"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ontdekking van het heden

Donderdag, 4 november, 2021

Geschreven door: Edo Dijksterhuis, Charlotte Holtsma
Artikel door: Jan Stoel

The sky is the limit

[Recensie] Kunstverzamelaars zijn van alle tijden. Als het verzamelen je te pakken heeft gekregen laat het je niet meer los. Collectioneurs willen vaak ook laten zien wat ze bijeengebracht hebben en soms leiden collecties tot musea. Denk aan Museum JAN, Museum MORE en Museum Voorlinden om er maar een paar te noemen. In twee musea, die ook ontstaan zijn uit particuliere collecties, Singer Laren (tot en met 28 november 2021) en Het Noordbrabants Museum (van 18 december 2021 tot en met 22 januari 2022) zijn werken te zien van een (Brabantse?) verzamelaar die onbekend wenst te blijven en zijn werk heeft ondergebracht in de JK Art Foundation. De verzameling bevat zo’n zeshonderd werken: objecten, sculpturen, schilderijen, tekening en grafiek. Een honderdtal zullen er te zien zijn op de twee tentoonstellingen, die allebei net iets anders van opzet zijn.

De ontdekking van het heden is de titel van de tentoonstellingscatalogus en laat een bloemlezing zien van moderne en hedendaagse kunst uit deze collectie. “De verzameling is veelzijdig en tegelijkertijd uiterst coherent en kent in Nederland haar gelijke niet,” schrijven de directeuren van Singer Laren en het Noordbrabants Museum. Namen als Picasso, Modigliani, Morandi, Van Dongen, Mankes, Brancusi, Arp, Mondriaan, Kapoor, Picabia, Fontana, Jan Schoonhoven, Magritte, Spilliaert, Tuymans, Dumas, Borremans en Brabantse kunstenaars als René Daniëls, JCJ Vanderheyden en Leon Adriaans zijn in de verzameling vertegenwoordigd. Voorwaar niet gering.

Charlotte Hoitsma, junior conservator van het Noordbrabants Museum, heeft puntige kunstenaarsbiografieën geschreven, die chronologisch geordend zijn. Knap hoe ze in een vijftiental regels een kunstenaar kan neerzetten in toegankelijke en heldere taal en zijn werk kan karakteriseren. Ieder van de levensbeschrijvingen gaat vergezeld van een tentoongesteld werk. Een voorbeeld over Lucio Fontana en het werk Concetto spaziale (ruimtelijk concept):

“Door gaten en sneden zijn de werken niet slechts een plat doek meer, maar krijgen deze ruimtelijkheid. De radicaal nieuwe ideeën van Fontana sluiten aan bij een verlangen naar vernieuwende kunst in de naoorlogse periode en zijn onder meer instrumentaal bij het ontstaan van de Zero-beweging.”

Hereditas Nexus

Publicist Edo Dijksterhuis heeft een prachtig essay geschreven waarin hij de werken uit de collectie koppelt aan de ontwikkelingen in de maatschappij en de kunst in de twintigste eeuw. Je merkt dat kunstenaars kritisch tegen de maatschappij aan kijken en dat de -ismen (allerlei kunststromingen) vooral in het begin van die eeuw elkaar razendsnel opvolgen. Er ontstaat een vloeiend overzicht van de ontwikkelingen in de moderne kunst in woord en beeld. De auteur verklaart het heden uit het verleden. Het essay is een feest om te lezen. Je ziet verbanden ontstaan, gaat op een andere manier naar de kunstwerken kijken.

Dijksterhuis begint zijn essay met een schilderij van René Daniëls dat precies de kern raakt en de titel draagt Memoires van een vergeetal. “Het doelt toont een perspectivische ruimte waarin we een museumzaal herkennen. Aan de wanden hangen schilderijen van verschillende formaten. Ze hebben de kleur van troebel aquarium-water. Alleen omdat ze op een wand geplaatst zijn herkennen we ze als canvassen. Eigenlijk vormen ze meer de suggestie van een tentoonstelling.(…) De zaal strekt zich uit en er is geen plafond: the sky is the limit. (…) Misschien zijn die schilderijen wel ontsnappingsluikjes. Ze zuigen ons naar binnen.” En dat is precies wat er gebeurt met dit boekwerk. Dijksterhuis noemt een schilderij een venster.

Iedere paragraaf van zijn essay laat hij met een datum beginnen. Bijvoorbeeld 1 mei 1909: de datum waarop de Nederlandse tijd wordt ingevoerd. Aanleiding was de uitbreiding van het spoorwegennetwerk en de industrialisatie. “Om de machinerie geolied te laten lopen moet iedereen de klok gelijkzetten.” Kunstenaars reageren op die tijd. Uecker ”roept beweging en het verlopen van de tijd op door spijkers in panelen te slaan, waarvan de schaduwen in het voorbijlopen zich uittrekken, draaien en verkorten.” Machine d’amour van Picabia lijkt wel een technische tekening in zijn abstractie. Een ander uitgangspunt is de versplintering van de wereld: de al eerder genoemde snelle opeenvolging van stromingen. Dijksterhuis legt een verbinding met de november 1985 als Microsoft Windows gelanceerd wordt “waardoor meerdere programma’s naast elkaar en gelijktijdig draaien. Met de komst van het internet wordt de vermenigvuldiging van werkelijkheden helemaal caleidoscopisch. Je kunt venster na venster openen met realiteiten die kunnen overlappen, maar ook botsen en tegenspreken.” Je moet meteen denken aan het schilderij van René Daniels. (…) Deze versplintering is al ingezet bij het begin van de twintigste eeuw.”

De rol van de vrouw komt aan de orde en Dijksterhuis hangt dat op aan 28 september 1919 als vrouwen in Nederland het kiesrecht krijgen. “In de loop van de twintigste eeuw pakken vrouwen zelf in groten getale de penselen op om zich de representatie van hun gender toe te eigenen.” Trouwens wel opvallend dat je overal die aandacht voor gender en inclusiviteit terugziet. Mooi voorbeeld is het schilderij dat Marlene Dumas maakte van Naomi Campbell als Maria Magdalena. “Voor latere, patriarchaal ingesteld kerkvaders was zo’n belangrijke rol voor een vrouw ondenkbaar en Maria Magdalena werd weggezet als prostituee. Dumas maakt korte metten met die karaktermoord en neemt en passant ook hedendaags racisme op de korrel door haar te laten vertolken door een zwarte powervrouw.”

Dijksterhuis maakt de cirkel rond met twee werken van Leon Adriaans (die in 2004 op 60-jarige leeftijd stierf). Een ervan, Leeg atelier (lichtinval in de lege werkplaats) laat de zonnestralen zien die door twee vierkante ramen binnenvallen en twee vierkante plassen vormen op de bodem van het atelier. Die ramen staan bij Adriaans symbool voor zijn innerlijk. “Wat overblijft is het licht dat als goddelijke inspiratiebron wacht op een maker om aan te raken.”

De ontdekking van het heden is zowel inhoudelijk als qua vormgeving de moeite waard. Op de achterflap staat terecht: “Aan de hand van vele verrassende hoogtepunten uit de kunstverzameling van de JK Art Foundation wordt in beeld gebracht dat de ontwikkelingen van rond 1900 nog steeds onze wereld kleuren.”

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles