"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oorsprong

Maandag, 9 december, 2019

Geschreven door: Lewis Dartnell
Artikel door: Marnix Verplancke

Hoe geologie de politiek bepaalt

De aarde schiep ons, voedt ons en koestert ons. En toch vinden wij dat we alles uiteindelijk aan onszelf te danken hebben. Fout, aldus astrobioloog Lewis Dartnell, want zonder platentektoniek zaten we vandaag nog steeds in een boom met onze tenen te spelen.

[Interview] Wie de kaart van politiek Amerika bekijkt, ziet dat de oost- en westkusten democratisch stemmen en het binnenland hoofdzakelijk republikeins. Er is echter een streek die tegen die trend ingaat. In het zuiden loopt een sikkelvormige lijn door de staten North en South Carolina, Georgia en Alabama waar democratisch gestemd wordt in voor de rest eenduidig republikeins gebied. Als we de reden willen ontdekken voor deze opmerkelijke electorale afwijking van de norm, moeten we terug te tijd in, zo’n 86 miljoen jaar om precies te zijn. Het klimaat was toen veel warmer dan vandaag en de zeespiegel lag vele meters hoger. Een groot deel van de VS stond onder water, zo ook de gebieden waar nu democratisch wordt gestemd. Wat deze echter speciaal maakte was dat ze ten noorden begrensd werden door de Appalachen, die boven het water uitstaken. Zo’n 20 miljoen jaar lang voerden de rivieren die in deze bergen ontsprongen vruchtbaar erosiemateriaal mee dat aan de voet ervan afgezet werd als klei. Eens de warmere periode achter de rug en de zee teruggedrongen tot de kusten waar ze vandaag nog steeds tegen klotst, bleken deze kleigronden bijzonder vruchtbaar. De Black Belt noemden de eerste kolonisten de streek omwille van de zwarte aarde die ze er aantroffen, een naam die een heel andere connotatie kreeg toen het een ideale plek bleek om katoen te telen en zwarte slaven daarbij goed van pas bleken te komen. Het grootste deel van de afstammelingen van die slaven woont vandaag nog steeds in de Black Belt, en omdat het intussen een van de armste steken van Amerika is, wordt er meer voor de democraten gestemd dan voor de republikeinen.

“Ik vind dit echt een grandioos verhaal,” zegt Lewis Dartnell, “Het koppelt honderden jaren menselijke geschiedenis aan miljoenen jaren planetaire geschiedenis en illustreert hoe veranderingen toen ons gedrag vandaag bepalen. Die Black Belt is trouwens geen uniek geval. Wanneer je de politieke kaart van Groot-Brittannië bekijkt, zie je hetzelfde. Daar waar ooit kolenmijnen waren, wordt nu nog steeds meer dan gemiddeld voor Labour gestemd.”

In zijn boek Oorsprong gaat Dartnell, astrobioloog aan de Universiteit van Westminster, op zoek naar meer van deze correlaties tussen planetaire en menselijke evolutie, en wat blijkt? Zonder platentektoniek, het fenomeen dat de aardkorst uit acht platen bestaat die per jaar een paar centimeter opschuiven, was er van de mens helemaal geen sprake, en als er toch al sprake van hem was geweest, dan was hij misschien nooit verder geëvolueerd dan het stadium van de chimpansee. We hebben alles te danken aan moeder aarde, wisten we in feite intuïtief al lang. Dartnell komt nu met het bewijs dat die intuïtie geen losse flodder is. “Wanneer ik Guns, Germs and Steel van Jared Diamond of Sapiens van Yuval Noah Harari las, bleef ik altijd een beetje gefrustreerd achter,” vertelt Dartnell “omdat er in die boeken te weinig vlees aan de botten hangt. Er staan geen onwaarheden in, maar de wetenschap ontbreekt. Daarom wou ik een groot geschiedenisboek schrijven, waarin ik de samenhang tussen de planetaire en de menselijke evolutie duidelijk zou maken, maar ik wou het ook goed doen, als een wetenschapper. Oorsprong moest een beter boek worden dan die twee andere.” En dat is het.

Boekenkrant

Laat ons maar met de fundamentele vraag beginnen: waarom kwam de eerste mens uit een boom en ging hij op twee benen lopen?

“Dat heeft alles met platentektoniek te maken. Om die harige, door de bomen slingerende aap te veranderen in een naakte, rechtop lopende mens moest het bos plaats maken voor grasland. De bodem moest uitdrogen zodanig dat het bos stierf. In Oost-Afrika deed zich tussen 4,9 en 3,5 miljoen jaar geleden een opmerkelijk geologisch fenomeen voor, waarbij het land de hoogte in gestuwd werd tot het openscheurde en het de Oost-Afrikaanse slenk vormde, een reusachtig plateau op een hoogte van 800 meter. Daar stond onze wieg.”

Dat zal toch wel niet de enige plek geweest zijn op de aarde waar de grond uitdroogde?

“Nee, dat maakte Oost-Afrika niet speciaal, maar wel de unieke interactie tussen de platentektoniek en de kosmische variaties op lange termijn. Zowel de baan van de aarde om de zon als de hoek van de aardas ten opzichte van die van de zon variëren. De combinatie van al die factoren maakte dat er toen een bijzonder wisselvallig klimaat heerste, dat vernuft vereiste om te overleven, waardoor wij grotere hersenen konden ontwikkelen. Door die grotere hersenen gingen we later werktuigen gebruiken en bouwden we een beschaving op.”

En slaagden we erin andere mensensoorten zoals de Neanderthaler te slim af te zijn?

“Inderdaad. Op een bepaald moment ging de vroege mens uitzwermen en kwam hij in Europa terecht. Daar leefden toen Neanderthalers, die fysiek stukken sterker waren dan Homo sapiens. En toch hebben we ze uitgemoord, denkt de meerderheid van de wetenschappers, omdat we gewoonweg beter waren in organisatie en het vervaardigen van ingenieuze wapens. En soms maken op het eerste zicht onbenullige details het verschil. Homo sapiens kon naaien. Hij maakte kledij, kon zich dus beter beschermen tegen de kou en had daardoor nog een voordeel ten opzichte van de Neanderthalers. Ironisch toch dat wij evolueerden in een tropisch klimaat en dat dit ons net slimmer maakte en beter geschikt om te overleven in de ijstijd?”

Waarom werd de mens van een jager-verzamelaar opeens een landbouwer?

“Als je in een teletijdmachine zou kunnen terugreizen naar het Oost-Afrika van 200.000 jaar geleden, daar een kind zou ontvoeren, het zou meebrengen naar hier en het vervolgens een degelijke schoolopleiding zou geven, zou je het verschil niet merken met een kind dat hier was geboren. Anatomisch gezien zijn wij al 200.000 jaar modern en voor het grootste deel van die tijd waren wij inderdaad jager-verzamelaars. Op het einde van de laatste ijstijd verspreidden we ons vanuit Oost-Afrika, toen de zee zo laag stond dat we bijvoorbeeld over de Beringstraat konden lopen. Zodra het interglaciaal begon, de periode waarin we nu nog leven, werden we landbouwers. En dat niet op een plaats, maar op veel verschillende plaatsen tegelijkertijd. Tussen 12.000 en 9.000 jaar v. chr. kwam in de Levant bijvoorbeeld de Natufische cultuur voor, een van de eerste die sedentair was en waarin mensen landbouw bedreven. De reden daarvoor was dat er een kortstondige terugkeer was van de ijstijdomstandigheden. De stap naar de landbouw werd dus gezet omdat het niet anders kon. De jacht en het verzamelen leverden gewoon niet genoeg voedsel meer op.”

Waarom werd uiteindelijk het gebied rond de Middellandse Zee zo’n broeihaard van beschavingen en niet Oost-Afrika?

“Als je naar de plaatsen in Eurazië kijkt waar de eerste steden en beschavingen ontstonden, merk je dat dit niet zomaar om het even waar gebeurde, maar wel op de randen van de tektonische platen. Waar die platen tegen elkaar schuren en duwen, ontstaan bergen. Aan de voet ervan vind je vruchtbare plateaus, ideaal voor landbouw en dus op lange termijn ook voor nieuwe beschavingen. In het Middellandse Zee-gebied botsen de Afrikaanse plaat en de Euraziatische plaat tegen elkaar. De Afrikaanse plaat schuift in feite heel langzaam onder de Euraziatische, waarbij aan de noordkant van de Middellandse zee bergen ontstaan en inhammen en brokkelige kusten die ideaal zijn om er van nature beschermde havens aan te leggen. De zuidkust ondervindt die opstuwing niet, waardoor we daar met vlakke kustlijnen te maken krijgen die weinig bescherming bieden. Wanneer je weet dat duizenden jaren lang water de belangrijkste transportmogelijkheden bood, begrijp je meteen het verschil tussen het noorden en het zuiden van de Middellandse Zee. Vandaar dat alle succesvolle, mercantiele beschavingen in Zuid-Europa ontstaan zijn, in Griekenland en Italië bijvoorbeeld, en niet in Noord-Afrika. Daar kon je gewoonweg geen veilige haven uitbouwen.”

De Egyptische farao’s leidden toch een succesrijke Noord-Afrikaanse cultuur?

“De Oude Egyptenaren woonden aan de oevers van hun levensader, de Nijl. Het land vormde een lange lijn, omdat langs de oevers van die Nijl de vruchtbare gebieden lagen. De rivier was ook een ideaal transportmiddel. De Egyptische beschaving was duizenden jaren lang de parel aan de kroon van de mensheid, en toch blijft er van die glorieuze cultuur vandaag niets meer over. We schrijven niet in hiëroglyfen en geloven niet in Egyptische goden. Van de Mesopotamiërs, de Feniciërs, de Grieken en de Romeinen hebben we wel zaken overgenomen. De woestijn die Egypte beschermde tegen invasies van andere volkeren, isoleerde het land ook. En er groeiden ook geen bomen, waardoor er geen grote schepen gebouwd konden worden die de Middellandse Zee op konden varen. Andere streken veroveren zat er dus ook al niet in. Het Oude Egypte was trouwens niet het enige Noord-Afrikaanse succesverhaal. Er was ook Carthago natuurlijk, tot de Romeinen er komaf mee maakten. Maar waar lag Carthago? Op de enige plek aan de hele Noord-Afrikaanse kust die van nature bescherming bood tegen aanvallen van buitenaf en waar dus een veilige haven gebouwd kon worden.”

En wat met het Oude Griekenland, cultureel invloedrijk, maar op politiek vlak een lappendeken?

“De Grieken zaten in de noordelijke helft, in een bergachtig land met een grillige kustlijn en veel eilandjes. Vandaar al die stadstaatjes. Niet alleen zorgde dat landschap voor een bloeiende cultuur, ik denk zelfs dat het de verklaring vormt voor het ontstaan van de democratie in Athene. In andere streken van de wereld werden op dat moment oorlogen gevoerd met strijdwagens. Begin daar maar eens aan in het Griekse landschap. Daarom ontwikkelden de Oude Grieken een aanvalstechniek waarbij de infanterie doorslaggevend was, het voetvolk dus. Bij de vorming van een falanx staat dat voetvolk zo opgesteld dat iedere soldaat de man links naast hem met zijn schild beschermt. Je bent dus afhankelijk van je buurman voor je eigen leven. Zo’n verhouding bouwt vertrouwen, kameraadschap en sociale cohesie op. Nogal wat wetenschappers denken dat die uit de oorlog stammende cohesie uiteindelijk geleid heeft tot het ontstaan van de democratie, ook al was dat dan een primitieve democratie waarin vrouwen en mannen die geen landeigenaar waren niet mee mochten beslissen.”

Waarom ontstond de eerste parlementaire democratie dan in Engeland?

“Omdat Groot-Brittannië een eiland is, waardoor de bedreiging door een externe macht niet zo groot was. Dat stelde het in staat om op interne zaken te focussen en vrij vroeg een politiek systeem op poten te zetten met een bevoegdheid over het hele gebied. Er ontstond een machtsevenwicht tussen de koning en de adel dat geleidelijk aan verschoof ten voordele van die laatste, waardoor na de Magna Carta van 1215 de macht grotendeels in handen kwam van het parlement. Groot-Brittannië was trouwens niet altijd een eiland. Tijdens de ijstijd zat er zo veel water in grote ijslagen op het land dat de zee tot wel 120 meter lager lag dan vandaag. Je kon toen gewoon naar Groot-Brittannië wandelen. Toen dat ijs begon te smelten kwam het smeltwater vast te zitten achter een natuurlijke dam ter hoogte van Doggerland, dat nu een grote zandbank is tussen Schotland en Denemarken. Op een bepaald moment brak die dam en stroomde het water de engte tussen Engeland en Frankrijk in. Ter hoogte van Calais en Dover spoelde het zelfs de landbrug tussen die twee weg, wat meteen de verklaring is waarom je aan beide zijden van het Kanaal witte kliffen vindt. Dat moment zou je de originele brexit kunnen noemen (lacht).”

Groot-Brittannië is dus echt wel anders dan de rest van Europa doordat het een eiland is?

“Dat Groot-Brittannië een eiland is heeft er niet alleen voor gezorgd dat het land een specifieke eigen geschiedenis heeft, maar het heeft daardoor ook een heel belangrijke invloed gehad op de geschiedenis van de rest van Europa. Niemand is ooit in staat geweest heel Europa te veroveren en er één rijk van te maken. De Romeinen slaagden er bijna in, maar alle anderen raakten niet verder dan de Noordzeekust. Napoleon slaagde er niet in Groot-Brittannië te veroveren en Hitler evenmin. Wat een chauvinist, denk je nu misschien, maar doordat wij een eiland waren, hadden die despoten te maken met een vijand naast de deur, wat hen kwetsbaar maakte. Stel dat de Noordzee er niet was geweest, dan was Hitler ongetwijfeld vanuit België, Frankrijk en Nederland Groot-Brittannië binnengereden en dan had hij dat land zo onder de voet gelopen. Als eiland kon Groot-Brittanië echter uitgroeien tot een basis voor het Amerikaanse leger, van waaruit de finale aanval tegen de nazi’s ingezet kon worden. Zonder dat eiland daar aan de overkant van het Kanaal, hadden ze rechtstreeks vanuit Amerika moeten aanvallen, wat heel veel moeilijker was geweest.”

Die brexit komt dus niet helemaal uit de lucht vallen?

“Natuurlijk niet. Dat wij ons een beetje anders en afgescheiden voelen op ons eiland is logisch. Dat komt door onze geologie. Misschien hebben de brexiteers dus wel een punt. (lacht) Maar ieder volk heeft wel iets wat het bijzonder maakt door de specifieke plaats waar het woont. Neem nu de Lage Landen. Die liggen op het laagste punt van de grote Noord-Europese vlakte. In tegenstelling tot zuidelijk Europa, waar bergen als de Alpen en de Pyreneeën natuurlijke grenzen vormen tussen staten, vind je die op de Noord-Europese vlakte niet. Verschillende volkeren hebben zich over die vlakte bewogen, veroverend en terugtrekkend, en daarbij heel veel kennis en vernuft verspreidend. De Lage Landen waren altijd bijzonder kwetsbaar. Vandaar dat er hier zoveel oorlogen uitgevochten zijn.”

En economisch gezien deden Vlaanderen en Nederland het ook al niet slecht, wat hen wellicht nog begerenswaadiger maakte voor andere landen?

“Precies, maar ook die economische welvaart hadden ze aan hun specifieke ligging te danken. Nederland staat bekend om zijn windmolens. Wij vergeten makkelijk dat die niet opgetrokken werden omdat ze zo mooi staan op toeristische snuisterijen (lacht), maar dat zij broodnodig waren om het land droog te houden. Vanuit geologisch oogpunt zou je kunnen zeggen dat die molens dienden om op artificiële wijze de klok terug te draaien naar de laatste ijstijd, toen de zee veel lager lag. Die molens bemaalden het land. Het bouwen van zo’n molen was echter een dure zaak. Weinig mensen hadden genoeg geld, en dus kwam iemand op het idee om dat samen met anderen te doen, waarna de opbrengst verdeeld zou worden onder degenen die geld ingelegd hadden voor de bouw ervan. Er kwamen dus deelbewijzen, die je eventueel kon verkopen als je in geldnood zat. In Amsterdam werd een gebouw opgetrokken waarin die deelbewijzen verhandeld konden worden. De Beurs noemden ze het, en het kapitalisme was geboren. En met dat kapitalisme de grote handelsmaatschappijen als de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie. Na de crisis van 2008 had iedereen het opeens over futures. Die bestonden ten tijde van de VOC in Amsterdam ook al.”

Waarom ging men trouwens globaal handel drijven ten tijde van die VOC?

“Omdat er massa’s geld te verdienen waren met de handel met het Verre Oosten natuurlijk, en dan vooral met de specerijenhandel. Maar ook omdat men inzicht verworven had in de zee-en windstromingen in de Atlantische Oceaan. Wanneer je met een zeilschip vanuit Portugal de kortste route naar Zuid-Amerika neemt, heb je de hele tijd tegenwind. En ook de zee stroomt de verkeerde kant op. Niet echt handig natuurlijk. Wanneer je echter eerst naar het zuiden vaart en pas ter hoogte van de Kaapverdische Eilanden de boeg naar het westen wendt, heb je de hele tijd zowel de wind als de zee mee en ben je in geen tijd aan de overkant. Ook de ontdekking van Amerika is dus door de aarde bepaald en niet alleen op het conto van Columbus te schrijven. Dat het de Spanjaarden en de Portugezen waren die naar Amerika trokken hoeft trouwens ook niet te verbazen. Zij lagen het verst weg van de Zijderoute die over land naar het Verre Oosten liep. Zij konden dus beter de andere kant op gaan, dachten ze. En na hen volgden de Nederlanders, de Britten en de Fransen en zo zaten we middenin het koloniale tijdperk.”

Als ik het zo hoor is het dus geen toeval dat Spanje en Portugal naar Amerika trokken. De aarde stemde hen daartoe voor?

“Hun ligging wel, maar dat zegt natuurlijk niets over het tijdstip van de ontdekkingsreizen. Ook China had grote schepen en snapte hoe de zee- en windstromingen verliepen. De Chinezen hadden begin 14e eeuw Amerika al kunnen ontdekken. Dat ze het niet deden, heeft specifieke historische, economische en politieke redenen. Niet alles is terug te voeren op geologie. Maar dat het gebeurde, en waar die Spanjaarden, Portugezen of Chinezen aan land gingen, werd wel bepaald door de aarde.”

Maar het blijft toch wel een deterministische kijk op de wereld? Ik hoor het sommige mensen al zeggen: het is niet de schuld van onze voorouders dat het kolonisten waren, dat komt gewoon door de plek waar ze geboren werden.

“Dat de geologie een justificatie kan leveren voor het kolonialisme en de slavernij beweer ik dus absoluut niet. Wat ik wel zeg is dat wanneer een natie slaven wil verhandelen, ze bepaalde routes zal volgen en dat die routes bepaald worden door de wind- en zeestromingen.”

Maar er zit wel een onomkeerbaarheid in het hele proces. U beschrijft bijvoorbeeld hoe je van een landbouwmaatschappij nooit meer terug kunt naar een van jager-verzamelaars omdat je met landbouw tien keer meer mensen kunt voeden op eenzelfde oppervlakte. Landbouw geeft op zijn beurt aanleiding tot het ontstaan van steden, die wereldwijd steeds meer mensen aantrekken van het platteland eromheen. Die verregaande urbanisatie lijkt dus ook een planetair gestuurd en onomkeerbaar proces te zijn. Of gaan we nu wat te ver?

“Iedere technologische revolutie heeft ervoor gezorgd dat meer mensen konden overleven. Als je ervan uitgaat dat je om morele redenen geen voorstander bent van een massale sterfte, kun je dus inderdaad, zoals je zegt, niet meer terug naar een vorige, eenvoudigere toestand. Vandaag bouwen we verder op de landbouwrevolutie van de zeventiende eeuw, de mechanisatie en de uitvinding van kunstmest en pesticiden. Over die zaken doe ik geen morele uitspraken, maar we kunnen niet meer terug. En we zijn heel afhankelijk geworden. Stel dat de elektriciteit voor langere tijd uitvalt, dan krijgen onze steden het moeilijk. Of de trek naar de steden onomkeerbaar is, betwijfel ik. In ontwikkelingslanden is die nog steeds aan de gang, maar in het westen is hij gestopt. Grote steden als Londen en Parijs verliezen inwoners. Het aantal vertrekkers is groter dan het aantal inwijkelingen. De verklaring daarvoor is dat de meer begoeden de steden verlaten om een rustiger leven te leiden in de periferie.”

Speelt die geologie vandaag ook nog een rol bij wat we doen?

“Natuurlijk, denk bijvoorbeeld aan de plekken op aarde waar olie in de grond zit. Waarom zou het Midden-Oosten anders zo’n heksenketel zijn? Wat in dit opzicht steeds belangrijker wordt is het praktische monopoli van China op zeldzame aarden, elementen die nodig zijn om bijvoorbeeld gsm’s te maken, of militaire hardware. Als China beslist die morgen niet meer te exporteren, zitten wij echt met een probleem. Dat Amerika zomaar een handelsoorlog begint met de natie die hen die zeldzame aarden levert is dus op zijn zachtst gezegd ondoordacht. Amerika lijkt me veel kwetsbaarder dan China. Dat land heeft immers de aas van het kaartspel in handen. 4000 jaar geleden was dat Kreta met zijn kopermijnen, wat de bronstijd inluidde. Nadien werd ijzer de belangrijkste delfstof, voor de ijzertijd en het Romeinse Rijk. Vandaag zijn het zeldzame aarden en aluminium.”

En water, neem ik aan?

“Dat is nu nog de toekomst, maar dat komt er inderdaad aan. Tibet wordt wel eens de derde ijskap van de wereld genoemd. Tienduizenden gletsjers voorzien de landen errond van drinkwater. Daarom is het Tibetaanse plateau zo belangrijk voor vrede in de hele regio van Zuid-Oost Azië. De tien belangrijkste rivieren van die regio ontspringen in Tibet. Door de klimaatwijziging zal het de komende vijftig jaar op sommige plaatsen droger worden, de gletsjers zullen geleidelijk afsmelten, waardoor die minder water af zullen geven en er dus ook minder geïrrigeerd zal kunnen worden. De kans bestaat dan dat de Chinese overheid het water naar de drogere gebieden in China afleidt en de buurlanden droog zet. Wat zal India dan doen, is de vraag.”

We leven nu in het antropoceen. Betekent dit dat de mens zich nu kan onttrekken aan zijn planetaire bepaaldheid?

“Als soort zijn we vandaag inderdaad technologisch zo machtig geworden, en zo talrijk, dat we invloed hebben op de verandering van de aarde. We zijn in staat planetaire systemen en cycli te verstoren. De uitdaging bestaat erin dit niet te doen of zo weinig mogelijk. Dé uitdaging van vandaag is dat we een oplossing moeten vinden voor een probleem dat we zelf hebben gecreëerd, namelijk het energieprobleem. We hadden onze bossen al voor een groot deel opgestookt en gingen daarom over op het ontmijnen van de fossiele bossen onder onze voeten, steenkool dus. En daarna kwam olie. Het onbedoelde gevolg daarvan is onze huidige klimaatverandering, maar ik ben optimistisch. We hebben dit probleem technologisch veroorzaakt en we zullen het volgens mij ook technologisch oplossen.”

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur: