"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Oossink, 800 jaar oud Scholtengoed

Woensdag, 12 april, 2017

Geschreven door: Jan Meijer
Artikel door: Lou Lichtenberg

Superhorige in de Achterhoek

[Recensie] In de buurtschap Kotten bij Winterswijk ligt al circa 800 jaar het Scholtengoed Oossink, aangesteld door het nabij gelegen Duitse klooster Groot Burlo als haar Scholte, een soort rentmeester. Het bijzondere aan het oude Scholtengoed is, dat het er na al die eeuwen als enige in de verre omtrek nog altijd bijna net zo uitziet als toen het omstreeks 1220 werd gesticht: een lang gerekt ‘los hoes’ met een enorm dak, dat schuin afloopt tot zo’n 170 cm van het erf. Hoe is het acht eeuwen lang gelukt het zo in stand te houden? De huidige bewoner Jan Meijer deed onderzoek hiernaar en het resultaat daarvan is neergelegd in een kloek boek over het oude Scholtengoed Oossink te midden van historische gebeurtenissen die zich tussen 1200 en 2000 afspeelden in het grensgebied tussen Nederland en Duitsland.

Meijer is nagegaan wie de vroegere eigenaren waren en wie er ooit hebben gewoond. Ook bijzonder is de rol van Oossink in de buurtschap Kotten en in het kerspel Winterswijk. In de tijd van Heren en Horigen maakten vooral in Westfalen de Heren vaak gebruik van de diensten van een superhorige, de Scholte, als hun lokale vertegenwoordiger. In de 17e en 18e eeuw functioneerde Oossink eerst als gildemeester, en daarna werd ze één van de twee rotmeesters die de buurtschap Kotten vertegenwoordigden naar de overheid. De rotmeester functie was toegewezen aan de boerderij, onafhankelijk van wie de bewoner daarvan was. Gedurende de hele 18e eeuw kende Oossink maar twee bewoners, Jan Oossink Sr en Jan Oossink jr, allebei getrouwd, maar allebei ook kinderloos gebleven.

Oossink bezat in het midden van de 19e eeuw mede door toewijzing van markegronden ongeveer 80 hectaren land, en werd bezit van Gerrit Tenkink, die mede daardoor zijn bezit aan landerijen uitbreidde tot ruim 530 ha. Na diens dood in 1861 werd dit bezit verdeeld over 7 kinderen, en een eeuw later was van de ooit 80 hectaren van Oossinks bezit nog slechts 0,67 hectare over.

Hoe het daarna weer enigszins opbloeide wordt ook uitvoerig in dit fraaie boek verhaald. Zeer goed gedocumenteerd, en voorzien van tal van noten, genealogieën, foto’s en illustraties.

Archeologie Magazine

Eerder verschenen in Archeologie Magazine