"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Naar het Noorden

Zaterdag, 7 juli, 2018

Geschreven door: Scott Jurek
Artikel door: Marnix Verplancke

3522 kilometer in de benen

Ultraloper Scott Jurek ondernam drie jaar geleden een aanval op het snelheidsrecord op de mythische Appalachian Trail, een ruw Amerikaans wandelpad met een lengte van 3522 kilometer. Hij zou per dag 80 kilometer moeten lopen, wist hij, bijna twee marathons dus, en dat 46 dagen na elkaar. Moeilijk, maar niet onoverkomelijk, zo bleek.

[Interview] “Mijn vrouw Jenny en ik zaten een beetje vast,” zegt hij. “Het lukte ons niet om kinderen te krijgen. We hadden even wat tijd nodig voor onszelf, om na te denken hoe we onze toekomst zagen. Bovendien was ik op zoek naar het geluk dat ik als kind ervaren had bij het lopen, toen ik door de bossen rond het huis van mijn ouders zwierf, op weg naar de vijver om te vissen. Rondjes lopen heeft me immers nooit iets gezegd, ik wil de natuur om me heen voelen. Een snelheidsrecord vestigen op de Appalachian Trail was dus een bedevaartstocht voor Jenny en mij.” En het heeft geholpen, denk ik, wanneer ik tijdens het interview het schaterende uk op zijn schoot zie zitten.

Scott Jurek is een ultraloper, wat betekent dat hij afstanden loopt die langer zijn dan een marathon. Populaire wedstrijden onder ultralopers zijn bijvoorbeeld 24-urenlopen, waarbij vlot over de 200 kilometer wordt gegaan. ‘Seen that done that been there’, dacht Jurek die tegen zijn veertigste een indrukwekkend palmares bij elkaar had gelopen. Voor hij er de brui aan gaf wou hij echter nog een keer schitteren, en daarom zette hij in op het record op de Appalachian Trail, het ruwe en soms ronduit onbegaanbare pad dat van zuid naar noord langs de Amerikaanse oostkust loopt, van Georgia tot in Maine, 3522 kilometer lang, 84 marathons na elkaar, en die zou hij in een dag of 46 moeten afmalen.

Jenny zou zijn begeleidster worden. Ze bouwde hun zwarte bestelbus om tot Castle Black, dat voor een paar maanden hun mobiele thuishonk zou zijn van waaruit ze hem psychisch en fysiek zou ondersteunen met heel veel liefde en nog veel meer smoothies. Samen zetten ze koers naar Georgia en op 27 mei 2015 begon Jurek aan zijn avontuur dat hem meermaals op de rand van zijn mogelijkheden en de opgave zou brengen. Hij liep een spierscheur op, kreeg tropische storm Bill over zich heen en schrok zich rot toen er opeens een berin op zijn pad verscheen die echt niet van plan was een stapje opzij te zetten. Maar hij haalde het. Na exact 46 dagen, 8 uur en 7 minuten bereikte hij de eindmeet, wat een verbetering van het record was met 3 uur en 13 minuten. “Ik hou van de strijd en ik haat het wanneer het eenvoudig is,” zei poolreiziger Ernest Shackleton ooit. Het werd Jureks devies tijdens deze tocht, bekent hij in Naar het noorden.

Boekenkrant

“Ik weet dat ultralopen een slecht imago heeft,” gaat Jurek in de verdediging nog voor ik enige kritiek hebben kunnen uiten. “Lopen is vervelend en slecht voor je knieën, maar ik denk dat dit fel overdreven is. We zijn allemaal luxebeestjes geworden. We houden ons huis winter en zomer op een constante temperatuur en we vinden het normaal dat we auto’s hebben die ons van hier naar ginder brengen. We zijn wat comfortabel en wat goed voor ons is door elkaar gaan halen. Je krijgt echt geen artritis door de Appalachian Trail af te lopen, maar wel door hele dagen te zitten werken op een bureaustoel. En zo erg of belastend waren die 3522 kilometer nu ook weer niet. Uiteindelijk heb ik vooral gewandeld, denk ik, en maar tussen de dertig en de veertig procent van de afstand gelopen. En we weten allemaal dat wandelen de gezondste manier van bewegen is.”

Na week liep je een spierscheur op, en toch ging je door.

“Dat was inderdaad even doorbijten, en minder druk op die spier zetten zodat ze kon herstellen. Toegegeven, dit had heel erg mis kunnen gaan, met blijvende schade, maar ik ben kinesietherapeut en weet dus vrij goed wat ik doe. Het komt erop aan op zo’n moment alle mogelijkheden open te houden en rationeel na te gaan wat je kan en moet doen. Ik had ook gewoon naar huis kunnen gaan, maar was ik daar zoveel gelukkiger van geworden?”

Hoe hou je zoiets mentaal vol?

“Ik hou enorm van het idee van de weg van strijder, zoals dit in de Japanse filosofie uitgewerkt is. Het heeft alles met eer, kracht en doorzettingsvermogen te maken, en dat gekoppeld aan focus en wijsheid. Een prestatie als deze heeft in feite niets met pure spierkracht te maken, maar wel met dosering. Geest en lichaam gaan samen, zegt de Japanse filosofie en als je iets wil bereiken, moet je allebei trainen.”

Je schrijft dat je soms wel eens vreesde in de film Deliverance te spelen. Elf lopers zijn de voorbije veertig jaar op of naast het pad vermoord. Was u soms bang?

“Ik was niet zozeer om mezelf bezorgd als wel om Jenny, die regelmatig te maken kreeg met rare snuiters. Misschien had ik moeten maken dat ze niet altijd alleen op pad moest, denk ik nu. Dat Jenny Aziatisch-Amerikaans is en dus een bruine huid heeft, hielp haar ook al niet. Anderzijds waren we wel op zoek naar avontuur, en dat vind je nooit als je je alleen op volkomen veilige wegen waagt. We zaten constant tussen verwondering en angst in.”

Hoe belangrijk waren de vrienden die een stukje met je opliepen? Had je de eindmeet gehaald zonder hen?

“Zeker niet. Jenny was natuurlijk het allerbelangrijkst. Zij bestuurde Castle Black, maakte dat ik ’s avonds kon slapen en overdag eten en drinken had, maar was toch vooral mijn mentale steunpunt. Wanneer ik twijfelde, ging ik bij haar te rade. Ook mijn vrienden gaven me mentale en morel steun, maar die lag toch op een ander, meer praktisch vlak. En dan waren er nog de vele onbekenden die een stukje met me wilden meelopen en na verloop van tijd ook vrienden werden. Al liep dat soms wel eens uit de hand en ging ik me naar het einde toe steeds meer Forrest Gump voelen. Maar zelfs dan bleef ik het leuk vinden. Al die mensen die me aanmoedigden gaven me energie.”

Had je geen last van eenzaamheid op de stille momenten wanneer je soms dagenlang alleen liep?

“Soms ben je inderdaad eenzaam, maar die eenzaamheid maakt deel uit van de bedevaart. Je leert ermee omgaan. Ik kreeg meer aandacht voor mijn omgeving, voor dieren op mijn pad, of bepaalde planten, de kleine dingen waar je in gezelschap niet op let. Ik denk dat we dat allemaal nodig hebben, om van tijd tot tijd eenzaam te zijn, dat maakt ons veelzijdigere mensen. Wanhoop en frustratie kunnen een leven ook rijker maken.”

Hoe raakte je uit een mentaal dipje?

“Door het grote traject op te breken in kleine stukjes. Het doel was dan niet langer het einde van de dag zo’n zeventig kilometer verderop, maar het volgende kruispunt of de volgende heuveltop. En door spelletjes te spelen. Nu ga ik vijf kilometer hardlopen, of de volgende tien kilometer wil ik in anderhalf uur doen. Dergelijke zaken. Wat ik ook wel eens deed was aan Jenny denken of aan mijn moeder, of aan mensen die problemen hadden met hun gezondheid. Misschien heb ik een paar blaren, dacht ik dan, maar wat stelt dat voor?”

Raakte je soms niet in trance van dat monotone lopen?

“Lopen heeft iets van meditatie. Soms ging die over in hallucinatie en een paar keer zelfs in slaapwandelen. Het trancegevoel was echter het waardevolst. Dan voelde ik niet meer dat ik aan het lopen was. Daarom doe ik het ook, denk ik, al wenste ik wel dat het vaker voorkwam en langer aanhield.”

Je schrijft dat je gemiddeld vijf uur per nacht sliep. Hoe hou je dat vol?

“Ik kon gewoon niet langer slapen, anders haalde ik het record niet. In feite vind ik het ook een mirakel dat ik dit aankon. Ik besefte dat ik niet functioneerde zoals anders, maar het ging. Ik denk dat militairen of noodartsen dat ook meemaken. Soms legde ik me gewoon tien minuutjes neer op het pad, deed een powernap en kon er weer tegen. Het was niet altijd fraai om te zien, soms viel ik in slaap waar ik stond, maar ik heb eruit geleerd dat een mens tot veel meer in staat is dan hij denkt.”

Je bent ook veganist. Denk je dat dit je geholpen heeft?

“Zeker tijdens mijn herstelperiode nadien. Ik wou gezond herstellen, ook gezien mijn leeftijd, want ik was eenenveertig, wanneer een loper geacht wordt over zijn hoogtepunt hen te zijn. Tijdens het lopen zelf at ik niet zo gezond. Veel groenten of slaatjes waren er niet bij. Ik wilde vooral heel veel calorieën, koolhydraten, proteïnen en vetten binnenkrijgen. Jenny gooide zoveel mogelijk groenten en fruit in mijn smoothies, maar soms zaten we echt in het hol van Pluto waar niet veel anders te krijgen was dan aardappelen en frieten. Dat maakte het wel wat moeilijker. Ik verbrandde toen zo’n 7000 calorieën per dag.”

En toch voelde je je spieren verdwijnen. Veel langer had het niet moeten duren?

“Ik verloor bijna tien kilo tijdens die anderhalve maand lopen. Ik ging in overlevingsmodus, denk ik. Alpinisten, poolonderzoekers en krijgsgevangenen hebben dat ook. Ik was mijn lichaam aan het opgebruiken, en dat maakte me ook wel wat ongerust, want ik had dat nooit eerder meegemaakt.”

Was je eigenlijk nog wel bij volle bewustzijn toen je de eindmeet bereikte?

“Niet dat ik euforisch was, maar ik ervoer wel een bijzondere harmonie met mijn omgeving. Jenny merkte dat nadien ook op, dat ik traag, maar heel lenig die laatste helling opliep. Dat gevoel had ik ook, hyperbewust van wat er aan het gebeuren was. Tijdens het lopen van die laatste kilometers passeerde het allemaal weer voorbij mijn ogen, alle hoogte- en dieptepunten. Het was alsof ik aan het sterven was en mijn leven aan me voorbijflitste, maar dan beter, veel beter. Ik stond echt scherp toen, ondanks alles.”

En wat de dag nadien?

“Het eerste wat ik dacht toen ik wakker werd, was: shit, ik heb me overslapen, ik moet zo snel mogelijk weer op pad. Dat heb ik nog een paar dagen gehad. Ik was in een bepaald ritme geraakt, en het was moeilijk om daar weer uit te komen. Daarna sloeg het besef toe dat het gedaan was en dat ik het gehaald had. Dat schonk voldoening, maar het maakte me tegelijkertijd ook heel triest. Mijn leven was lange tijd gericht geweest op dat ene ding, die tachtig kilometer per dag halen, en opeens hoefde dat niet meer. Ik wil niet beweren dat het te vergelijken is met een soldaat die terugkomt uit de oorlog, maar het is wel iets gelijkaardigs. Ook voor mij was het moeilijk om terug te keren naar het gewone burgerleven.”

Hoelang had je nodig om volledig te recupereren?

“Soms heb ik het gevoel dat ik nooit meer de man zal zijn die ik was, ook al ligt het record intussen drie jaar achter me. Het duurde zes maanden voor ik weer het gevoel had dat ik op een normale manier kon lopen, zonder dat mijn spieren pijn deden. Mentaal ben ik nog steeds aan het herstellen, denk ik. Niet dat ik er spijt van heb. Iedereen zou zich in zijn leven een keer zo’n groots doel moeten stellen, er jaren naartoe werken en het uiteindelijk behalen. Je wordt er een sterker mens door. En soms levert het iets op wat je helemaal niet zag aankomen. Ik weet nu bijvoorbeeld wat slaaponthouding is, wat handig is nu ik vader ben van twee kleine kinderen.”

Kaderstuk

Op 18 juli begint de Gentse tandarts Karel Sabbe aan zijn poging om het record op de Appalachian Trail scherper te stellen. Wat ultralopen betreft behoort Sabbe tot de absolute wereldtop. Dat andere befaamde record, op de Pacific Crest Trail rijfde hij bijvoorbeeld twee jaar geleden al binnen. 52 dagen, 8 uren en 25 minuten had hij toen nodig om het 4427 kilometer lange pad af te lopen, wat een gemiddelde van 81,5 kilometer per dag was. Hij kan de eerste ultraloper ooit worden die het record op de Pacific Crest combineert met dat op de Appalachian.

“Ik heb inderdaad al ervaring,” zegt Sabbe, “al loopt de Appalachian Trail over uitdagender terrein. De Pacific Crest moet begaanbaar zijn voor paarden, wat maakt dat de stijgingsgraad nergens meer dan tien procent mag bedragen. Hoogteverschillen overwinnen kan daardoor heel erg lang duren. Ik heb het meegemaakt dat ik 32 kilometer lang aan het stijgen was. Dat ligt me in feite niet zo goed. Ik heb veel liever de Appalachian, waar je soms recht de berg op klautert, om vervolgens weer lekker snelheid te kunnen maken op een vlak stuk.”

Gevraagd naar een goede raad voor jou, zei Scott Jurek: wees voorbereid op alles. Ben je dat?

“Je bent natuurlijk nooit op alles voorbereid, maar je kunt wel je best doen. Zo word ik de hele tijd begeleid door een team van twee of drie mensen die cruciaal zijn voor het slagen van de operatie. Mijn schoonbroer is mijn kinesist. Hij was er op de Pacific Crest ook al bij. En dan zijn er nog een paar vrienden die stukken met me mee zullen lopen. Dan kan ik wat praten en de gedachten op andere zaken zetten, want als je alleen loopt, denk je alleen aan je vermoeidheid en je zere voeten.”

Jurek vertrok op 27 mei. Jij wil dat bijna twee maanden later doen. Zul je de warmte aankunnen?

“Ik zal inderdaad heel ander weer hebben, stabieler en droger, maar ook warmer en met een hogere luchtvochtigheidsgraad. Het zal erop aankomen mijn shirt constant nat te houden om af te koelen. Hét perfecte moment om de Appalachian te lopen bestaat echter niet. Drie weken geleden is ook al iemand vertrokken die een gooi wil doen naar het record. Het laatste wat ik ervan hoorde is dat hij in de problemen zit omdat hele stukken van het pad overstroomd zijn.”

 

 

 

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur: