"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Open ogen in een kleurrijke klas

Dinsdag, 11 december, 2018

Geschreven door: Maaike Hajar
Artikel door: Monique Marreveld

Leraar telt zwaar in kleurrijke klas

Verwachten we van leraren in een kleurrijke klas meer of andere competenties dan van een leraar in een ‘gewone’ klas? Deze vraag stelt Maaike Hajer in haar boek Open ogen in de kleurrijke klas. Het antwoord luidt ontkennend.

[Recensie] De tips en adviezen die Open ogen geeft, zijn nuttig voor iedere leraar. Waar het op neerkomt, is ‘gewoon’ goed lesgeven: goed contact leggen met de leerling, doordacht klassenmanagement en interactieve didactiek. Daar bloeit alle onderwijs toch van op? Het boek is grotendeels gebaseerd op praktijkgericht onderzoek uit de kenniskring van het lectoraat ‘Lesgeven in de multiculturele school’ van de Hogeschool Utrecht. De resultaten zijn soms confronterend. Treffend is het voorbeeld van de grote-stadsschool die is veranderd in een buurtschool. ‘Witte’ eerste-graadsdocenten en ‘zwarte’ leerlingen zijn verzeild geraakt in een impasse. Zij voelen zich niet thuis bij elkaar, maar wijzen in plaats daarvan taalproblemen (dat is immers heel neutraal) aan als hoofdoorzaak voor de spanningen. Het resultaat is dat ze steeds verder van elkaar verwijderd raken. “In de klas is het geen spel, maar oorlog”, zegt de schoolleiding. Docenten beschouwen de spanningen als iets waar zij geen invloed op hebben. Leerlingen voelen zich onbegrepen en trekken zich terug. Hajer toont overtuigend aan dat leerkrachten wél invloed kunnen uitoefenen op de sfeer in een kleurrijke school. Door oog te hebben voor de leerlingen, door te letten op hun interactie met hen en door het onderwijs aan te passen aan de kinderen. Het gaat erom, zegt Hajer, te zien welke factoren in de leefomgeving van kinderen van invloed zijn op hun functioneren. Met die kennis kan een leerkracht gerichter observeren hoe kinderen zich ontwikkelen en in die ontwikkeling een positieve rol spelen. Besef dat je er toe doet als leraar van deze jongeren, schrijft ze letterlijk.

Multiperspectiviteit

Het deed mij denken aan meester Ster, de engelbewaarder van de Rotterdamse deugniet Pietje Bell, het boek van Chris van Abkoude. Ik stel me voor dat meester Ster geen onderscheid zou maken naar kleur of afkomst: hij ver diepte zich in zijn leerlingen en dat is misschien wel Hajers voornaamste aanbeveling. Meester Ster zou anno 2007 wel bijgepraat moeten worden. Etnische diversiteit is vanzelfsprekend in Nederland. En dat vraagt om leraren die actief zoeken naar de perspectieven die kinderen meebrengen – de brillen waardoor zij de wereld bekijken. Hajer pleit voor multiperspectiviteit: benut je kennis van de leefwereld van je leerlingen. Zonder de beroepsgroep af te vallen, stelt Hajer in Open ogen spannende vragen en doet ze rake observaties: Hoe wordt er op school over leerlingen gesproken? Waarop worden ze met name beoordeeld? Zien we eigenlijk wel het kind of alleen zijn cijfers? En zijn verwachtingen die leraren van leerlingen hebben vaak niet gebaseerd op beeldvorming rond groepen leerlingen? Hoe gaat een leraar om met inbreng van leerlingen die niet binnen zijn referentiekader past? Hajer geeft een prachtig voorbeeld van een kringgesprek over dromen. Een juf probeert aan te sluiten bij de belevingswereld van haar leerlingen. Als een kind echter vertelt over een voorspellende droom, reageert zij negatief en doet het verhaal af als bijgeloof. “Het is niet gemakkelijk om als leraar adequaat te reageren op inbreng en gedragingen van kinderen die ver afstaan van wat je zelf hebt meegekregen”, concludeert Hajer. Maar dat ontslaat de leraar niet van de plicht het wel te proberen. Door opdrachten in het boek moedigt Hajer leraren aan om multiperspectiviteit te oefenen. Hoe ziet de eigen levensgeschiedenis er uit? Cruciaal is dat leraren zich bewust worden van hun bagage en ook eens naar hun eigen gedrag kijken. Een goed handvat om dat te doen biedt Hajer met het Model voor Interpersoonlijk Leraarsgedrag, dat ze uitgebreid beschrijft. Streng of juist helpend gedrag van een leraar, het kan een wereld van verschil betekenen in een kleurrijke klas. Leerlingen zijn er extra gevoelig voor leraarsgedrag. Zij willen graag iemand die gezag uitstraalt, maar ook respect voor hen heeft: een begripvolle houding, oprechte belangstelling, een grapje op zijn tijd. Normaal contact, denk je als lezer, maar in een kleurrijke klas blijkt dat niet vanzelfsprekend.

Talenrijkdom

Is een normale relatie eenmaal opgebouwd, dan is oog voor de leerling als taalleerder essentieel. Hajer pleit voor een frisse blik op meertaligheid (niet als handicap maar als verrijking) en voor een integrale en schoolbrede aanpak. Ze baseert zich in haar analyse en aanbevelingen grotendeels op publicaties van het Expertisecentrum Nederlands, ondermeer de Kijkwijzer Taalgericht vakonderwijs (zie ook Didactief, november 2006). De meerwaarde die zij er aan toevoegt, is de spiegel die zij de leerkracht aanreikt: “Oprechte nieuwsgierigheid naar de gedachtewereld van de leerlingen vormt de basis voor het stimuleren van taalproductie”. En daarmee zijn we weer terug bij de Meester Ster-dimensie. Een inspirerend boek.

Yoga Magazine

Eerder verschenen op Didactief.