"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Op de schouders van Oma Babbes

Dinsdag, 15 mei, 2018

Geschreven door: Barbara Stam
Artikel door: Onbekend

Het leven van Koosje Stam-Kreté (1918-2008)

[Voorpublicatie] Afgelopen zaterdag werd het boek Op de schouders van Oma Babbes gepresenteerd, precies op de geboortedag van deze bijzondere vrouw. In boek blikt kleindochter Barbara terug op leven van haar grootmoeder.
“Koosje Kreté wordt exact honderd jaar geleden geboren in ’s-Hertogenbosch als dochter van een aannemer en een voormalig dienstbode. Ondanks de economische crisis en de Tweede Wereldoorlog vergaat het hen goed. In 1942 trouwt zij met Tien Stam en verandert haar leven radicaal.

In tien jaar tijd krijgt zij zeven kinderen, verhuist ze vijf keer en drukt het huishouden op haar schouders. Kleindochter Barbara Stam beschrijft op subtiele wijze en zonder oordeel het leven van haar voorouders. Tussen de regels door stelt ze zichzelf de vraag of haar onvoorwaardelijk lieve Oma ook een onvoorwaardelijk lieve vrouw en moeder was. Door het leven van haar Oma in beeld te brengen, te beschrijven en te plaatsen in de tijd, neemt zij de lezer mee naar een eeuw ontwikkeling in Nederland.

Deze biografie is het debuut van Barbara Stam. Hiermee is haar langgekoesterde droom werkelijkheid geworden. Zij schreef dit boek naast haar werk als (interim) manager in de verzekeringsbranche. Ze woont met man en drie zoons in Baarn. [Van de achterflap]

Heaven

Hoofdstuk 1. Mijn Oma Babbes en ik

Bij Oma

Ik zit op het hoge aanrechtblad in de keuken terwijl Oma het eten kookt. Ze kletst over de andere kleinkinderen, over de reizen die in het verschiet liggen en de dingen die ze wil maken voor het goede doel: bonsai boompjes van kralen, haakwerkjes en gebreide poppetjes. Het geld gaat naar de arme kinderen. Ze is er maar druk mee.
Meestal eten we iets Hollands. Gekookte aardappels, sperziebonen en gehaktballen met jus. Aan tafel prakken we de aardappels tot een bergje en gooien een flinke lepel jus in het daarvoor bestemde holletje. Maar niet nadat we gebeden hebben. Natuurlijk, dat houden mijn grootouders als goede katholieken vol tot hun dood.

Na het eten maakt Oma koffie. Ouderwetse filterkoffie met een schepje Buisman om de smaak te versterken. Ik krijg ‘kinderkoffie’, geklopte melk met een heel klein beetje koffie. Omdat ik dat thuis niet krijg, voel ik me heel volwassen. Ik ga zitten in mijn Grootvaders bruin leren Chesterfield stoel. Meestal zit hij er met een plateau op schoot voor de kleine kaartjes waarmee hij eindeloos patience speelt. Ik kijk de kamer rond en zie mijn Oma’s verzameling koperen voorwerpen die de man van haar vriendin Stien maakte en haar verzameling kleine serviesjes. Trots is ze op de grote glazen vitrine vol met stenen eieren. Eieren gemaakt van roze kwarts, aragoniet, amethist, jaspis of – mijn favoriete steen – lapis lazuli. Keurig op een steuntje zodat je de eieren goed kunt zien. Ik denk niet dat ze gelooft in de helende werking van de stenen. Ze vindt ze gewoon mooi en geniet van het verzamelen ervan. Overal waar ze komt, gaat ze op zoek naar nieuwe exemplaren om toe te voegen aan haar collectie.

Op de salontafel staat de droppot. Een houten droppot in twee kleuren bruin. De drop smaakt naar hout. Eigenlijk niet lekker, maar – net zoals mijn vader – kan ik het toch niet weerstaan. En als de pot weer leeg is, lopen we samen naar de markt en zoeken we nieuwe dropjes uit. Dan mag ik kiezen uit tientallen snoepjes in alle kleuren, vormen en groottes. Zonder rekening te houden met wie dan ook kies ik precies die snoepjes die ik lekker vind: honingdropjes, manneken pis, kokindjes, tumtummetjes en gesuikerde krakelingen.
En op een Perzisch kleedje ligt Babbes – de rode poes – te soezen. Oma is haar hele leven dol geweest op poezen en heeft er vele versleten: Maarten, Whiskey, Karel, Gerrrit (Babbes), Kerrie, Oelek, Pippeloen, Pandit en Radja. En vanwege deze poes, is Oma voor mij Oma Babbes. Ik slaap in een tweepersoons bed in de logeerkamer. Strak opgemaakt met witte lakens en een deken. Bij de wastafel staat een mandje vol met zeepjes, crèmes en lotions, verzameld in de hotels waar ze was geweest. De zeepjes van Maja vind ik het mooist. Verpakt in mat zwart papier met rode randen met een afbeelding van een Spaanse flamencodanseres in een mooie jurk en een waaier in haar hand. Ik kan ernaar blijven kijken.
Voor mij is er niks leukers dan logeren bij Oma en de uren voorbij laten tikken. Ze tikken voorbij met drop en Maja-zeepjes, kletsen op het aanrechtblad, schepjes Buisman, poppensjaaltjes breien, kraaltjes sorteren, werken in de tuin en zitten op schoot. Heel druk zijn we daarmee, mijn Oma Babbes en ik.

Een bevoorrechte positie

Ik werd in 1971 als eerste kleinkind van mijn grootouders geboren. De jaren die volgden, stond ik in het middelpunt van de familie-aandacht tot ik de aandacht ging delen met kleinkind twee tot en met achttien.
Toen ik op negenjarige leeftijd met mijn ouders en zussen naar Brazilië verhuisde, kwamen mijn grootouders twee jaar achter elkaar een maand logeren, zo rond de feestdagen. Ik keek er reikhalzend naar uit om mijn Oma weer te ruiken en te voelen. In haar mouwloze jurken in A-lijn met een vrolijke design op stevig katoen. Dan werd ze nog bruiner dan ze al was. Gekscherend zeiden we dan dat ze zigeunerbloed moest hebben. Ze had een warme schoot om op te kruipen en een echt oma-permanent van grijze slag.
In de brandende Braziliaanse zon vierden we samen Sinterklaas en Kerst en aansluitend maakten we reizen door Brazilië. Naar de watervallen van Iguaçu aan de grens met Argentinië of naar de stranden van Caraguatatuba en Ubatuba ten oosten van São Paulo waar we woonden.

Mijn vader reed, mijn Grootvader zat in de bijrijdersstoel met een goede sigaar tussen zijn tanden. Mijn moeder, Oma, twee zusjes en ik zaten op de achterbank gepropt. We namen het niet zo nauw met veiligheidsgordels, frisse lucht en kinderstoeltjes. Om de zoveel uur kregen we een Topdropje van Oma met een pepermuntje van King. Die mochten we dan tegelijkertijd opzuigen en die smaaksensatie zal voor mij altijd met haar verbonden blijven.
We bezochten meerdere keren het Braziliaanse plaatsje Lins waar Bisschop Koop woonde. Met zijn ‘Comunidade Educacional para o Trabalho’ ontfermde de bisschop zich al jaar en dag over arme gezinnen. Hij bood hen onderdak, opleiding, dagbesteding en eten. Hij leerde hen zich staande te houden in de Braziliaanse maatschappij. De katholieke kerk waar mijn Grootvader en Oma actief waren – de Heilige Maria Koningin in Krimpen – steunde de Comunidade financieel. En dus gingen mijn grootouders namens de kerk een kijkje nemen als zij in Brazilië waren en raakten zo nog meer betrokken bij het goede werk dat verricht werd.

In Lins mochten we meewerken in het atelier waar onder andere gipsen beeldjes werden gegoten en beschilderd. Ik herinner me goed dat een kind een rat ving en zo trots was als een pauw. Vanavond stond er vlees op tafel! En dat ik met mijn nieuw verworven vriendjes meeging naar het gammelste huis dat ik ooit had gezien. Toen me gevraagd werd wat ik wilde drinken, lustte ik wel een cola want ik had dorst gekregen door de hitte. Met het beetje geld dat er was, werd snel een fles cola voor mij gehaald bij de winkel. Ik realiseerde me toen in wat voor weelde ik leefde.

Ontmoeting in Andalusië

In het voorjaar van 1989 werd mijn Grootvader heel ernstig ziek. De artsen ontdekten een tumor in zijn hals. Mijn Grootvader en Oma stonden op het punt om een rondreis te maken door Zuid-Spanje en de artsen stimuleerden hen dat vooral door te laten gaan. Op dat moment studeerde ik Spaanse taal en cultuur in Granada en daar spraken we af. Ik haalde hen op in het hotel en stralend introduceerden ze mij aan het reisgezelschap. Ik nam ze mee naar een typisch Spaans restaurant waar Grootvader meteen de champagne liet aanrukken. We hadden ontzettend veel geluk die avond want er zat een dansgezelschap te eten en naarmate de avond vorderde en de drankvoorraad slonk, begonnen ze te dansen. Grootvader en Oma genoten met volle teugen. Een paar maanden later overleed hij en moest mijn Oma wennen aan het leven alleen.

Het zal rond die tijd zijn geweest dat ze genoeg had van haar gepermanente haren en dat ze de krullen er definitief uit liet knippen. Ze ging voortaan door het leven met een kort stoer steil kapsel en spijkerbroeken in plaats van mouwloze jurken. Ze leerde hoe ze moest mailen want ze besefte dat dat de beste manier was om contact te houden met haar kleinkinderen in Amerika. De kleinkinderen in Nederland kwamen minder vaak langs dan Oma lief was. Dat stak ze niet onder stoelen of banken.

Overgrootmoeder

In september 2003 belde ik mijn Oma om te vertellen dat ons eerste kind was geboren en dat alles goed was gegaan. Ik vertelde haar dat het een jongen was, hij Sam heette en rode haartjes had net als haar vader. Ze was verbijsterd. “Noem je hem echt Sam? Sam Stam? Dat is toch zielig!” Ik schoot in de lach en legde haar uit dat Sam dezelfde achternaam heeft als Arjan, Loonstra dus. Ze was opgelucht.
We nodigden haar uit om langs te komen om Sam en ons nieuwe huis te zien. Het had wat voeten in de aarde want Oma was inmiddels halverwege de tachtig en niet meer zo goed ter been. We haalden haar op en maakten onze slaapkamer vrij zodat zij maar één trap op hoefde te klimmen om te gaan slapen. Ze zat op de praatstoel en liet zich telkens weer een wit wijntje inschenken. Als jonge moeder had ik chronisch slaaptekort en dus meldde de man met de hamer zich rond één uur ’s nachts. Maar Oma nam er nog een.

Als wij ’s middags met de kinderen langs wilden komen in Krimpen, vroeg ze subtiel of we dan avondeten mee wilden nemen voor ons allemaal want anders was het bezoek zo kort en uit eten weer zo prijzig. Ze overleed vlak voor haar negentigste verjaardag op dinsdag 4 maart 2008 in het Havenziekenhuis in Rotterdam. Het ziekenhuis waar ik geboren ben. We begroeven haar op zaterdag 8 maart. Ik werd overspoeld door intens verdriet en gemis. Haar dood voelde als een amputatie. Al wist ik rationeel dat haar vertrek goed was, het heeft me jaren gekost om los te komen van het verdriet. Maar zij liet mij niet los.

Voor meer informatie en bestellingen: bmstam@gmail.com