"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Over politieke correctheid

Dinsdag, 6 juli, 2021

Geschreven door: Gerben Bakker, Gert Jan Geling
Artikel door: Jos van Dijk

Lafheid in het denken komt overal voor

“Vrijdenken is niet slechts een waarde in zichzelf, maar een voorwaarde voor een moreel rechtschapener wereld”

[Recensie] In 

Hannah Arendt

Naast Kant kunnen we in dit opzicht veel leren van Hannah Arendt, schrijven Bakker en Geling. Het grootste gevaar voor ‘politieke ontaarding’ zoals in het nazisme is intellectuele luiheid, omdat “niet de denkbeelden als zodanig gevaarlijk zijn, maar het gebrekkig kritisch-intellectuele vermogen van mensen waardoor ze te weinig weerstand bieden tegen deze denkbeelden.” Arendt ontleende daarvoor aan Kant het idee van een enlarged mentality, het “vermogen van mensen om hun persoonlijke meningen te spiegelen aan maatschappelijk pluriforme gezichtspunten (…) We moeten volgens Arendt ons vermogen benutten om feiten die voor onszelf vaststaan te spiegelen aan hoe anderen, vanuit andere posities, daarover zouden kunnen denken” (p.156). Want we moeten er voor waken dat als waar ervaren denkbeelden zonder toetsing blijven en uitgroeien tot voldongen feiten. “Eeuwige en onveranderlijke waarheden,” schrijft Arendt, “zijn misschien leuk als onderwerp van een eenzame denker, maar hebben weinig te zoeken in het publieke domein, waar we een open discussie kunnen voeren” (p.153). Het is voor een individu of voor een bepaalde groep misschien wel aantrekkelijk om vast te houden aan een denkbeeld, maar we moeten voorkomen dat persoonlijke of sociaal-psychologische motieven de doorslag gaan geven in het maatschappelijk debat.

Nederlandse Natuurkundige Vereniging

Bovenstaande citaten komen uit het vierde, meer analytische hoofdstuk van Over politieke correctheid. Het bevat beschouwingen over de ethiek in het politiek denken, de vrijheid van meningsuiting en de open samenleving, een essay op zich dat het waard is om te lezen. In andere delen van het boek hebben de auteurs helaas meer moeite met hun voornemen het verschijnsel politieke correctheid vanuit een neutraal standpunt te bekijken.

Neutraliteit

Die neutraliteit lijkt mij buitengewoon belangrijk als je het vrijdenken van mensen als Kant en Arendt zo nadrukkelijk voorstaat in de politiek. Dat begint dan met een goede definitie van politieke correctheid. In de publieke opinie is politiek correct in de afgelopen decennia vooral gekoppeld aan vergoelijken van of wegkijken voor minder aangename kanten van de multiculturele samenleving. Wie blijk geeft van een positieve houding tegenover diversiteit in bredere zin wordt beschuldigd van politieke correctheid omdat feiten worden verdoezeld of zaken mooier worden voorgesteld dan ze –althans in de ogen van de critici- in werkelijkheid zijn. In die zin zien we politieke correctheid ingezet als scheldwoord en stigma tegen links dat de multiculturele samenleving verdedigt, minder afwijzend staat tegen het opnemen van vluchtelingen en vooroordelen jegens mensen met een andere cultuur of geloof bestrijdt. Bakker en Geling nemen hier naar mijn smaak te weinig afstand van.

In meer neutrale termen is politieke correctheid “een talige zelfrestrictie omwille van politieke normen” (p. 20), “het verzachten, verdraaien of zelfs ontkennen van onwelgevallige feiten die niet passen in het eigen gewenste wereldbeeld of politiek ideaal” (p. 8), of –nog preciezer wat mij betreft- “een universele gedraging die voortkomt uit de bereidheid om je standpunten openlijk te verbinden met de heersende mening in het milieu waarin je je begeeft, of de maatschappij in het algemeen” (p.236). Dergelijk gedrag komt volgens Bakker en Geling enerzijds voort uit een blind, dogmatisch idealisme van waaruit mensen hun ideologie dwingend aan anderen proberen op te leggen. Anderzijds is er een type conformistische politieke correctheid van mensen die bang zijn om anderen tegen het hoofd te stoten, of die gewoon uit gemakzucht of opportunisme anderen napraten.

Stigmatisering

Dit is allemaal herkenbaar in het hedendaagse politieke discours. Maar betekent dit dat politieke correctheid alleen voorkomt bij mensen die het opnemen voor minderheden, zoals je zou kunnen opmaken uit de vele voorbeelden van actuele kwesties die Bakker en Geling in de hoofdstukken, 3 en 5 noemen? De duiding van allerlei kwesties rond diversiteitsbeleid en identiteitspolitiek komt op verschillende punten wel heel dichtbij de stigmatiserende opmerkingen uit de rechtse hoek over ‘de linkse kerk’. De bronnen voor verschillende actuele kwesties bestaan bovendien niet zelden uit opinieartikelen en commentaren waarin anderen beweren dat hier sprake is van politiek correct gedrag. Om een voorbeeld te noemen: het mislopen van een aanstelling ‘lijkt’ te wijten aan politieke correctheid, schrijven de auteurs met enkel de Facebookpagina van betrokkene als bron. Met name de verklaringen voor kwesties die in de wetenschappelijke wereld spelen en op cultureel gebied zijn erg dun en na alle overtrokken voorbeelden van politiek correct gedrag aan Amerikaanse universiteiten erg suggestief. Er wordt geen concreet bewijs geleverd dat het in Nederland dezelfde kans op gaat. Nog afgezien van het feit dat die Amerikaanse politieke correctheid cultuur beperkt is tot een uiterst kleine minderheid in het universitaire milieu.

De rechtse bias in de hoofdstukken met voorbeelden doet afbreuk aan het analytische deel waarin waardevolle aanknopingspunten zitten voor het gezond maken van de gepolariseerde debatcultuur in Nederland. Het is goed en noodzakelijk het politiek correcte taalgebruik en de moralistische inperking van het vrije woord aan te kaarten en te bekritiseren. Maar dan wel inclusief de politiek correcte vooroordelen, stereotypen en ongetoetste denkbeelden die ter rechterzijde voortdurend zonder veel nadenken te berde worden gebracht. Vrijdenken is ook aan die kant beslist nog wel ‘een dingetje’. Misschien iets voor een vervolg?

Eerder verschenen op Sargasso