"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mondo Mendini: De wereld van Alessandro Mendini

Donderdag, 7 november, 2019

Geschreven door: Alessandro Mendini, Beppe Finessi, Steven Kolsteren, Ruud Schenk
Artikel door: Chris Reinewald

Principieel design-eclecticus

[Recensie] Het 25-jarige Groninger Museum, noord-Nederlands kleurig monument van het Mediterrane  postmodernisme, viert zijn jubileum met een overzicht van de Italiaanse designer Alessandro Mendini (1931-2019) één van zijn scheppers. De expositie, een vrolijke designsnoepwinkel, negeert alle chronologie, hiërarchie of de scheiding tussen kunst en kitsch.

In de mooie catalogus zijn als bonus ook Mendini’s heerlijke tekeningen opgenomen. Minder makkelijk te verteren: de looiige theoretische teksten van de ontwerper zelf.

Op het omslag kijkt een wat muizige bejaarde heer je aan. Hij lijkt eerder een boekhouder of dorpspastoor dan de postmoderne ontwerper die zijn lange, creatieve leven grossierde in kleurige extravagantie. Mendini typeerde zijn oeuvre – van kurkentrekkers, protserige meubels tot gebouwen – zo:

“Mijn werk is vergelijkbaar met een roman, waarin ernst, pijn, komedie en poëzie naast elkaar bestaan. Mijn objecten zijn daarin de tragikomische figuren.”

Foodlog

Ingeklemd tussen schutbladen met pastelkleurige, asymmetrische patronen ontvouwt zich de Mondo Mendini, waar weinig lijn maar des te meer joligheid in valt te ontdekken. Net als zijn landgenoot en stijlverwant Ettore Sottsass (1917-2007) trok Mendini zich iets aan van de moderne normen en waarden waaraan 20ste eeuwse designers zich tot de tachtiger jaren hielden: vorm die functie volgt en een verbod op loze decoratie.

Toch was het vooroorlogse Italië was nooit zo streng in de moderne leer. Vrijwel tegelijkertijd ontwikkelde zich neoclassistische Fascistische overheidsarchitectuur naast de luxe bourgeois-ornamentiek van Gio Ponti, vooraf gegaan door de deconstructieve implosies van het kleurige Futurisme. Deze stijlinvloeden vormden Mendini’s hybride smaakpalet en verlieten hem eigenlijk nooit. 

Gretig kijkdier

Mendini zoog zich als gretig kijkdier vol met visuele prikkels. Invloedbronnen uit beeldende kunsten, etnografica en andermans design en kunst. Schaamteloos hergebruikte hij de bestudeerde motieven van serieuze moderne kunstenaars Kandinsky, Malevich, Schlemmer of Mondriaan als decoratie op doorsnee vormgegeven meubels. De asymmetrisch, verzaagde en geconstrueerde zitbank gaat terug naar het minder bekende Praagse kubisme, een kort durende Tsjechoslowaakse ontwerpstijl begin 20ste eeuw. Meer luxer zijn de invloeden van de Wiener Werkstätte en de neoklassieke ornamenten van Gio Ponti, tevens invloedrijk designtijdschriftuitgever.

Werkelijk geniaal blijft de Rietveld zigzag-stoel waarvan Mendini de rugleuning verlengde met een kruis. Ridiculiseert hij zo onze moderne heilige Rietveld? Welnee.

Een postmodernist zoekt immers geen diepere betekenislaag. De Italiaanse essayist Alessandro Baricco prijst de kwaliteit van postmoderne kunstenaars om als een libelle oppervlakkig over een vijver te zweven, hier en daar te landen zonder ooit de diepte in te duiken. Aan die eigenschappen voldoet Mendini perfect.

Pak van Sjaalman

Als jong industrieel ontwerper was Mendini zoekende tussen theorie en praktijk. Net als Ponti leidde hij van 1970 tot 1976 als hoofdredacteur het designtijdschrift Casabella, waarin hij antikapitalistische theorieën ventileerde en ontwerpers stimuleerde zich meer radicaal op te stellen.

Uit die periode dateert een gefotografeerde performance van een stoel die hij in de brand liet steken om als antidesign op de cover te zetten. Later vatte Mendini het bezielen van gebruiksvoorwerpen positiever op waarvoor hij elk geoorloofd stijlmiddel benutte.

In de catalogus zijn ook verspreide teksten van Mendini opgenomen. Ze lezen als het befaamde “pak van Sjaalman” uit de Max Havelaar van Multatuli: onsamenhangend, belangrijkdoenerij, saai.

Nu kan dat ook liggen aan de vertaling van het rondzingerige Italiaans dat theoretici bezigen: over cultuur tot voetbalnabesprekingen of songfestivals.

Mendini vertelt meer met zijn oeuvre, al interesseerde het hem zichtbaar niet om ook iets innovatiefs te doen met ambachtelijke materialen textiel, keramiek, glaswerk, metaal; zoals Sottsass later wèl deed. Het beschilderen van middelmatige meubels leidde tot nogal veel slechte navolgingen; al kun je dat Mendini zelf natuurlijk niet kwalijk nemen.

Antikapitalist en design-driven

Nadat het postmodernisme postvatte werd Mendini’s werk nog lichtvoetiger en sleet zijn anti-kapitalistische houding. Sterker nog: avantgardistische producenten zagen in de tegendraadsheid een mooi marketingmiddel. Studio Mendini ging steeds vaker een-tweetjes aan met Italiaanse ‘designdriven’ ondernemers die het beste bij de inmiddels bejaarde Mendini naar boven haalden.

Zo werkte hij van 1996-2002 aan een sprookjesachtig pre-Christelijk kerkje van glasmozaïeksteentjes van producent Bisazza. Het bedrijf promootte zo zijn mozaiektegeltjes voor badkamers en andere interieurtoepassingen.

De degelijke horeca-productenfirma Alessi gaf Mendini als art-director carte blanche om met collega-postmodernisten het assortiment fiks op te leuken. Hoewel aanvankelijk bedoeld als cadeautje voor de pers werd het kurkentrekkervrouwtje Anna G (=Gil) in 1994 een ware bestseller. Mendini restylede het diamantvormige oer-espressokoffie potje van Bialetti  (1933) tot een vrouwelijker afgeronde versie.

Er kwam zelfs een Philips-Alessi lijn waarvoor Mendini in 1994 een lobbig, leverkleurige koffiezetapparaat ontwierp.

Recenter is een kinderachtig ogend serviesje voor een bedrijf in Zuid-Korea waar men in het openbare leven cartoons gebruikt. Passend bij Mendini, omdat hij bij het ontwerpen altijd begint met zijn vrolijke Saul Steinberg-achtige lijntekeningen.

Proust en Woolf

Aangespoord door het pointillisme van de schilder Paul Signac en Australische aboriginal paintings ging Mendini in 2002 helemaal los op decoraties met gekleurde puntjes. In die tijd stimuleerde de laminaatfabriek Abet designers tot nieuwe dessins voor hun bekledingsplaten (voor kasten en keukens). Een iconisch Mendini-meubel is de pointillistische kitsch-fauteuil, die hij – wat geforceerd – vernoemde naar de Franse schrijver Marcel Proust.

Via Virginia Woolf bewonderde hij de door Art Deco beïnvloede Omega Workshops van de Bloomsbury-kring. Het Londense ambachtskunstenaarscollectief diende mede als voorbeeld voor het anticonsumentische ontwerpcollectief Alchimia (1976-80) waaraan Mendini en ook Sotssas zich verbonden. De laatste begon later de Memphis designstroming.

Dat we nu postmodernisme niet meer als aparte stijl herkennen bewijst hoe het in onze smaak geïntegreerd is. Expositie en boek laten overtuigend zien dat Mendini hieraan in belangrijke mate bijdroeg. Toch was het uiteindelijk niet een ontwerper maar een bedrijf, Alessi dat “pomo” zijn alledaagse populariteit gaf.

In andere vorm, als tentoonstellingsrecensie verschenen op: Museumtijdschrift

Behalve het boek gaf het museum ook een mooi aanvullend tijdschrift uit waarin nog meer tekeningen van Mendini staan. Expositie: Mondo Mendini, t/m 5 mei: Groninger Museum, MK geldig