"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Mr. Lugosi’s butler

Donderdag, 12 juni, 2008

Geschreven door: Guido Snel
Artikel door: Nico Voskamp

Mulisch’ De Aanslag echoot in Bosnië

Een oorlogsverhaal? Dat moet van goeden huize komen om te verrassen, of om net zo vakkundig de ‘schuld’ van de oorlog telkens een ander gezicht te geven als bijvoorbeeld in De Aanslag. Guido Snel probeert het in Mr. Lugosi’s butler, met als onderwerp de Bosnische oorlog.

Net als in Mulisch’ boek wordt hier de schuldvraag van allerlei kanten bekeken. Dat is weinig vernieuwend, sterker nog, het is nogal duidelijk dat er nooit één schuldige is in zoiets absurds als een oorlog. Juist daarom verwacht je van een boek over de oorlog meer dan die verspringende schuldvraag. Dit boek verrast echter niet; het is een voor de hand liggend verhaal dat geen nieuwe kijk op menselijke motieven of oorlog oplevert. Wel is het vaardig geschreven, gelaagd en van haarscherpe observaties voorzien.

Dorn komt in contact met Nermin als hij voor hem tolkt bij het Joegoeslaviëtribunaal in Den Haag. Nermin was taxichauffeur in het Bosnische stadje Most toen daar in 1993 de moslimbevolking werd uitgezet. Het betrof ‘de bevrijding van de stad’ door het officiële leger van Kroatië, geleid door een zekere Štuka. Nermin getuigt tegen deze Štuka op het tribunaal. Als Dorn en Nermin nader kennis maken krijgt de tot dusver op een afstand gebleven Bosnië-oorlog voor Dorn een gezicht.

Nermin laat aan Dorn de foto van zijn verdwenen geliefde, Jasmina, zien en vraagt aan Dorn of hij zijn levensverhaal wil opschrijven. In scenariovorm; Nermin wil het verfilmen. Dat doet Dorn en al schrijvend krijgt voor hem de oorlog meer diepgang. Nu ziet hij de Bosnië-oorlog van binnenuit, door de ogen van een taxichauffeur bij wie de kogels om de oren vlogen. En dan raken ze het contact met elkaar kwijt.

Boekenkrant

Vanaf dat punt lopen de verhalen van Nermin en van Dorn uit elkaar. Nermin krijgt een relatie met een schrijfster, een Nobelprijswinnares op gevorderde leeftijd. Via haar komt hij in Amerika in contact met Mr. Lugosi, de kleinzoon van Bela Lugosi, de onbetwistbare meester-vertolker van Dracula. Nermin wordt zijn butler.

Dorn intussen kan het beeld van de foto van Jasmina niet uit zijn hoofd krijgen. Hij weet dat ze nog in leven moet zijn en zoekt half Bosnië af naar sporen van haar. Hij komt op de meest scabreuze plekken en leert dat de onderhuidse moslimhaat en het wantrouwen tegen buitenlanders nog springlevend is. Eindelijk vindt ook hij wat hij zoekt, voor hem misschien nog het meest verrassend.

De roman is geschreven in een afstandelijke, wat archaïsche stijl die herinneringen oproept aan de oude Reve. Soms ironisch, als bijvoorbeeld de bijnamen van de beklaagden ter sprake komen: ‘_Štuka_ was Kroatisch voor “snoek”. Bijna de voltallige bevolking van Titoland had een bijnaam…soms was die verkregen op basis van verdienste (“Geweerkolf”, “Brutus”).’ Soms toont de tekst opeens drie verschillende kanten van de oorlog, zoals wanneer Dorn informatie vraagt over Štuka, de commandant: ‘Over welke Štuka wilt u horen? Over de Achilles die in 1992 Most en contreien van de Serviërs heeft ontdaan? Over de jongeman die door de communisten werd gefolterd en die moest vluchten naar datzelfde vrije Westen dat hem nu tot vijfendertig jaar cel heeft veroordeeld? Over de Odysseus die na twintig jaar omzwervingen naar zijn geboortegrond terugkeerde?’

Met beeldend schrijven heeft Snel evenmin moeite. Dat is zelfs een van de sterke kanten van dit verhaal. ‘Er werd wel beweerd dat de Balkanoorlog de vrucht was van etnische haat, een eik van honderden jaren oud met wortels tot in de hel.’ En: ‘Tegen de hellingen van de bergen kropen vrachtwagens omhoog, hun lichten nestelden zich tussen de eerste sterren.’ En: ‘De man is weduwnaar en woont al enkele jaren in een verpleegtehuis, waar alzheimer een glad beslag van zijn herinneringen heeft geklopt.’ Nog één voorbeeld, een cynische beschrijving van de burgerman. Als Dorn in een Amsterdams café luistert naar ambtenaar Veerman:

‘Dagelijks reist Veerman op en neer tussen de hoofdstad en een vissersdorp langs het IJsselmeer. …(Veerman) legt omstandig aan Dorn uit wat een verlichting de tot een handzaam pakket de inklapbare tweewieler in zijn forensenbestaan heeft gebracht. Hij kan nu fietsen tussen het cs en zijn werk, en wint daarmee op heen- en terugreis al gauw een uur, tijd die ten goede komt aan zijn huwelijk en zijn gezin, en ook aan zijn hobby.’

Het boek kan ten slotte nog gelezen worden als parabel voor het verscheurde Bosnië zelf. Nermin is geestelijk aan stukken, kan nergens meer aarden nadat vriendin Jasmina bij hem weggehaald is. Zijn baas Mr. Lugosi zuigt hem als een vampier uit, zoals Bosnië altijd is uitgezogen. Dorn is de naïeve buitenstaander, vol goede wil maar nooit in staat de ziel van het land echt te vatten. En Štuka staat voor de blinde krachten van de oorlog, waarvoor je nooit de schuld bij één persoon kunt leggen. Dat laatste had Mulisch bij de Tweede Wereldoorlog ook al goed gezien.

Voor het eerst verschenen op Bazarow. Ook verschenen op Nico’s recensies.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Huis voor het hiernamaals

Mr. Lugosi’s butler