"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Open ogen

Vrijdag, 26 januari, 2018

Geschreven door: Remco Campert
Artikel door: Nico Voskamp

Voor de eeuwigheid uit

[Recensie] In zijn laatste, ik bedoel jongste bundel presenteert Remco Campert 48 nieuwe gedichten van uiteenlopende statuur. De thema’s zijn gevarieerd maar de kwaliteit is niet altijd constant. Sommige van de poëmen wekken de indruk voor de vuist weg geschreven te zijn, in een godverlaten slapeloos uur wellicht, waarin de drang tot schrijven het wint van compositorische uitdagingen. De betere daarentegen, ruim in de meerherheid, roepen een glimlach op of een gedeeld gevoel van menselijk leed. Weer anderen zijn licht en speels.

Het opvallendst zijn de hard binnenkomende gedichten. Daarin wisselen verbijstering en woede elkaar af over zinloze oorlogshandelingen die weerloze burgers treffen. Campert vangt het onmenselijke en onbegrijpelijke in scherpe, staccato zinnen. Zoals hier in Zaventem.

Zaventem

Afgerukt been bot bloed
laaiend vuur in de vlieghal
zij zit met het hoofd van haar kind in handen
schedel beroofd van dromen
hij merkt in een tel van eeuwigheid
dat zijn benen ontbreken
en sterft
bommengordels aangegord
bliezen de baarden zich rechtvaardig op
puur en genadeloos in hun jacht op maagden
zullen wij ook zo paradijsgericht zijn?
god ontferm u
en schaf religie af

Boekenkrant

Lees vier, vijf van deze gedichten en het wordt je somber te moede. Campert treft exact de pijnpunten die ‘gewone’ mensen raken bij het lezen van zulk nieuws.

Gelukkig voor de lezer zijn er ook dromerige, springerige, lenteachtige schrijfsels waar de auteur jongleert met woorden. Speels als een jonge hond laat hij de zinnen buitelen, de lezer een tikje vrolijker achterlatend. Dat biedt mooi tegenwicht aan de zware oorlogsthematiek, en aan dat andere thema van de bundel: de dood.

Dood

Ik denk aan de dood mijn dood
ik denk derhalve aan niets
de dood is het niets
aan niets kun je niet denken
aan sterven kun je denken
maar te pijnlijk te ontwricht
de dood is het uiteindelijke
allesomvattende gedicht

Qua dood beheerst de oude meester zijn metier. Je krijgt zelfs de indruk dat hij met de dood op zijn hielen schrijft. Je ziet hem voor je, elke dag aan zijn schrijftafel, kluivend op zijn kroontjespen, peinzend. Als de woorden niet meteen willen komen, ontfutselt hij ze desnoods met geweld aan het universum. Als het maar een mooi gedicht tot gevolg heeft. En dat lukt volop. Voor hem geen pensioengerechtigd achteroverleunen maar gewoon stug produceren. Het is schrijven voor de eeuwigheid uit; geen idee wanneer het zal stoppen maar vandaag nog even niet.

Ook verschenen op Nico’s recensies 

Boeken van deze Auteur:

Open ogen

Te vroeg in het seizoen

Zonder roken bij mij geen poëzie

Open ogen