"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Onder de witte hemel

Maandag, 6 september, 2021

Geschreven door: Elizabeth Kolbert
Artikel door: Marnix Verplancke

“Er is geen simpele oplossing om de aarde te redden”

Als we de aarde willen redden, mogen we geen enkel idee bij voorbaat uitsluiten, aldus Pulitzerprijs-winnares Elizabeth Kolbert die een pragmatische aanpak voorstaat, los van ideologische voorkeuren en wensen.

[Interview] Elizabeth Kolbert las het op een muur in het Center for River Studies in Baton Rouge, een instituut verbonden aan de Louisiana State University: “We kunnen onze problemen niet oplossen met de denkwijze waarmee we ze hebben veroorzaakt,” getekend: “Albert Einstein”. Ze bezocht het Center omdat ze wou weten waarom Louisiana om de paar uur een tennisveld kleiner wordt en de staat sinds de jaren dertig 5000 vierkante kilometer land heeft verloren aan de zee. Het had allemaal te maken met het indijken van de Mississippi, ontdekte ze, en met het vrijwaren van de eilandjes in de delta van die rivier tegen overstroming. Het was een proces waar de Franse kolonisten in de 18e eeuw al mee waren begonnen en dat had gemaakt dat de slibafzetting die gepaard ging met de overstromingen niet langer plaatsvond. Er stroomde dus alleen nog maar land weg en er kwam niets meer bij. Van het Isle de Jean Charles, vijftig jaar geleden nog 90 vierkante kilometer groot, blijft vandaag bijvoorbeeld maar 1,3 vierkante kilometer meer over. Dat nog meer dijken en nog meer zandopspuitingen niets fundamenteels zouden veranderen was duidelijk, vandaar het citaat van Einstein natuurlijk. Alleen is het helemaal niet van Einstein.

Zeven jaar geleden schreef New Yorker-journaliste Elizabeth Kolbert Onder een witte hemel, De natuur van de toekomst is niet zozeer een vervolg als wel een antwoord op het vorige. Kolbert is de afgelopen zeven jaar niet in een hoekje gaan zitten treuren. Ze is op zoek gegaan naar mensen en ideeën die de catastrofe proberen af te wenden. Zo trok ze bijvoorbeeld naar IJsland, waar het team van Klaus Lackner koolstof uit de lucht haalt en ging ze praten met onderzoekers die zwaveldioxide in de stratosfeer willen brengen om de aarde af te schermen tegen zonnewarmte. Ze is het een al meer genegen dan het andere, merk je als lezer, maar ze wil niets uitsluiten. Wat haar bij die valse Einstein-uitspraak brengt. “Dat we een idee autoriteit proberen geven door er de naam van Einstein aan te koppelen zegt veel over de wijze waarop we vandaag met ecologische vraagstukken omgaan,” zegt ze. “Retoriek lijkt belangrijker te dan realiteit. Dat sommigen bijvoorbeeld nog steeds beweren dat we de klimaatverandering kunnen stoppen door vanaf vandaag de uitstoot van koolstof stil te leggen, vind ik bijvoorbeeld stuitend. Dat is gewoon niet waar. Stel dat dat al zou lukken, dan zal de temperatuur nog een hele tijd oplopen. Pas over een paar decennia zal die stabiliseren. Er komt dus sowieso een nieuw klimaat aan. Terugkeren naar het klimaat van vandaag zou impliceren dat we op grote schaal koolstof uit de atmosfeer halen. Dromen zijn leuk, maar wat dit onderwerp betreft moeten we ons jammer genoeg aanpassen aan de realiteit.”

Is dat wat Ruth Gates deed, de onderzoekster die tot aan haar vroegtijdige dood bezig was met het kweken van een superkoraal om zo het Great Barrier Reef te redden?

Dans Magazine

“Ruths argument was dat we gewoon geen alternatief hebben. Koraalriffen zijn van fundamenteel belang voor de biodiversiteit van de oceanen. Als de riffen kerkhoven worden, zullen de oceanen veranderen in een dode, slijmerige massa. We weten dat koralen sterven wanneer het water een bepaalde temperatuur en zuurtegraad bereikt en dat die in de toekomst steeds vaker bereikt zullen worden. Voor Ruth was dit dus een no-brainer: je kweekt gewoon koralen die tegen de nieuwe omstandigheden bestand zijn en je weert de ramp al dan niet tijdelijk af, maar liefst voor altijd natuurlijk. Er zijn echter heel wat mensen die dit een ongeoorloofd ingrijpen in de natuur vinden. Als die koralen overleven, dan overleven ze, is hun redenering, en als ze dat niet doen, dan gaan ze dood. We moeten de natuur haar gang laten gaan. Zij vinden het naïef om de denken dat de mens die koralen zou moeten of zelfs maar kunnen redden. Ieder jaar paaien de koralen, waarbij ze in feite selecteren op de fittest, wat in dit geval het koraal is dat het best tegen opwarming en verzuring kan. Het Great Barrier Reef beslaat een oppervlakte van 350.000 vierkante kilometer. Het totale aantal koralen is dus ontelbaar groot en de genencombinaties bij het paaien ook. Hoe zou de mens in een laboratorium het beter kunnen doen dan de natuur?”

Goed argument toch?

“Ja, maar wij hebben genetische manipulatie, of in dit geval CRISPR, de techniek doe ons toelaat stukjes dna van de koralen te knippen en te wijzigen, waardoor wij de evolutie een handje kunnen helpen. ‘Ondersteunende evolutie’ noemde Ruth Gates het.”

In 1896 schreef H.G. Wells de roman Het eiland van Dr. Moreau, waarin zijn personages precies dat deden, nieuwe wezens creëren. Hebben wij mensen daar wel het recht toe, vroeg Wells zich luidop af. Wordt die vraag niet steeds relevanter?

“Ik kan daar helemaal inkomen, maar hebben we het recht om massaal veel soorten uit te roeien? Ik dacht het niet, en toch doen we het. We hebben het punt bereikt waarop onze ethiek en onze acties met elkaar in conflict zijn. Door het zesde uitsterven te veroorzaken, zijn we verantwoordelijk geworden voor het voortbestaan van het leven op aarde en kunnen we dus ook in de toekomst onze handen niet meer wassen in onschuld. We zijn verantwoordelijk, willen of niet.”

De natuur is dus niet langer natuurlijk?

“Nee, als je het klimaat verandert en het overleven van heel veel organismen moeilijk of zelfs onmogelijk maakt, heb je de natuur van je afhankelijk gemaakt, en dan is ze dus niet natuurlijk meer. Maar wat is natuurlijk? Een eenduidig antwoord op die vraag is er niet. Persoonlijk vind ik het een raar idee dat we de boel gewoon in de soep laten draaien vanuit het principe dat we het recht niet hebben om hem te redden.”

Is CRISPR geen gevaarlijke techniek, zeker wanneer je met dieren werkt die je nadien loslaat in de natuur? Je kan bijvoorbeeld maken dat er alleen nog mannelijke muizen geboren worden, wat op een paar generaties tijd maakt dat de muizenpopulatie zo goed als verdwijnt, maar wat zijn daarvan de consequenties voor het ecosysteem waarin die muis zich bevindt?

“Ik zou daar inderdaad voorzichtig mee zijn. Het is een heel krachtig middel. Of we de organismen die we met CRISPR-technieken maken zomaar in de wereld los kunnen laten, betwijfel ik. Die techniek roept veel vragen op. Zijn we vandaag wel in staat om die te beantwoorden. Hebben we genoeg en de juiste informatie? Ik weet het gewoon niet. Feit is dat de techniek al volop wordt gebruikt. In de VS is praktisch alle graan genetisch gewijzigd. Is dat goed of fout? Er zijn argumenten die in beide richtingen gaan, waardoor er volgens mij geen definitief antwoord te geven is. We kunnen er ons dus alleen maar bij neerleggen dat het zo is en dat we in de toekomst nog meer genetisch gewijzigde planten zullen eten.”

U beschrijft hoe er miljoenen wordt gespendeerd aan het in leven houden van amper tweehonderd kleine visjes die in het Devil’s Hole wonen, een plas van nog geen vijftig vierkante meter groot in een grot aan de rand van Death Valley. Allemaal samen wegen die visjes minder dan honderd gram, en toch hebben ze drie oppassers. Is dit een ontsporing van het beschermingsbeleid of een manier om ons geweten te sussen voor alle uitstervingen die we in het verleden hebben veroorzaakt?

“Er zijn tientallen vissensoorten die zo beschermd worden. Iedere plas heeft zijn eigen soort, een beetje zoals de vinken die Charles Darwin ontdekte op zijn reis met de Beagle en die hem deden beseffen dat al die verschillende soorten ontstaan waren om zoveel mogelijk uit hun specifieke leefomgeving te halen. De Amerikaanse wet bepaalt dat wanneer een diersoort beschermd wordt door de Endangered Species Act, er ook een plan opgesteld moet worden om hun overleven te waarborgen. Daarom gaat er dus zoveel geld naar die visjes. Wat we keer op keer zien is dat we diersoorten tot op de rand van het uitsterven brengen, dat opeens merken en er vervolgens een massa geld tegenaan gooien om ze te redden. In feite getuigt dit van weinig proactief inzicht. We moeten ecosystemen beschermen, geen individuele soorten. In de VS zijn er visjes die van aquarium naar aquarium getransporteerd worden en waar niemand in feite blijf mee weet omdat hun oorspronkelijke habitat niet meer bestaat. Hun vijver is opgedroogd.”

Volgens sommigen is de menselijke koolstofuitstoot niet te stoppen. Je kunt het vergelijken met uitwerpselen zegt Klaus Lackner. Wanneer je de hele tijd in een hoek van de kamer gaat zitten kakken, heb je een probleem. Wanneer je een riolering aanlegt is dat probleem opgelost. Hij pleit ervoor een koolstofriolering aan te leggen, of concreet gezegd om koolstof uit de lucht te halen. Is dat een idee?

“Ik vind het alleszins een bijzonder interessante kijk op de wereld. Voor een geïndustrialiseerde samenleving is het bijna ondoenbaar om geen koolstof uit te stoten. Zelfs als onze energiebevoorrading volledig koolstofvrij zou zijn, is het vooralsnog onmogelijk om cement of staal te maken zonder koolstofuitstoot. Ok, in Zweden wordt op experimentele schaal staal geproduceerd zonder koolstofuitstoot, maar de firma die het doet geeft toe dat ze drie keer zoveel energie gebruikt en dat dit op grote schaal onhaalbaar is. Het idee dat we iedere uitstoot van koolstof zouden kunnen vermijden is dus een illusie. Vandaar dat het idee om enerzijds een beetje koolstof uit te stoten en dat daarna weer af te vangen nog zo gek niet is. Ik betaal de firma van Lackner iedere maand een bepaald bedrag om de koolstof die ik uitstoot in IJsland weer uit de lucht te laten filteren. Ze doen dit met de energie die ze uit het warme water halen dat daar zomaar uit de grond komt. Het project groeit jaar na jaar en wordt daardoor ook jaar na jaar goedkoper, maar zelfs als er een wereldwijde koolstoftaks zou komen, zou het wellicht nog verlieslatend zijn. Je zal altijd moeten rekenen op mensen of bedrijven die vrijwillig bijdragen aan het project.”

Moeten we niet gewoon meer bomen gaan planten? Een betere en makkelijkere manier om koolstof uit de lucht te halen is er toch niet?

“Misschien kunnen we om te beginnen stoppen met het omhakken van bomen. Dat zou al veel helpen. De verdwenen bossen terug laten komen zou een volgende stap kunnen zijn, want bomen halen koolstof uit de lucht. Maar het is geen universele oplossing. In sommige streken is het bijvoorbeeld gewoon een slecht idee. Droogte beïnvloedt immers de mogelijkheid van bomen om CO2 op te nemen.”

En wat doe je met de volgroeide bomen, want als je die om laat vallen en vergaan, komt alle koolstof toch weer vrij?

“Precies. Iemand heeft berekend dat we in feite grote sleuven zouden moeten graven om de bomen in te leggen, zodat ze bij wijze van spreken weer steenkool kunnen worden. Alleen zou je een paar miljoen mensen nodig hebben die daar fulltime mee bezig zijn. Niet echt haalbare kaart dus. Meer bomen planten kan deel zijn van de oplossing, maar het zal nooit de volledige oplossing zijn.”

We moeten dus naar een cocktail van verschillende oplossingen?

“Dat is wat ik vandaag zo storend vind, dat mensen op zoek zijn naar dé oplossing, dat ene middel dat ons in staat zal stellen om met alle problemen af te rekenen. Maar dat komt er niet. Het is niet door met een elektrische auto te gaan rijden wat we de wereld zullen redden, al geloven we dat wel graag. Er is geen simpele oplossing. Als we ooit een nuluitstoot willen bereiken, waar we vandaag trouwens nog bijzonder ver van verwijderd zijn, zullen we heel veel verschillende zaken moeten doen. Zij die pretenderen makkelijke en eenduidige oplossingen te hebben, houden vooral zichzelf voor de gek. We moeten openstaan voor alle voorstellen, ook die waarvan mensen denken dat ze fout zijn, maar die misschien wel een toekomst hebben.”

Zoals geo-engineering?

“Wetenschappelijk gezien is het in de stratosfeer verspreiden van zwaveldioxide mogelijk. Het is niet anders dan wat een vulkaan doet wanneer hij uitbarst: de zon verduisteren. Het lijkt me omslachtig omdat het regelmatig herhaald moet worden aangezien die zwaveldioxide met de regen mee naar beneden komt. Ik denk dat vandaag niemand in feite weet of dit haalbaar is. Daarvoor moet nog veel onderzoek gebeuren, maar ik vind wel dat we het moeten doen. Stel dat we over dertig jaar inzien dat geo-engineering het enige is wat ons nog kan redden, dan is het te laat om ermee te beginnen. Dus zou ik overheden warm willen maken om te investeren in dit onderzoek. Vandaag is dit in de VS amper een paar miljoen dollar per jaar. Dat moet fors omhoog. Of het iets oplevert, weet je niet, maar dat geldt voor wel meer wetenschappelijk onderzoek. Misschien ontdekken we dat de bijwerkingen zo groot zijn dat we het hele idee maar beter naar de prullenmand verwijzen, maar dan weten we dat tenminste. Waar ik absoluut niet van hou is het opzij zetten van bepaalde ideeën omwille van ideologische motieven. Die luxe kunnen we ons vandaag niet meer permitteren. We moeten gewoon alles doen wat werkt.”

Staat geo-engineering niet garant voor politieke problemen? Wat als de VS zeggen dat ze ermee willen doorgaan en de EU niet? Met genetisch gewijzigde gewassen is dat geen probleem, maar met geo-engineering natuurlijk wel. De stratosfeer trekt zich niets aan van landsgrenzen.

“Het is inderdaad moeilijk voor te stellen dat alle landen van de wereld daarover tot een consensus zouden komen. Dus wat gebeurt er dan? Een aantal staten met een uitgebouwde luchtmacht zullen de handen in elkaar slaan en overgaan tot actie, zonder dat ze daar andere landen in kennen. Dat zou tot een diplomatieke ramp kunnen leiden inderdaad.”

Eerder verschenen in De Morgen en in Bazarow Magazine