verdeeld. De schrijver zelf is er duidelijk van gecharmeerd en zijn adepten zullen dat ook zijn. Brusselmans is dan ook vooral een kwestie van smaak. Dat blijkt ook uit de opmerking van zijn eigen vader, die in het boek wordt aangehaald: ‘Je schrijft toch alleen maar onnozelheid. (…) Dat zit in je aard.’

Een boek van Brusselmans lezen is alsof je urenlang onafgebroken naar een onsamenhangend verhaal van een dronkelap in de kroeg staat te luisteren, zonder uitzicht op ontsnapping. Waarschijnlijk is het een oplossing om zelf een paar liter bier achterover te slaan, maar ik wil met deze recensie geen alcoholisme in de hand werken. Misschien is Mijn haar is lang een aanwinst voor de lezerstafel bij de kapper. Voor wie de roddelbladen uit heeft.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: