"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ongeschreven wetten

Dinsdag, 10 oktober, 2006

Geschreven door: Victor ten Hove
Artikel door: Nico Voskamp

Een kijkje in de Haagse slangenkuil

Alles wat je altijd al aan politieke rottigheid vermoedde maar liever niet wilde weten.’ Die ondertitel komt meteen in gedachten als je begint aan Ongeschreven wetten. De schrijver schrijft onder pseudoniem, is in 1952 geboren, studeerde rechten en geschiedenis in Leiden en behoorde tot de ‘inner circle’ van het Haagse politieke circuit. In dit boek legt hij ‘de ongeschreven wetten bloot die het dagelijkse politieke bedrijf regeren’. Dat belooft lekker veel moddergooierij.

Hoofdpersoon Clemens van der Veer is zojuist benoemd als directeur-generaal van het nieuwe ministerie van Veiligheid. Clemens weet dat er coördinatieproblemen zullen komen door de kafkaëske machtsverhoudingen binnen het departement: de politie heeft weerstand tegen bemoeienis van Justitie uit angst de zelfstandigheid te verliezen, net zoals het OM weerstand heeft tegen ‘Den Haag’ uit angst dat de politiek zich met haar werk bemoeit.

Na zijn eerste drukke dag gaat Clemens bij zijn ouders een hapje eten. Tot echt contact laat hij het niet komen. Later op de avond rijdt hij naar huis. Vrouw Anke en zijn kinderen Carel en Eef vragen hoe zijn dag was. Hij zegt kort wat terug en gaat dan naar zijn kamer. Om nog even te werken, zegt hij, maar in werkelijkheid heeft hij geen zin om te praten.

Die houding is tekenend voor hem. Hij stelt er een eer in zijn gevoelens te verbergen. Ook op het werk houdt hij zijn echte gevoel zorgvuldig buiten de discussie. Je vraagt je af hoe hij met die emotionele armoede zo’n hoge positie op het departement heeft kunnen verwerven.

Boekenkrant

Privé breekt die houding hem op. Zijn vrouw Anke vindt dat hij haar kleineert en nooit wil praten. Onzin, vindt hij. Waarom praten als er niets te zeggen valt? Ze hebben het toch prima samen, al slaapt hij al jaren elke nacht op zijn studeerkamer. Als Anke hem vertelt dat ze al een jaar een relatie heeft met een andere man, is hij geschokt. Ze zegt dat ze die relatie nu uit heeft gemaakt omdat ze het niet eerlijk vindt tegenover hem en de kinderen en wil erover praten. Dat kan hij niet. Hij sluit zich op in zijn studeerkamer en zondert zich steeds verder af van zijn gezin.

Op het departement loopt het ook mis. Een ramp met een chloortrein lijkt door milieuterroristen veroorzaakt maar er zit geen schot in het onderzoek. Er worden kamervragen gesteld aan de verantwoordelijke minister Vergoor. Clemens wordt op het matje geroepen. Waarom heeft hij het onderzoek niet beter gecoördineerd? In de beste ambtelijke traditie wentelt hij de verantwoordelijkheid af op anderen.

Ten Hove zet een geloofwaardig verhaal neer in een wat afstandelijke schrijfstijl, die goed overeenkomt met het karakter van de hoofdpersoon. De roman leest prettig maar heeft een wat zwakker eind. Hoofdpersoon Clemens is hard voor zichzelf en voor anderen. Tijdens het carrière maken verliest hij zijn geliefden. Zijn vrouw bedriegt hem en nog kan hij niet met haar praten. Je ziet hem geestelijk langzaam afglijden, maar tot waar? Daarop geeft de schrijver geen antwoord.

De verwachte moddergooierij blijft uit. Geen sappige roddels of uitspattingen van degelijke politici. Wel wordt in Ongeschreven wetten de Haagse slangenkuil fraai belicht. Echte politici dus, die versleuteld worden weergeven. Dat levert leuke raadspelletjes op. De leider van de nieuwe partij Beweging voor Vernieuwing Hans Zoomers is charismatisch, ontwikkeld genoeg om brede lagen van de bevolking aan te spreken, zijn partij komt met 20 zetels in de Kamer. Wijlen Pim Fortuyn misschien? De zwakke minister van Justitie Evert Vergoor is een besluiteloze man zonder veel overzicht. In kamerdebatten raakt hij al snel het spoor bijster, waarna hij door de oppositie in de hoek gedreven wordt. Piet Hein Donner?

Wat ook goed uit de verf komt is de bij ambtenaren ingesleten houding om afstand te nemen van verantwoordelijkheid. Een woordenwisseling tussen de minister en zijn team als ze oefenen voor een dreigend kamerdebat:

Iemand van het team: ‘Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat het departement beter functioneert?’

De minister: ‘Wat moet ik dan zeggen?’

Adviseur: ‘Dat je daarover gaat nadenken. En als dat niet voldoende is, aankondigen dat je daarop nog terugkomt. Je moet je in elk geval niet laten verleiden om uitspraken te doen.’

‘Verstandige taal,’ zegt een ander lid van het team en tevreden gaan ze broodjes eten. Het gevaar is bedwongen, de minister kan nergens op vastgepind worden. Inderdaad, dit verhaal is alles wat je altijd al aan politieke rottigheid vermoedde maar liever niet wilde weten. Bij een volgende druk toch maar die ondertitel gebruiken?

Voor het eerst verschenen op Bazarow. Ook verschenen op Nico’s recensies.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.