"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mondriaan, Uit de natuur

Donderdag, 14 september, 2017

Geschreven door: Marcel van Ool
Artikel door: Tea van Lierop

Een afdwaling naar het abstracte

[Recensie] Op de cover van Mondriaan, Uit de natuur staat een prachtige voorstelling van Mondriaans werk De rode wolk, geschilderd in 1907. Schitterend van kleur en voorstelling, alleen dit is al een reden om het boek op te pakken, door te bladeren en lezen. Kunsthistoricus Marcel van Ool is in dienst bij Staatsbosbeheer en laat ons in zijn boek de plaatsen zien waar Mondriaan werkte. Hierbij rijst de vraag in welke mate het landschap veranderd is en of er nog iets terug te vinden is van de sfeer en de ‘zichtlijnen’ van weleer. Het verhaal voert ons langs de vele plaatsen waar Mondriaan woonde en werkte, met veel aandacht voor de mensen met wie hij in aanraking kwam. Behalve het werk zijn ook de levenshouding en levensovertuiging van Mondriaan interessant. Hij werd in 1909 lid van de Theosofische Vereniging. Het denken beïnvloedde de kunst, dit is goed te zien in de ontwikkeling van zijn schilderijen.

Achterhoek

Van huis uit krijgt Mondriaan zijn talent voor tekenen mee. Zijn vader is hoofdonderwijzer aan de School voor Christelijk Nationaal Onderwijs en heeft de LO akte tekenen. Ook oom Frits tekent en neemt Mondriaan mee naar buiten om te kijken naar “oude lanen met zwaar geboomte, zacht stromende beken, bossen en woeste gronden.” Mondriaan vertrekt uit Winterswijk wanneer hij op twintigjarige leeftijd ingeschreven wordt als leerling op de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. In Winterswijk zal hij nog vele malen terugkomen en schilderen. Opvallend is het ontbreken van menselijke figuren zoals in Beukenbos, een werk met een oplopend beeld vanuit het midden naar licht tussen de bomen. De vraag is of dit symbolisch gezien moet worden. De vragen over Mondriaans relatie met de natuur en waarom hij de kleur groen verafschuwt worden in de loop van het boek beantwoord.

Het Zeeuwse licht

Boekenkrant

Domburg was één van de plaatsen die belangrijk werd voor Mondriaan en andere kunstenaars. Er was: “het Zeeuwse licht, soms heel scherp maar ook vaak wat ‘dampig’ door de invloed van de zee.“Het Domburgse werk zou een revolutie ontketenen in de schilderswereld, in deze periode ontstond ook een nieuwe stroming ‘het luminisme’, waar Mondriaan zich bij aansloot.

Dit is meer dan het schilderen van licht, aldus een citaat van kunsthistorica A.B. Loosjes-Terpstra: “Men wilde niet de werkelijk geziene effecten van het licht weergeven, maar de sensatie van het licht uitbeelden. En niet alleen die van het licht. Van elk gegeven werd de intuïtief ervaren sfeer méér gezocht en uitgedrukt dan de waargenomen vorm en kleur. Het doen aanvoelen van de ‘poëzie’ in de werkelijkheid werd verkozen boven het weergeven van een bepaalde het erin geziene schoonheid. Dit is de kern van het nieuwe, dat door het luminisme op gang gebracht werd.”

Composities

Het werk van Mondriaan verandert, de zichtbare werkelijkheid wordt teruggebracht tot een lijnenspel van horizontalen en verticalen. Diagonale en gebogen lijnen verdwijnen. In plaats van titels die verwijzen naar het onderwerp worden  de werken ‘composities’ genoemd. Niet iedereen is lovend over deze verandering, er is veel kritiek, maar juist de felle kritiek geeft aan dat er iets aan het veranderen was. Het proces is al begonnen, in het maandblad De Ploeg werd geschreven over Het duin in Zeeland: “Het gegeven is niet nieuw, wel de interpretatie ervan. […] er is een afdwaling naar het abstracte.”

De persoon Mondriaan vertoont specifieke trekjes. Hij heeft een grondige afkeer van stof. Behalve dat hij zijn werk zuiverde van nabootsing om tot zuivere ‘beelding’ te komen, moest ook zijn huis spic en span zijn. Dit viel een ieder op die bij hem op bezoek kwam, er was geen stofje te bekennen in z’n atelier. Mondriaan wordt omschreven als een asceet, een monnik, op zoek naar het goddelijke ‘Zelf’. De mens leeft in een illusie, de blik op de werkelijkheid is verhuld. Alle omhulling opgeven betekent ontwaken.

De stijl

In 1917 werd voor het eerst het tijdschrift De Stijl uitgegeven, later werd dit ook de naam van de beroemde kunstbeweging. Theo van Doesburg was de oprichter, andere leden waren Mondriaan, Vilmos Huszár, Bart van der Leck, J.J.P. Oud, Jan Wils, Robert van ’t Hoff, Gerrit Rietveld en Georges Vantongerloo. Het streven was een radicale hervorming van de kunst, het gebruik van zo weinig mogelijk kleuren, primaire kleuren met zwart, wit en grijs. De vormgeving diende zo eenvoudig mogelijk te zijn.

We volgen Mondriaan verder in Parijs, zijn werk wordt gewaardeerd en komt veelal in de V.S. terecht bij kunstverzamelaars. Dreiging van WOII brengt Mondriaan naar Londen, in 1940 vertrekt hij naar New York, hier heeft hij een geweldige en swingende tijd. Mondriaan schrijft:

“Echte Boogie-Woogie komt overeen met mijn bedoeling als schilder:  vernietiging van de melodie, hetgeen gelijk staat aan de vernietiging van de natuurlijke gedaantes, en opbouw door de voortdurende confrontatie van zuivere middelen-dynamisch ritme.”

Mondriaan, Uit de natuur is verrassend boek over stijlicoon Piet Mondriaan, niet alleen over de mens en kunstenaar Mondriaan, maar ook de tijd waarin hij leefde.  Aan bod komen onder andere Walden van Frederik van Eeden, Jazz, dansen, Josephine Baker, Duke Ellington en Boogie-Woogie. Geen eenvoudige kost, wel goed leesbaar door de opzet en het taalgebruik. De indruk is dat hier een kenner en liefhebber aan het woord is en het pleit voor de auteur dat hij ook twijfelachtige uitspraken, hypotheses beschrijft. Dit geeft het verhaal een extra dimensie en zo blijven er nog wat raadsels over. De illustraties in het boek zijn meer dan een mooie aanvulling op de tekst.

Eerder verschenen op metdeneusindeboeken.blogspot


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.