"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

November road

Zaterdag, 3 november, 2018

Geschreven door: Lou Berney
Artikel door: Nico Voskamp

Onder maffiosi

[Recensie] Een snelcursus pakkend schrijven, dat is de indruk na de eerste bladzijden Lou Berney lezen. De tweede, na een paar hoofdstukken, is dat Lou in staat is om een meerlaags verhaal neer te zetten. Dat doet hij schijnbaar uit de losse pols, in spaarzame taal, die recht voor z’n raap een complete (onder)wereld weerspiegelt. Raymond Carver zeg ik. John Cheever. Een huwelijk tussen Ernest Hemingway en Charles Bukowski. Wat een name dropping, waar zijn we eigenlijk zo opgewonden over?

Snel gezegd: een gangsterverhaal met gouden randjes waarin twee vreemden elkaar onderweg ontmoeten. O, Thelma & Louise? Bonnie and Clyde? Nee, dit gaat over Charlotte en Frank.

Charlotte leeft een tamelijk onbevredigend leven. Haar twee dochtertjes zijn schatjes en haar man is niet kwaad, maar er zitten donkere kantjes aan dit op het oog vreedzame bestaan. Haar man drinkt zich elke avond een halve coma en Charlottes pogingen er iets aan te doen, zijn al lang geleden gestrand. Ze ziet geen andere uitweg dan haar twee dochters op te pakken en in de auto te stappen. The American Way – ze draait de snelweg op en rijdt naar onbekende bestemming, de vrijheid achter de einder tegemoet.

Frank Guidry is klusjesman voor de maffia. Al jaren, dus hij is geheel doorkneed in de mores van die explosieve wereld. Als hij wat dingen te weten komt omtrent de moord op president Kennedy die hij beter niet had kunnen weten, merkt hij dat zijn baas er onrustig van wordt. In maffialand betekent dat: rennen voor je leven. Dat doet Frank dan ook, en slim genoeg laat hij zich vervoeren door de net losgeslagen Charlotte in haar auto. De hitman die als een bloedhond op zijn spoor gezet wordt, laat zich hierdoor echter niet afleiden en komt langzaam dichterbij. Deze troubleshooter heet Paul Barone, hij zit net zo lang in de bisnis als Guidry, de twee doorgewinterde opruimers zijn aan elkaar gewaagd.

Boekenkrant

Soepeltjes ontrolt zich het verhaal vanuit de gezichtspunten van de drie hoofdrolspelers. Lou Berney wisselt de hoofdstukken keurig af, waardoor de lezer een fijn 365 graden zicht krijgt op wat er gebeurt. En hij maakt het spannend, een nek-aan-nek race. Frank Guidry kent de fijne kneepjes van het onder de radar blijven, maar Paul Barone ook. Barone heeft zijn eigen problemen: zware jongen Joey wil Barone meevoeren naar een concurrerende Maffiabaas. Dat meevoeren moet heel onopvallend plaatsvinden want de buitenwereld mag niet zien dat ze vijanden zijn. Joey en Barone zitten dus naast elkaar in een bar, op het oog een praatje te maken. Joey is letterlijk een zware jongen, groter en zwaarder dan Barone. Maar Barone heeft een troef: een ijspriem.

“Barone sloeg een arm om Joeys schouder, Joey boog zich naar hem toe om te luisteren, Barone tilde zijn linkerhand op en ramde de 12 centimeter lange naald in Joeys oor. Zo snel en netjes, dat Joey nog heel even niet besefte dat hij dood was. Hij knipperde met zijn ogen, trok zijn lippen samen. En toen zakte hij in elkaar.”

Deze Barone zit dus achter Guidry aan. Uiteindelijk komt het, reizend langs schilderachtige dan wel luizige motels langs de highway, tot een confrontatie tussen de twee mannen. Wie wint? Wie is de sluwste haai? Dat laten we even in het midden. Het boek is veel te leuk om niet te lezen.

Berney geeft een realistisch beeld van de wereld in de zestiger jaren, de tijd waarin president Kennedy is vermoord. Hij laat zien hoe ook in die tijd de onderwereld aanschurkt tegen, nee zelfs verweven is met, de bovenwereld. Weinig verschil met vandaag de dag dus.

Goed, we hebben de schitterend zuinige taal waarvan onze crooks zich bedienen, de puntige beschrijvingen van acties, sex en moorden, en het goed in elkaar stekende verhaal. Alsof dat niet genoeg is, stuiten we op een heuse boodschap in de afrondende hoofdstukken. Guidry krijgt te horen: “Met ieder besluit creëren we een nieuwe toekomst. En vernietigen we alle andere toekomsten.” Guidry realiseert zich dat hij – onbewust – zijn leven leeft naar dit credo. Voorzichtig gokkend zou ik concluderen dat Berney dit motto aan ons, lezers, wil meegeven. Thanks Lou, we houden het in gedachten.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles en Nico’s recensies