"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Over het Japanse klooster Kozan-ji en de beroemde dierentekeningen

Dinsdag, 12 oktober, 2021

Geschreven door: Cees Nooteboom
Artikel door: Elisabeth Francet

De stilte indachtig

“Hier is in het vroege licht iets samengebald wat met tijdloosheid te maken heeft, met een gesloten wereld die zichzelf op dit ogenblik aanbiedt en je duidelijk maakt dat hij ook zonder jou bestaat, dat hij oneindig oud is, dat hij je vreemd is maar dat je welkom bent.”

[Recensie] Na een pelgrimstocht langs drieëndertig tempels in Japan krijgt Cees Nooteboom van een vriend het advies om, voor zijn terugreis, Kozan-ji te bezoeken. In dit intieme klooster te midden van de bossen ontdekt Nooteboom dat hij alleen maar hoeft te kijken om te leren over tijd, over stilte en “onzichtbaar te worden als een onderdeel van dit alles”. In de kloostertuin zit de stichter Myoe in de vork van een boom. Nooteboom, onder de indruk, schrijft een gedicht voor de twaalfde-eeuwse monnik: “Niets kan je beroeren/ zo voor mijn ogen verloren/ dat ik mij kan horen/ vergaan.”

Myoe beoogde het traditionele boeddhisme in Japan te doen herleven. Het boeddhisme bewoog dermate traag door Azië dat woorden en godenbeelden de tijd hadden om in een steeds groeiende gemeenschap talloze metamorfosen te ondergaan. De leer vertakte maar de essentie bleef hetzelfde. In Kozan-ji ervaart Nooteboom iets van die essentie: een volmaakte lichtheid en “in het geluid van de ahornbladeren die boven de kleine vijver bewegen” hoort hij de echo van oeroude gesprekken.

Tijdens een tweede bezoek vallen de schrijver de dansende, lachende, ravottende vossen, konijnen en apen op, afgebeeld op vier lange rollen aan de muur in de gang. Hoewel het reproducties zijn – de originelen zijn in het bezit van de Nationale Musea van Tokyo en Kyoto – zijn ze onlosmakelijk verbonden met het klooster. De twaalfde- en dertiende-eeuwse geraffineerde penseeltekeningen met antropomorfische dierenfiguren doen sterk denken aan mangakunst. De uitbundigheid en souplesse die uit de tekeningen spreken – “het lijkt wel een orgie van bevrijding, zelfs nu” – waren in de iconografie van het middeleeuwse westen onbestaande.

Boekenkrant

De stilte in het klooster indachtig wil Nooteboom vooral de beelden laten spreken. De eerste rol van het kunstwerk is – gespreid over zesendertig bladzijden – integraal te bewonderen in Nootebooms jongste creatie. Dit door Koppernik prachtig uitgegeven boekje is een meditatie op zich, een parel van verstilling verrijkt met contemplatieve foto’s van Simone Sassen.

Eerder verschenen op Geendagzonderboek