"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Moeder van glas

Dinsdag, 28 mei, 2019

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Wendy van den Berg

Acceptatie van een psychische ziekte

[Recenie] Auteur en journalist Roos Schlikker schreef een prachtige ode aan haar moeder, Emmeke, en zichzelf als dochter. Haar moeder heeft een bipolaire stoornis waar niemand iets vanaf wist. Natuurlijk waren er wel de depressies en Roos verwoordt erg mooi hoe die periodes waren, maar ook de periodes daar tussenin: de periodes waarin haar moeder wel de energieke, vrolijke en gezellige vrouw was.

Als haar moeder komt te overlijden na een val van de trap, start Roos een zoektocht om haar moeder nóg beter te leren kennen. En dat lukt. Ze krijgt verhalen te horen van bijvoorbeeld een oud klasgenoot van haar moeder. Langzaam maar zeker vallen de puzzelstukjes in elkaar voor Roos.

Een gedeelte van de tekst gaat over de zoektocht en schrijft ze verhalend. Het andere gedeelte zijn gesprekken die ze met haar overleden moeder voert. Hierin worden herinneringen opgehaald waardoor Roos haar moeder écht leert kennen en uiteindelijk het verdriet en gemis een plekje kan geven.

Door de verhalen heen zijn briefjes geplaatst. Notities en gedachtes die haar moeder opschreef. Flarden uit het leven van iemand met een bipolaire stoornis. Over de dagen dat het goed gaat maar ook over dagen dat ze erg naar de dood verlangt. Hierdoor komt het verhaal nog meer binnen.

Boekenkrant

Het verhaal dat Roos vertelt, is vertederend. Als jong kind wist ze al dat haar moeder kon veranderen als een blad aan een boom. Zo was ze de energieke moeder die van alles ondernam en zo lag ze dagenlang in bed met de gordijnen dicht. Roos kon zich goed aanpassen aan de situatie en na verloop van tijd kon ze zelfs al redelijk inschatten wanneer er weer een depressie aankwam. Helaas kwamen die steeds korter op elkaar en duurde ze ook veel langer. Uiteindelijk kwam het zo ver dat ze toch besloten om onderzoeken te laten doen om erachter te komen wat er nu aan de hand was met haar moeder.

Na een lang traject binnen het GGZ, met vele verschillende diagnoses en mensen die elkaar tegenspreken, en de vele onderzoeken, kwam er bipolaire stoornis uit. Niet door het GGZ maar door een psychiater die graag kritiek gaf op de protocollen van deze organisatie. Zij kon de diagnose benoemen en de medicijnen uitschrijven die nodig waren. En dat nadat ze bijna een jaar van het kastje naar de muur werden gestuurd. Het was een hele opluchting en Roos en haar ouders wisten eindelijk waar ze aan toe waren.

Het geduld dat Roos en haar vader hadden omtrent haar moeder is prijzenswaardig. Net als de manier waarop ze kijkt naar mensen met een psychische stoornis. Roos beschrijft erg mooi in dit boek hoe haar kijk op deze mensen is veranderd.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles