"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Nemen wij dan samen afscheid van de liefde

Donderdag, 22 januari, 2009

Geschreven door: Paul Baeten Gronda
Artikel door: Lisa Klomp

Heb me lief of ik schiet

Max Eugène Venkenray heeft een Dr. Moeder, een overspelige vader, een broer die kunst probeert te maken met cavia’s en een overleden, want overreden, jongere broer. Wanneer zijn vader uit het raam van een goedkoop hotel springt wordt Max geconfronteerd met de bagage die hij lange tijd geweigerd heeft mee te torsen.

Paul Baeten Gronda werkt sinds geruime tijd als columnist voor dagblad De Morgen. Nemen wij dan samen afscheid van de liefde is zijn debuut. De roman beslaat drie dagen uit het leven van Max, waarin over hem heen wordt gebraakt, zijn moeder hem deelt in de zoektocht naar een seksflat voor haar minnaar, zijn vader zelfmoord pleegt, zijn broer hem een vuistslag toedient en zijn beste vriend meer geïnteresseerd is in negentigerjaren metal dan in hem. Ondanks deze rappe opeenvolging van intens nare gebeurtenissen weet Gronda een fikse dosis vlotte Giphartiaanse humor in de roman aan te brengen. Zo houdt Max een Dood Van De Seks-lijstje bij, waarop vrouwen komen te staan die elke dinsdagavond salsa gaan dansen en dat beschrijven als ‘mijn passie en mijn leven’. Zijn voorkeur gaat uit naar dames met een specifieke uitwerking van fellatio.

‘Vrouwen die je op zo’n moment met een blos op de wangen in je ogen kijken, die komen uit een land waar de appelsienen gratis worden uitgedeeld door feeën met gouden stafjes.’

Alles is, kortom, porno geworden. De roman opent dan ook met deze constatering in een brief van Max aan vader Staf. Gronda’s debuut gaat echter, zoals de titel doet vermoeden, toch voornamelijk over de liefde. Op de achtergrond is er namelijk Elise, een jongedame die Max ontmoet heeft in de periode dat zijn broertje Roy in het ziekenhuis lag. Hij kan echter haar huis niet meer vinden en spreekt haar niet aan als hij haar op verscheidene momenten toevallig tegen het lijf loopt. Wat is nu precies de relatie tussen Elise en Max en waarom reageert zij wat gereserveerd als hij haar adres opnieuw vraagt? En wat is de functie van het ietwat loze personage Sam, bij wie Max het pistool vindt dat op het voorplat staat afgebeeld?

Sociologie Magazine

Belangrijker is de band tussen Max’ ouders, de relatie die zij hebben met hun kinderen en de verhouding tussen de twee broers die de gehele roman op gespannen voet staat. Alle personages in het boek lijken volstrekt onkundig hun liefde voor elkaar op een adequate manier te uiten en raken verstrikt in vluchtgedrag. Max en zijn vader gaan op hotel wonen, moeder Millie begint een verhouding en broer Gertjan verschuilt zich achter het persona van de excentrieke intellectueel. Na de begrafenis van hun broerjtje schrijft hij Max een brief waaruit meer zijn onvermogen dan rouw spreekt:

‘Nu Roy zijn lichaam aan de aarde toevertrouwd heeft, zodat het kan rotten, word ik overvallen door een onverwachte lichtheid. Of eerder; luciditeit. Ken jij dat woord? Vast wel, je bent altijd slimmer geweest dan je wilt laten uitschijnen.’

Met het afscheid van Roy heeft de familie tevens afscheid genomen van de liefde. Althans, voor elkaar, want de liefde voor Roy blijft onaangetast en vormt een rode draad in Max’ turbulente tweeënzeventig uur.

De consistentie die we in het thema zien is moeilijker terug te vinden in de stijl. Gronda wisselt in Max’ intern debat puberale spreektaal af met een schrijftaal van beduidend hogere klasse en laat de lezer een tikje benard achter. Een personage van vroeg twintig dat het woord ‘fucking’ in een dialoog hanteert verleent de roman geloofwaardigheid maar wanneer de lezer direct wordt aangesproken op deze toon is het moeilijk Max nog erg serieus te nemen.

‘De hardcore Heilanders, de lullo’s der lullo’s, de opperzakken, die zaten op het internaat. En het is precies daar waar Millie en Staf mij na vele, lange gesprekken verpot hadden.’

Het taalspel met het woord verpotten is aardig gevonden en roept waardering op maar de regel die er aan vooraf gaat is danig doorspekt met geciteerde banaliteit dat ze op elkaar botsen als kinderen op de kermis; ongecontroleerd.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Nemen wij dan samen afscheid van de liefde