"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Op safari naar Armoeland

Dinsdag, 2 juli, 2019

Geschreven door: Darren McGarvey
Artikel door: Marnix Verplancke

“Natuurlijk is de maatschappij onrechtvaardig”

De Schotse rapper Loki gooide met zijn autobiografische, rauwe portret van opgroeien in een Schotse achterstandwijk hoge ogen. Niet alleen omdat Op safari naar Armoeland toonde dat Trainspotting nog steeds alive and kicking is, maar ook omdat hij de schuld voor heel veel miserie in de schoenen van traditioneel links schoof. Een portret van een tegendraads man.

[Interview/Recensie] “A working class hero is something to be,” zong John Lennon een halve eeuw geleden. De uit Glasgow afkomstige rapper Darren McGarvey, a.k.a. Loki, gaat nog een stapje verder. Ook als underclass hero ben je iemand beweert hij, en moet je niet beschaamd zijn voor je afkomst. McGarvey is al jaren een lokale bekendheid. Vijftien jaar geleden maakte hij voor BBC Schotland zijn eerste reportages over het verband tussen asociaal gedrag en sociale achterstelling. Ze vielen op door hun directe stijl en onomwonden kritiek. Daarna begon hij te rappen en werd hij onder de naam Loki een grootheid in de hiphop-scene. Maar het bleef allemaal heel erg Schots. Zijn eerste boek, Op safari naar Armoeland, veranderde dat. Ken Loach noemde het “een woedeschreeuw”, J.K. Rowling merkte op dat “een noodzakelijker boek moeilijk denkbaar is,” en Irvine Welsh zag er “een rehab voor links” in. Het is immers een rauw boek, over zijn eigen leven en over de wijze waarop ouderwets links sociale mobiliteit soms in de weg staat. Het boek werd vorig jaar bekroond met de George Orwell Prize en er volgden meerdere vertalingen, waaronder een Nederlandse.

Dat McGarvey ooit schrijver zou worden, was bijzonder onwaarschijnlijk. In de Glasgowse achterstandwijk Pollok waar hij in 1984 werd geboren, was literatuur immers een grote onbekende. Niet alleen had McGarvey het moeilijk met lezen, het was ook iets wat je niet deed als je door je omgeving serieus genomen wilde worden. Je diende vooral heel erg stoer en hard te zijn en neer te kijken op alles wat ook maar een zweem van de middenklasse verraadde, en daar hoorden dus ook boeken bij. Er wordt vaak gedacht dat een achterstandwijk een soort strand is, waar de onaangepasten en verstotenen van de maatschappij aanspoelen, maar niets is minder waar, schrijft McGarvey. Dergelijke sukkelaars zijn er natuurlijk wel, maar het grootste deel van de mensen vormt een hechte gemeenschap. Kansloosheid wordt er van generatie op generatie doorgegeven, samen met geweld, drank en drugs. “Kinderen die in de onderklasse opgroeien zijn bijna gedoemd om later zelf ook in die onderklasse te belanden,” zegt hij wanneer we hem bellen, “Zij zullen de nieuwe verloren generatie vormen.”

McGarvey weet waarover hij het heeft. Zijn moeder was haar hele leven verslaafd aan alcohol en heroïne. Als er op het einde van de maand toch nog een paar ponden over waren, gooide ze die in een gokautomaat. “Extreem gewelddadig was ze niet,” hoor je toch nog enige liefde doorheen de stem van zoon Darren, “ze was gewoon bijzonder labiel en onvoorspelbaar, waardoor er thuis een voortdurende angstsfeer hing.” Toen hij vijf was zette ze voor het eerst een broodmes op zijn keel. Een paar jaar later kwam hij thuis van school en kon hij met de beste wil van de wereld zijn vriendjes niet uitleggen waarom moeder in de voortuin het hele huishouden aan het opstoken was. Op zijn tiende verliet moeder het echtelijk huis, waarna hij haar nog maar sporadisch zag. Acht jaar later, op haar 36e, stierf ze aan levercirrose. Darren, zelf inmiddels een van de stress en de testosteron stijf staande jongeman die werkloos en meer dronken dan nuchter was, hoorde de bel luiden. Hij maakte een einde aan zijn dakloosheid, koos voor begeleid wonen en trok in in het Firestation Project, waar hij drie jaar bleef. Het werd zijn redding. “Ik bezoek regelmatig gevangenissen en dan merk ik dat het verschil tussen mij en de mensen die daar zitten niet zozeer is wat we hebben meegemaakt, maar wel dat zij nooit steun gehad hebben van anderen om uit de gevangenis te blijven en ik wel. Dat kan een grootmoeder zijn, een familievriend of een gezondheidswerker met een missie, iemand die standvastigheid verzekert in een wispelturige omgeving. In het Firestation Project kreeg ik een psycholoog toegewezen die me er echt bovenop hielp. Hij leerde me zowel psychisch als financieel gezond te blijven. Maar uiteindelijk moest ik het wel zelf doen, maakte hij me iedere keer duidelijk.”

Kookboeken Nieuws

Die drie jaar waren een leerschool voor McGarvey, waarna hij wist wat er fout loopt wanneer sociale werkers vol goede moed binnentrekken in achterstandwijken als Pollok met de bedoeling er het leven beter te maken. Niet alleen beseffen ze veel te weinig welke hechte gemeenschappen die wijken vormen, ze luisteren ook niet naar de mensen die er wonen. McGarveys moeder groeide op in The Gorbals, waar de eerste grote sociale blokken van Glasgow werden gebouwd, die na een paar decennia veranderd waren in vervulde schuilholen voor dealers en verslaafden. Gentrification! luidde het slagwoord en dus werden de blokken neergehaald en vervangen door laagbouw. Geen van de bewoners had daar ooit om gevraagd. Zij wilden blijven waar ze waren, omdat een leven zo veel meer is dan een huis. Maar nee dus. Er kwamen inderdaad andere mensen wonen en de gemeenschap die al een halve eeuw bestond werd verscheurd. “Wanneer je een flatgebouw opblaast, blaas je ook de sociale banden van de voormalige bewoners op,” vat McGarvey het samen aan de telefoon. “Mensen blijven alleen en verweesd achter, zonder een eigen identiteit.”

Wat McGarvey Labour, dat heel erg sterk staat in de achterstandwijken, ook verwijt is dat het een economie van de miserie in het leven heeft geroepen waarbij de armoede en de kansloosheid in stand worden gehouden. “Natuurlijk is de maatschappij onrechtvaardig,” aldus McGarvey, maar hoe beperkt je ook bent in je mogelijkheden, je hebt altijd de keuze om jezelf niet verder te laten afglijden. Dat is echt het minimum. En daar moet je mensen in steunen. Maar ergens lijkt dit links te min. Dat focust liever op systemische veranderingen, maar geloof me, die revolutie is echt niet voor morgen.”

McGarveys geloof in de combinatie van rechtvaardigheid en persoonlijk initiatief zette er hem vijf jaar geleden ook toe aan campagne te voeren voor Schotse onafhankelijkheid. Als reden gaf hij altijd aan dat Groot-Brittannië geteisterd wordt door een democratisch tekort. Wat de Schotten ook doen in het stemhokje, in feite maakt dat niets uit. Ze blijven een kleine minderheid in het Britse parlement dat vooral uit Engelse verkozenen bestaat. Die onafhankelijkheid is er niet gekomen, maar de Schotten kennen wel een grote vorm van autonomie en volgens McGarvey werpt dat duidelijk zijn vruchten af. Zo werkt de politie bijvoorbeeld autonoom en is ze bereid out of the box te denken. Een voorbeeld daarvan is het opzetten van de Violence Reduction Unit, een think tank die uniek is in de wereld en de link wil leggen tussen de cultuur rond het geweld en de sociale omstandigheden die het toelaten of zelfs aanmoedigen. De Unit zet ook preventieve acties op en bij een daarvan was McGarvey nauw betrokken, als rapper Loki. “Als tiener was ik al gek op muziek,” legt hij uit hoe hij bij hiphop terechtkwam, “Om te rappen heb je niets nodig, zelfs geen muziekinstrumenten. Je gebruikt gewoon bestaande zaken, uit wat je vindt op straat dus. De hele hiphop-cultuur spruit voort uit sociale onrechtvaardigheid en kansarmoede.” Voor de Unit maakte hij een song en een bijbehorende clip, Gaslight, die huiselijk geweld aanklaagt en de schuld voor een keer niet bij de vrouw legt, maar wel bij de paranoïde en gewelddadige man. Gaslight sloeg in als een bom en werd zelfs in de sterk anti-autoritaire wereld van de hiphop op handen gedragen.

Vandaag is McGarvey vader van twee peuters. Volgend jaar gaat hij trouwen, zegt hij trots aan de telefoon. Hij staat al een jaar helemaal droog, voegt hij er nog aan toe, en zijn pijnstillers op basis van cocaïne neemt hij ook niet meer. “Ik heb een zeker niveau van standvastigheid en zekerheid bereikt,” zegt hij, “Ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien met een dronkaard als vader. Want het draait allemaal om rolpatronen. Ik ga graag in scholen in achterstandwijken spreken. Rapper Loki vertelt dan hoe hij net als zij ooit in zo’n bank zat en niets hem leek te interesseren. Maar dan ontdekte hij dat hij toch ergens goed in was, en besloot hij daar volop voor te gaan. Ik merk dan hoe die jongens en meisjes zich met me identificeren en opeens een toekomst zien.”

Eerder verschenen in De Morgen