"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ondanks de zwaartekracht

Vrijdag, 9 maart, 2018

Geschreven door: Suzanna Jansen
Artikel door: Tea van Lierop

Wanneer passie leidt tot koorddansen

[Recensie] Misschien een aparte titel voor een recensie, maar hij is helemaal in evenwicht met de titel van het boek. Over beiden kun je je gedachten laten gaan in termen van liefde, aanleg, karakter, doorzettingsvermogen, tegenslag en dan heb je slechts het topje van de ijsberg te pakken.

Ondanks de zwaartekracht heeft drie verhaallijnen, de eerste beschrijft het leven van ballerina Steffa Wine, de tweede gaat over architect Cornelis (Cor) van Eesteren en de derde loopt als een rode draad door het boek, dat is het leven van de auteur. Gedurende het boek zal blijken dat er meerdere dwarsverbanden zijn en dat maakt het tot een bijzonder verhaal.

Raakvlakken

De auteur is Suzanna Jansen, zij schreef eerder Het pauperparadijs, waar veel lezers van hebben genoten. Dat boek heeft een fijne schrijfstijl en is op een prettige manier informatief. Ook Ondanks de zwaartekracht bevat weer veel informatie, in veertien hoofdstukken worden de verhalen verteld. Niet opgesomd, maar levendig beschreven in hun historische context. De auteur heeft diverse raakvlakken met de twee artistieke helden, haar passie was ballet en ze groeide op in Slotermeer, ook  ’tuinstad’ genoemd, ontworpen door van Eesteren.

Hereditas Nexus

De proloog speelt zich af net na WOII. Een bevlogen architect loopt met z’n herenschoenen door het zand en kijkt onbevangen naar de nieuwbouw, waar nu nog geen mensen wonen. Er heerst optimisme, deze stad is zijn schepping. Tussen alle nieuwe bewoners zal zich ook een balletlerares vestigen.

De kennismaking met de auteur geeft een beeld van haar droom. Tijdens een ontmoeting met  schoolgenoot Simon hebben ze het over droom versus realiteit. Als metafoor voor het conformisme gebruikt ze de patatsnijder. Hij is erg plastisch: wil je als mens als een aardappel door het raster geduwd worden en dus als één van dezelfde op maat gesneden patatjes door het leven gaan of jaag je je eigen droom na?

Een song van Robert Long, waarin hij in negen coupletten de teloorgang van een hemelbestormer bezingt, komt in hen op. Even verder in het hoofdstuk vertelt de auteur over haar tijdelijke woning, ze werkt als ‘bruiklener’ in leegstaande kantoren. Toevallig is het een oneindige ruimte op de elfde verdieping met een spectaculair uitzicht, dat lijkt dan weer niet op een teloorgang, we gaan zien wie de hemel wel bestormd heeft.

Wat zorgt ervoor dat de ene persoon wel succesvol wordt en de ander niet? Deze vraag stelt de Suzanna Jansen zichzelf wanneer ze beseft dat twee mensen die allebei op een bepaalde manier verbonden zijn met haar jeugd, er wel in geslaagd zijn zich aan hun passie, hun kunst te wijden en zijzelf niet. Om inzicht te krijgen in het waarom besluit ze uit te zoeken welke hindernissen de twee kunstenaars moesten overwinnen om bij hun einddoel te komen. Het wordt dus een persoonlijke zoektocht met meerdere doelen. Een complexe tocht, waarbij stukje bij beetje meer zicht komt op het leven van het tweetal. Soms kruisen ze elkaar, of bijna, dat geeft extra spanning aan het verhaal.

Scheppend kunstenaar

Om de antwoorden te krijgen op haar vragen moet Jansen spitten in het verleden en wat is er heerlijker dan ervoor op reis te mogen? Er wordt een prachtig tijdsbeeld geschetst, het is 1922 en je waant je als medepassagier in de trein van Amsterdam naar Dresden. Ook de 24-jarige Cor van Eesteren vertrok naar Duitsland, hij ging via Berlijn. Cor volgde graag zijn eigen weg. Werden hem zaken voorgeschreven dan ging hij er geheid tegenin.

In plaats van aannemer worden, wat z’n vader voor hem in petto had, ontdekte hij bij zichzelf de behoefte om zijn creativiteit te ontwikkelen. Dit proces wordt door het boek in geuren en kleuren verteld. Ondanks de vele tegenslagen die Cor had, bleef hij trouw aan zijn idealen en dat maakt het zo boeiend over deze man te lezen. Hij hield een dagboek bij. De technische revolutie en de kunststromingen in de tijd van Cor moeten een enorme indruk op hem gemaakt hebben, alles was in beweging. Hellerau, de eerste tuinstad van Duitsland, was zijn inspiratiebron voor Slotermeer.

Dansgevaar

Dat dansen in de jaren na WOI als een gevaar werd gezien blijkt uit deze passage:

“Het gevaar, zo benadrukten politici en geestelijken, werd gevoed door de ontwrichtende gevolgen van het machinetijdperk. Maar de interpretatie daarvan was in het calvinistische Nederland bepaald anders dan in het Hellerau-experiment (de bron van het dansbestaan van Steffa Wine). Hier zag men als grootste bedreiging dat het fabriekswerk de mensen loszong van hun sociale omgeving. In de dancings werden de meisjes en jongens geconfronteerd met volslagen onbekenden, en omdat er nauwelijks toezicht werd uitgeoefend, was het mogelijk dat daar types tussen zaten die het met de zeden niet zo nauw namen.”

De levensloop van Steffa Wine was niet eenvoudig te achterhalen. Met behulp van foto’s, brieven, knipsels en vooral van Steffa’s dochter, is er toch een mooi portret ontstaan van deze karaktervolle en energieke vrouw. Zij heeft op een bewonderenswaardige manier haar levenspad vormgegeven. Haar obstakels zijn van velerlei aard en nooit liet ze zich uit het veld slaan. In de oorlog maakte ze het hele proces van de Kultuurkamer mee en heeft ze ook in Duitsland opgetreden.

Na de oorlog moest ze zich verantwoorden, maar werd vrijgesproken. Op het gebied van de liefde heeft ze niet echt geluk gehad, ze maakte kennis met een man die niet het beste met haar voor had. Toch wist ze zich staande te houden, ze bleef strijdbaar. Toen de ’tuinstad’ nog lang niet af was begon Steffa een balletschool, in een interview in de krant zegt ze:

“De eerste aanmeldingsmiddag was het grappigste dat ik in mijn carrière heb meegemaakt,” vertelt mevrouw Wine. “Ik hield zitting in de bouwkeet aan het einde van de straat omdat er in mijn eigen huis nog geen ramen zaten. Er verschenen moeders met drie of vier kinderen, om maar meteen voor zichzelf en de kinderen in te schrijven. De kleuterklas was dan ook in één middag volgeboekt. Als het zo doorgaat zal ik er een assistent bij moeten nemen.”

Wanneer je het boek uit hebt, is er een stroom van informatie gepasseerd. Het is duidelijk dat je als auteur alle verschillende kunststromingen in hun context wilt noemen, tenslotte bepaalt het mede de ontwikkeling van de hoofdpersonages. Welke kansen doen zich voor en bij wie kun je je het beste aansluiten? Er worden ook veel namen genoemd. De lezer blijft met een flink aantal indrukken achter. Ik noem: volharding, tragiek, bohemien, Bauhaus, De Stijl en er is nog veel meer te genieten in het boek. De auteur tenslotte heeft uiteindelijk ook haar weg gevonden. Aan het einde van het boek staat een serie prachtige foto’s van Steffa Wine en Cor van Eesteren.

Eerder verschenen op Met de neus in de boeken

Boeken van deze Auteur: