"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Onuitroeibare misverstanden

Woensdag, 3 mei, 2006

Geschreven door: Bob den Uyl
Artikel door: Jona Lendering

Verouderd maar mooi

Het is minder dan een jaar geleden dat de Nederlandse bevolking in een referendum de Europese grondwet verwierp, hoewel minister Donner oorlog voorspelde en premier Balkenende wees op de gevaren van een tweede holocaust. Dat de Nederlanders zich niet bang lieten maken bewijst het succes van de Europese integratie. We vertrouwen onze buren.

Wanneer de in 1992 overleden Bob den Uyl het in de onlangs verschenen overzichtsbundel Onuitroeibare misverstanden heeft over Duitsers, blijkt uit alles dat hij zich ongemakkelijk voelt in hun gezelschap. Niemand zal dat een Rotterdammer kwalijk nemen die als jongen van tien zijn stad zag branden (het onderwerp van het verhaal ‘Oorlog is leuk’), maar de eenentwintigste-eeuwse lezer zal het norse gemopper in de verhalenreeks ‘Neurenbergse protocollen’ beschouwen als wat het is: een verhaal van twintig jaar geleden. Anti-Duitse sentimenten dienen ten gebruike bij voetbalwedstrijden te worden gecultiveerd, en zulks uiteraard met zorg, maar Den Uyls impressies ontberen inmiddels actualiteit. Hetzelfde geldt voor zijn gallische opmerkingen over Frankrijk in ‘Kracht naar kruis’: buitengewoon knap geschreven, dat zeker, en buitengewoon gedateerd.

De samenstellers van Onuitroeibare misverstanden – het colofon noemt een team van zes mensen – hebben niet de makkelijkste weg gekozen. Vermoedelijk was het commercieel aantrekkelijker geweest een aantal aansprekende vertellingen te selecteren en zo een nieuw, jong publiek te winnen. ‘Opkomst en Ondergang van de Zwarte Trui’ en ‘De duur van de wereld’ hebben de tijdloze absurditeit die ook het oeuvre van Belcampo kenmerkt.

De redactie heeft er echter voor gekozen recht te doen aan de ontwikkeling van de auteur. Het oudste verhaal, ‘Morgen, als de zon schijnt’ (1963) doet door het gebruik van stream of consciousness gekunsteld aan en bevat een veertien pagina’s lange alinea; het jongste verhaal, ‘Katendrecht als droom’ (1992) bevat een alinea van acht woorden en vormt het einde van een groei naar steeds grotere natuurlijkheid. De bundel bevat ook een beschouwing over het schrijverschap zelf: in het hilarische “Alle begin is moeilijk” toont Den Uyl hoe een schrijver kan piekeren over zijn schepping en verbaasd kan zijn over het verhaal dat uit zijn schrijfmachine schuift.

Dans Magazine

Ik vrees dat Onuitroeibare misverstanden vooral een publiek zal behagen dat meer let op stijl dan op thematiek. In het verenigde Europa zal het provincialisme van Den Uyls reisverhalen weinigen aanspreken. Zijn verlangen naar authenticiteit, dat heel mooi tot uiting komt in ‘Verlangens van gedresseerde ratten’, wordt door hedendaagse filosofen geproblematiseerd: welk voordeel heeft men immers bij oorspronkelijkheid?

Tegelijk vrees ik dat ook de literaire fijnproevers Onuitroeibare misverstanden zullen laten liggen. Het uiterlijk van een boek zou buiten een literaire bespreking moeten blijven, maar dit keer is er iets zó fout gegaan dat het niet onvermeld mag blijven. Op de achterkant prijken aanprijzingen door drie auteurs, die in verschillende woorden hetzelfde cliché slaken: dat Den Uyl humor plaatst tegenover een naargeestige werkelijkheid. Tja.

Kortom, ik heb er een hard hoofd in dat veel mensen dit boek zullen aanschaffen. Om de inhoud hoef je het niet meer te lezen; om de stijl des te meer, maar wie daarop let zal door de stijlbloempjes op de achterpagina worden afgeschrikt. Blijven over de mensen die zich niet bekommeren om een gemeenplaats meer of minder, mentaal in de twintigste eeuw verkeren en even provinciaal denken als Den Uyl. Ik kan er maar twee noemen: Donner en Balkenende.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.