"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Na Europa

Zondag, 10 november, 2019

Geschreven door: Ivan Krastev
Artikel door: Florian Jacobs

En nu?

[Recensie] Europa is in crisis, dat valt volgens Ivan Krastev niet langer te betwisten. Maar wat zal er volgen op die crisis: een gelouterd Europa? Een ineengezakt Europa? Of iets ertussenin? Krastev geeft weinig antwoorden, al schetst hij wel meerdere scenario’s en geeft hij andere perspectieven dan we in het Nederlandse nieuws gewend zijn. Na Europa, een fris boek.

Laten we eerst eens Ivan Krastev introduceren. De politicoloog en filosoof is geboren in 1965 in Loekovit, Bulgarije, en “zat in het laatste jaar van zijn studie filosofie aan de Universiteit van Sofia toen de wereld in 1989 op haar kop kwam te staan” (p. 25). Tegenwoordig is hij lid van aardig wat Europese denk-tanks en publiceert hij regelmatige in vooraanstaande dagbladen als The Guardian. Een publieke intellectueel dus, met kennis van zaken. 

Na Europa is, zo vertelt menige bron, het hoofdwerk van Krastev. Dat klinkt veelbelovend, een man in het midden van de  materie die zijn belangrijkste werk tot dusver aan Europa wijdt. Legt hier dan misschien iemand eens fijntjes uit in wat voor crisis we wel niet zijn beland en wat we eraan kunnen doen? Niet helemaal. Dat blijkt een al te hoge verwachting. Krastev heeft geen vergezichten, soepel overzicht of overtuigend oordeel in petto. Veeleer analyseert hij recente gebeurtenissen – zoals de terugkeer van het nationalisme, opkomende antidemocratische stromingen en natuurlijk de Brexit – vanuit een veelvoud van perspectieven. Hij slaat steeds meerdere bronnen erop na, citeert volop uit literatuur, allerlei kranten en websites, en geeft zodoende een rijk palet van invalshoeken. Een te billijken aanpak: de Europese Unie is een dermate complex verschijnsel dat vele blikken tezamen iets wat op waarheid lijkt weten te benaderen. 

Gedoemd?
Is het boek dan slechts een samenraapsel van perspectieven, zoals een bundel die door meerdere auteurs is gefabriceerd? Nee hoor, Krastev geeft heus wel een eigen mening over de toekomst van de Europese Unie. Alleen is die een weinig opbeurende. Ik citeer enige opmerkingen: “Is de Europese Unie gedoemd uiteen te vallen zoals het Habsburgse Rijk uiteenviel?” (p. 16) “De Europese Unie is een uiterst riskante gok dat de mensheid zich zal ontwikkelen in de richting van een meer democratische en tolerante samenleving.” (p. 32) Een boek met een boodschap in mineur, laat dat duidelijk zijn. Voor wie weleens een opbeurend verhaal over Europa wil lezen, verwijst Krastev naar het werk van Ulrike Guérot, schrijver van Waarom Europa een republiek moet worden.

Boekenkrant

Krastev zelf behoort tot de sceptici. Een scepticus met een scherpe blik, dat wel. Krastevs uitleg van de migratiecrisis in hoofdstuk 1 is het beste deel van het boek. Hij betoogt twee zaken: 1) dat de verdragen waarop we ons migratierecht baseren achterhaald zijn en 2) dat de migratiecrisis het liberalisme dat ons groot heeft gemaakt confronteert met zijn tekortkomingen. Wie in Duitsland geboren wordt, heeft het domweg beter dan wie een Afghaans burgerschap in de schoot krijgt geworpen. Het grote verschil met 50 jaar geleden? Nu wéét iedere Afghaan met internet dat het beter is in Duitsland. “De globalisering heeft de wereld in een dorp veranderd, maar dan wel een dorp onder een soort dictatuur – de dictatuur van de wereldwijde vergelijkingen.” (p. 43) Alstublieft: de Gini-coëfficient, een statische maatstaf die de ongelijkheid binnen een land aangeeft, is internationaal geworden. Een messcherpe, onontkoombare analyse.

Een wervelwind van gedachten
Zo schijnt Krastev op wel meer actuele politieke kwesties een helder licht. De strijd tussen Clinton en Trump was er een “tussen mensen die denken in termen van ruimte en mensen die denken in termen van plaats.” (p. 46) Het nieuwe populisme “geeft mensen een stem zonder dat ze een gezamenlijk project hebben.” (p. 48) Dit is wat mij betreft knappe politieke filosofie: woorden die een wervelwind in onze gedachten over de staat van de wereld laten ontstaan. Dan vergeef je Krastev zijn soms al te suggestieve argumentatie en zijn rommelige, ietwat postmoderne opbouw. Voeg hieraan toe dat dit boek een broodnodig perspectief op het Europa-debat levert – dat van iemand die de val van een sovjetrepubliek zelf heeft meegemaakt en daarmee het existentiële belang van een Verenigd Europa niet alleen goed begrijpt maar ook volop voelt – en ik kan dit boek niet anders dan aanraden aan wie zich in Europa en de huidige wereld wil verdiepen.

Volgens de overlevering moet iedere Let aan wie wordt gevraagd of zijn hoofdstad, Riga, af is, antwoorden met een welgemeend ‘nee’. Zodra de stad zich voltooid noemt, zou zij in de rivier zinken. Europa is ook nooit af. Daarbij dienen we ons er bovendien van te vergewissen dat “vooruitgang uitsluitend lineair is in slechte geschiedenisboeken.” (p. 120) Aan de slag!

Eerder verschenen in iFilosofie

Lees eveneens de twee andere recensies van Na Europa: